Frank Heemskerk: Nederlandse bedrijven moeten stelling nemen!

Frank Heemskerk: Nederlandse bedrijven moeten stelling nemen!
Bedrijven kunnen last krijgen van het huidige politieke klimaat in Nederland. Van het door PVV op rechts en SP op links gepropageerde protectionisme wordt niemand beter. Tijd dat meer bedrijven stelling nemen, zegt staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk (PvdA).
Hij oogt jong en vlot, zeker in de statige gangen van het ministerie van Economische Zaken. Frank Heemskerk combineert in zijn portefeuille een aantal beeldbepalende onderwerpen zoals handelspolitiek, internationaal ondernemen, maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), post, telecommunicatie, ICT en consumentenbeleid. Eén jaar is hij nu politiek verantwoordelijk en hij kreeg al meteen een aantal stevige knopen om door te hakken, waaronder de openstelling van de postmarkt. Aan de vooravond van een economische missie naar Vietnam, een gesprek over de belangrijkste pijlers van zijn beleid.
Begin maart stuurde u een notitie over internationaal ondernemen naar de Tweede Kamer. U vindt: het Nederlandse bedrijfsleven moet meer aandacht hebben voor opkomende markten als Turkije, Rusland, India, China en de Golfstaten. Daarbij houdt u een pleidooi voor verdere globalisering. Dat betekent ook dat onze eigen grenzen wijder open moeten. Het Nederlandse politieke klimaat heeft u niet echt mee.
Heel kort door de bocht: de SP en de PVV willen niet dat de Polen naar Nederland komen en ze zijn er ook tegen dat Nederlandse bedrijven hun productie naar Polen verplaatsen. Maar met dat uitgangspunt, produceren vóór en dóór Nederland, blijven we heel klein. Van een hek om Nederland wordt niemand beter. Ons land, en dus ook de Nederlandse werknemers, profiteren juist van die internationalisering. Mensen die bij Schiphol werken, in de haven, in het transport of bij een buitenlands bedrijf. De groei van de Nederlandse economie komt voor helft door export. Een op de tien werknemers in Nederland werkt voor een buitenlands bedrijf. De wereld als geheel wordt groter en de armoede minder. Maar globalisering is niet alleen een hallelujaverhaal. Globalisering is méér koek, maar ook andere koek én die koek wordt anders verdeeld. De toenemende globalisering vraagt grote aanpassingen en het hoge tempo waarin die plaatsvinden, baart menigeen zorgen over (voedsel)veiligheid, over hun baan of die van hun kinderen. Dat moet je serieus nemen. Je moet ook niet alleen wijzen op de groei.Ik vind ook andere zaken belangrijk, zoals wat er met het milieu en de arbeidsomstandigheden gebeurt. Zoals onlangs met de openstelling van de postmarkt. Dat gebeurt niet zolang er geen goede afspraken zijn gemaakt over de gevolgen voor werknemers. Het vraagt actie van mijn kant en die onderneem ik ook. Ik neem proactief contact op met TNT en vraag: Wat kan de overheid doen? Dat komt mij dan weer op commentaar te staan van de VVD."
Toch gelooft u in de zegeningen van globalisering?
"Een mooi voorbeeld van een bedrijf dat door te globaliseren groot is geworden, vind ik Damen Shipyards. Dat was een klein familiebedrijf waarna in 1969 een van de zonen het bedrijf voortzette en internationaal uitbouwde tot een miljardenbedrijf. Onder meer door de productie naar het buitenland te verplaatsen. Zonder die stap was het bedrijf er hoogst waarschijnlijk nu niet meer geweest. Terwijl het ook veel werkgelegenheid in Nederland heeft weten te houden. Globalisering heeft heel veel voordelen. Nederland is een uitstekende en internationaal goed gepositioneerde thuishaven voor bedrijven om vanuit te opereren. Een thuismarkt die goed omgaat met de internationale concurrentiepositie, met milieu, maatschappelijke vraagstukken en innovatie. Ik vind dat Nederlandse bedrijven zelf meer stelling moeten nemen. Ik wil open grenzen kunnen verdedigen, maar dat kan ik niet alleen. Nederlandse ondernemingen kunnen heel duidelijk zelf benadrukken welke voordelen internationalisering voor hen en dus voor de Nederlandse economie heeft. Ook dat is cruciaal voor een breder draagvlak voor open grenzen."
Heeft de polarisatie in de Nederlandse politiek een negatieve invloed op ons imago in het buitenland?
"Ik maak mij bijvoorbeeld zorgen over de gevolgen van de film van Wilders. Maar ik zit niet op mijn handen. Ik praat met bedrijven in het Midden-Oosten en probeer actief contact op te nemen. Dit kabinet neemt op veel manieren afstand van de mening van de PVV. We proberen partijen bij elkaar te brengen. Maar ook in het buitenland zelf kaart ik zaken aan. Ik ben er trots op dat we in India dit najaar niet zijn weggedoken toen er zware kritiek kwam op de ‘Schone Kleren Kampagne' en de betrokkenheid van een Nederlands bedrijf bij een Indiase toeleverancier waar arbeidsrechten werden geschonden. We hebben toen Ruud Lubbers verzocht te bemiddelen tussen de NGO en de betrokken
bedrijven."
Deelt u de mening van Robert Reich, oud-minister van Arbeid in de VS, dat ondanks alle mooie woorden over maatschappelijk verantwoord ondernemen, het in de praktijk vooral neerkomt op goedkope pr?
"Nederlandse bedrijven die naar India gaan, doen dat echt niet alleen voor een race naar de bottom. Dat is echt een cliché. Ik wil laten zien dat zij heel veel goeds meenemen. Ze brengen internationale standaarden, kennis, betalen over het algemeen beter en werken volgens internationale milieueisen. Onze bedrijven worden ook steeds meer geconfronteerd met maatschappelijke vragen. Ze opereren vaak in landen waar de overheid nog een dominante rol speelt. Dat vraagt om goed samenspel tussen politiek en overheid. Reich pleit voor vergaande wetgeving en regels. Ik denk dat dat in Nederland niet direct nodig is, want we hebben al veel specifieke wet- en regelgeving. Bovendien hebben Nederlandse ondernemers een andere opvatting over maatschappelijk verantwoord ondernemen en een andere oriëntatie op de maatschappij dan die in Verenigde Staten. Het Nederlandse bedrijfsleven is over het algemeen breder georiënteerd, opener en denkt meer op middellange termijn."
Wij zijn in Nederland dus in de wieg gelegd voor maatschappelijk verantwoord ondernemen?
"Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een kwaliteitsaspect voor ondernemingen. Het gaat om afval, mensen, duurzaam produceren. Het gaat er om dat je met een open blik onderneemt, dat je een groter plaatje voor ogen houdt dan alleen de directe kosten en opbrengsten. In dit kabinet draagt iedereen op zijn of haar vlak iets bij, want het is voor ons een speerpunt. Op het gebied van internationale handel is voor mij de samenwerking met de minister van Ontwikkelingssamenwerking belangrijk. Tijdens de missies praten we niet alleen over economische kansen. De meereizende bedrijven worden vooraf uitgebreid gebrieft door Amnesty International. Ze weten dus welke kritiek er is en wat er speelt in de moeilijke landen waar we naartoe gaan."
Is dat uw belangrijkste rol, die van bruggenbouwer?
"Karin Adelmund zei ooit tegen mij: Een brug, daar loop je overheen. Dus dat is wat ik niet wil zijn! Maar ik probeer wel bewust werelden bij elkaar te brengen. Ik ga nergens de discussie uit de weg. In het buitenland over de mensenrechten, bij overheden over de lasten voor bedrijven, en tijdens bijeenkomsten met Nederlandse grote bedrijven begin ik over de topinkomens. Zoals laatst tijdens de uitreiking van de FD Morning Star Awards. Ik leg daar de stelling neer dat Nederland geen jaloers land is. Iemand die hard werkt en goed presteert, mag van ons goed verdienen. We zijn er toch allemaal trots op dat John de Mol en Joop van de Ende hun bedrijf groot maakten? Dat ze vervolgens miljonair werden, gunt iedereen ze. Het gaat om de excessen, als bij slecht beleid of prestatie een exorbitante bonus wordt uitgekeerd. Als kabinet hebben we onlangs voorstellen gedaan om deze excessen tegen te gaan. Ik ga mij niet uitspreken over de vraag of iemand te veel of te weinig verdient. Dat is een taak van de commissarissen van een bedrijf. Zij moeten de beslissing nemen en transparant maken waarom beloningen zijn zoals ze zijn. Wat transparantie over verantwoording van topinkomens betreft, scoren Nederlandse bedrijven nog onvoldoende op hun eigen code-Tabaksblat."

