Ruud Koornstra: ‘Innovatie moet je niet organiseren’

Ruud Koornstra: ‘Innovatie moet je niet organiseren’
In 2001 richtte de gewezen televisieproducent Ruud Koornstra (45) samen met enkele compagnons de duurzame initiëringmaatschappij Tendris op. Bijna tien jaar later timmert hij stevig aan de weg met zijn LED-lampen en andere energiezuinige innovaties. ‘Ik heb gaandeweg steeds meer gevoel gekregen voor de juiste keuzes.'
Hij is lid van maar liefst zeven politieke partijen. Ruud Koornstra, ondernemer in en prediker van duurzaamheid, wil zich in elk echelon laten horen waar zijn boodschap gewicht in de schaal kan leggen. ‘Ik wil overal de duurzame elementen toevoegen', zegt hij, ‘en elk van die zeven partijen beschikt over een aantal goede mensen.'

Gevraagd of hij al benaderd is voor een functie als bewindspersoon, imiteert Koornstra lachend het hoge stemmetje van het Kees van Kooten-typetje prof. dr. ir. Akkermans: ‘Ja, ik ben genoemd. En gevraagd.' Dan vervolgt hij met zijn normale stem: ‘Maar dat was door een partij die niet in de regering komt.'

Column De Telegraaf
Het typeert Koornstra. Hij brengt zijn boodschap bij voorkeur positief, met een lach of een grap en het liefst ook met een anekdote. Zoals het verhaal achter de column die hij tegenwoordig voor dagblad De Telegraaf schrijft. ‘Ik had al een jaar lang elke week een stukje geschreven voor Het Financieele Dagblad, en dat was best een opgave. Twee weken nadat ik was gestopt, belde Sjuul Paradijs (hoofdredacteur van De Telegraaf, red.): "Hé Ruud, hebben ze je eruit geschopt?" vroeg hij lachend. "Wil je niet voor ons komen schrijven?" Ik zei: "Je bent gek. Ik vind die krant van jullie zo raar, met al die flauwekul tegen duurzaamheid." Maar ik ken Sjuul goed, en ik ben toen bij De Telegraaf gaan praten. Daar heb ik alles op tafel gegooid wat me niet beviel, want ik had het idee dat ze altijd tegen duurzaamheid waren geweest. Maar ze waren serieus. Ze zeiden dat ze eens in de week twee pagina's aan duurzaamheid wilden wijden, op een positieve manier. Een "groene Telegraaf" - maar dan moest ik een column schrijven. Tja, toen kon ik niet meer terug.'

Dat intrigeert me. Het past niet meteen in het beeld: u bij De Telegraaf.
‘Dat is misschien zo. Maar waar wil je je verhaal verkondigen? Bij de "gelovigen" of de "ongelovigen"? Ik heb het ze ook uitgelegd bij De Telegraaf: als jullie dit thema oppakken, dan komt die kentering er echt. Dan kunnen we aan iedereen laten zien dat duurzaamheid niet iets is van een eliteclubje van intellectuelen, maar van ons allemaal. Dat we niet hoeven in te boeten op kwaliteit van leven en dat het zeker niet duurder is. Ik ben er ook echt trots op dat Nederland hierin voorop loopt.'

Heeft u dat bewust gedaan? Want u hebt dit thema uit de hoek van de geitenwollen sokken gehaald. Ik zie dat u heel veel communiceert. En u wint prijzen, en dat gebeurt toch ook niet zomaar.
‘Die prijzen winnen we met onze producten. Maar ik communiceer veel, ja. Ik geef zo'n honderdvijftig tot tweehonderd voordrachten per jaar. En het gebeurt heel vaak dat er na afloop een huilende man bij me komt - steeds verschillende huilende mannen, bedoel ik, niet elke keer dezelfde. Soms is het een vrouw, en dan word ik helemaal ongemakkelijk. Die mensen zijn echt geëmotioneerd. Ze zeggen dan dat ze het vanaf die avond heel anders gaan doen en dat mijn woorden de katalysator zijn geweest.'