" Iemand die hard werkt en goed presteertmag van ons goed verdienen"


U bent nu ruim een jaar staatssecretaris. Kunt u op die positie daadwerkelijk iets veranderen?
"Je bent natuurlijk onderdeel van de politieke besluitvorming, maar als ik terugkijk op het eerste jaar zijn er toch aardig wat zaken waar ik tevreden op terugkijk. De grote aandacht voor MVO en gezamenlijkheid van Nederlandse overheden bij economische missies, de verbeterde positie van consumenten tegenover telecom- en kabelbedrijven, de positieve aanpak van regeldruk en bevordering van microkredieten. Het zijn vaak besluiten die consumenten, individuele ondernemers en bedrijven echt kunnen helpen."
Waarom onderbrak u een succesvolle, veelbelovende carrière in het bedrijfsleven voor een onzekere toekomst in de politiek?
"Het bedrijfsleven kijkt met zoveel onbegrip naar de politiek. In 2002,na Fortuyn, kreeg de PvdA bij de verkiezing een flinke klap. Ik kreeg toen de indruk dat er ruimte was voor vernieuwing en ben politiek actief geworden. Wat doet een PvdA‘er op Economische Zaken? Er is blijkbaar een kloof en die blijft als er niemand de overstap maakt. Alsof het zo is dat alle journalisten en politici links zijn en iedereen in het
bedrijfsleven rechts. Dat is echt onzin. Ik debatteerde vanochtend over zelfstandig ondernemerschap. Waarom dromen zoveel mensen ervan eigen baas te worden? Beslist niet alleen om rijk te worden. Mensen willen zelfstandig en onafhankelijk zijn. Dat drijft mensen. Er wordt zo vaak vanuit clichés gesproken. Ik wil laten zien dat die niet opgaan."

facebook