Maar het is wel een enorm aantal voordrachten. Hoe houdt u dat vol?
‘De onderstroom van het verhaal is elke keer hetzelfde, de voorbeelden zijn anders. Het gaat altijd over transitie, over de angst voor verandering en over hoe mooi het is om te veranderen. Het is heel belangrijk dat je die boodschap niet negatief brengt. Duurzaamheid werd altijd gekoppeld aan lagere kwaliteit en meer geld. Maar als het duurder is, is het niet duurzaam. Mijn boodschap is dat er altijd een beter alternatief is, zowel kwalitatief als financieel. Je kwaliteit van leven hoeft niet achteruit te gaan als je de transitie maakt naar duurzaamheid. Een elektrische auto is financieel aantrekkelijker dan een benzineauto en hij is niet te kloppen door een Porsche - ik rij iedereen zoek!'

Wat rijdt u, een Tesla?
‘Een Lotus, nu. En ik heb een Fisker Karma besteld. Volledig elektrisch, met een generator. Dat geeft je het gevoel van een reservetank, maar die heb je niet nodig want driekwart van de mensen rijdt niet meer dan 75 kilometer per dag - zeker niet in Nederland. Mijn auto tankt dertig kilometer per uur, gewoon aan het stopcontact. Dus ieder raam dat open kan, is een oplaadpunt. Maar we zijn wel allemaal oplaadpunten aan het uitrollen langs de wegen, want mensen zijn bang voor dat rode lampje dat gaat branden als je accu bijna leeg is.
Er is sowieso een grote angst voor verandering. Toch komt die revolutie er aan, maar het gaat wel anders dan vroeger. Uit de geschiedenis weten we dat revolutionaire verandering altijd plaatsvindt via oorlogen. Want wat doet oorlog? Het schrijft versneld verouderde denkbeelden en technologieën af. Ik denk dat we dat in deze revolutie kunnen doen zonder oorlog - door te verleiden. Je moet het demonstreren in de echte wereld, en er niet alleen maar over praten. Ik heb inmiddels 35.000 kilometer met mijn Lotus gereden. En ik heb het meegemaakt dat ik in Amsterdam was, en er was geen oplaadpunt. Dan tikte ik met mijn stekker tegen een raam: "mevrouw, mag ik even...?". Het werkt. En dan blijkt die Lotus in de lease net zoveel te kosten als een Golfje op benzine. En als je voor zeven jaar tekent, is hij zelfs goedkoper.'
Maar er zijn dan wel voorlopers nodig: mensen met lef.
‘Ja, dat is spannend. Wij zijn zeer succesvol, maar er zijn ook momenten van twijfel geweest. Als je een groot lichtbedrijf uitrolt in China, India, Afrika, Rusland, Amerika, en je bent dus eigenlijk een multinational in het klein aan het worden, en dan stort de wereldeconomie in... Want de banken waren er gewoon niet meer, anderhalf jaar geleden. Het was ineens klaar. Toen dacht ik: daar gaan we met ons goede gedrag. Maar Vergilius zei het al: "het geluk helpt hen die durven". Ik denk dat het inderdaad zo gaat, maar het is wel keihard werken. En we krijgen veel tegenwerking.
Een voorbeeld: we hebben onze straatverlichting getest in de Kiltunnel in Dordrecht. De normale verlichting gaf 60 lux aan licht, die van ons 2 lux - maar iedereen vond dat de tunnel met onze lampen veel beter verlicht was. Alleen is het bij 2 lux wettelijk gezien donker; de wet is dus nog niet aangepast aan de nieuwe technologie.'

Volgens de wet mogen die lampen van jullie dan eigenlijk niet.
‘De ambtenaren zeiden: het is donker. Maar dat is niet zo, en bovendien bespaar je 93 procent energie en je hebt volledige kleurherkenning. Onze lampen hangen nu zelfs op de parkeerplaatsen van Schiphol, zodat je makkelijker je auto kunt terugvinden. Ons licht is dus aan alle kanten beter, maar de oude industrie gaat met de hakken in het zand - inclusief de wetenschappelijke kaders eromheen. Maar als we licht zien, dan is er toch licht? Er is dus iets waardoor die eenheden lumen en lux niet meer kloppen, maar iemand van zo'n meetinstituut zei: "Als we ons niet meer aan de meetmethoden kunnen houden, kunnen we ons nergens meer aan houden".
Professor Backx, de decaan van de faculteit elektrotechniek aan de TU Eindhoven, zei toen: "U bent net zo erg als de mensen van Boeing die de hommel hebben ontleed en tot de conclusie kwamen dat het volgens hun modellen wetenschappelijk gezien onmogelijk is dat hij kan vliegen." Want volgens die mensen van Boeing bestaat de hommel dus niet. Betekent dat dan dat Boeing geen goede vliegtuigen kan maken? Natuurlijk niet. Ik denk dat Boeing de beste vliegtuigen maakt. Maar er zijn meer waarheden, en daar willen ze niet aan.'

Het systeem bepaalt je referentiekader. Maar u hebt blijkbaar het talent om daar uit te stappen. Hoe doet u dat?
‘Dat heeft te maken met mijn karakter, denk ik, en met het idee dat de wereld maakbaar is. Mensen zijn tovenaars, en in de geschiedenis zijn het altijd de tovenaars geweest die dingen in gang hebben gezet. Ik wilde altijd al creëren, en dromen verwezenlijken. In het televisievak heb ik laten zien dat ik dat kan. En ik heb gaandeweg steeds meer gevoel gekregen voor de juiste keuzes.'

Daar zit dus een morele kant aan.
‘Ja, maar die zit bij jezelf. Alles wat we kinderen op de kleuterschool leren, is wat we in de maatschappij, de politiek en het bedrijfsleven niet meer doen: aardig zijn, delen, niet liegen - zo simpel is het! Daarom communiceer ik er waarschijnlijk zo makkelijk over: ik doe het kinderlijk. En ik stel vragen, net als kinderen. Ik vraag me af hoe het kan dat in het rijkste continent ter wereld, Afrika, zeven miljoen mensen doodgaan van de honger.'

U denkt heel macro. Maar hoe kom je nu op dat niveau? Ik moet bijvoorbeeld denken aan dat Innovatieplatform...
‘Dat is inmiddels gestopt. Ze hebben er twee grote fouten mee gemaakt. Eén: er zaten voornamelijk grote bedrijven in die niet willen innoveren - ze willen hoogstens producten verbeteren, maar ze willen geen revolutionaire veranderingen. Twee: innovatie moet je niet organiseren. Het Innovatieplatform had het Implementatieplatform moeten heten. De overheid heeft veel geld aan grote bedrijven gegeven, maar er is weinig uit gekomen. Ze hadden het proces moeten ondersteunen door klant te worden. Innovatie komt altijd uit schuurtjes. De veelbelovende producten hadden naar het Implementatieplatform moeten gaan, en daar hadden ze een order moeten plaatsen. De overheid koopt voor 60 miljard euro per jaar in - die had allang een beslissende rol kunnen hebben.'

Hoe voorkomt u dat u over tien jaar zelf zo behoudend wordt, als uw bedrijf inderdaad die grote multinational is?
‘Ik denk niet dat wij die grote multinational worden. We zijn dit bedrijf destijds begonnen omdat overal in de maatschappij - grote bedrijven, overheid, consument, wetenschap - een onderstroom van verandering zat. Maar er was geen handelingsperspectief. Het ontbrak aan ondernemerschap: de schuurtjes, de exoten, de verstotenen. Wij wilden een onderneming beginnen om te laten zien dat je duurzame business kunt maken. Onze ambitie was een andere wereld, niet een groot bedrijf. Het kan best zijn dat over twee jaar alle bedrijven dit gaan doen, en dan is onze rol uitgespeeld. Maar dat is niet erg, want er zijn nog zoveel andere dingen waar we ons in kunnen storten.'

Lees ook:
> Innovatie is groeimotor
> Management boekrecensie van Wat LED je?
> Ruud Koornstra: Duurzaamheid moet vanzelfsprekend zijn
> Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is crisisproof
facebook