Supply chain financing is onmisbaar in de circulaire economie

Supply chain financing is onmisbaar in de circulaire economie
Binnen de circulaire economie ging de meeste aandacht tot nu toe uit naar technologie. Er is minder aandacht voor logistiek en de financiële kanten van de zaak. Supply chain financing kan het fundament van de circulaire economie worden door inzicht te bieden in geldstromen en restwaarde van gebruikte materialen en door modellen voor financiële contracten te geven.

Supply chain financing (SCF) is in de kern een wat we in de economie noemen collaborative financing solution, een gezamenlijk opgestelde financieringsoplossing. Als bedrijf tuig je niet alléén je financiering op, maar samen met leveranciers en klanten. In de circulaire economie, waarin grondstoffen worden gerecycled zodat er geen afval overblijft, zien we de noodzaak tot samenwerking op allerlei gebieden. De meeste aandacht gaat tot dusverre uit naar de technologie, naar de vraag of de gebruikte grondstoffen opnieuw te gebruiken zijn. Er is vanwege de complexiteit, nog los van de afzonderlijke businesscases, minder aandacht voor de logistiek en nog minder voor de financiële kanten van de zaak. Supply chain financing kan echter niet alleen helpen om zo’n circulaire economie in te regelen, je zou het bijna als fundament ervan kunnen beschouwen. SCF als enabler van circulaire economie. Het biedt inzicht in de geldstromen, kan iets zeggen over de restwaarde van gebruikte materialen en geeft modellen voor financiële contracten.
Een van de veranderende concepten in circulaire economie is bijvoorbeeld ‘eigendom’. Het is straks niet meer zo dat je iets koopt, financiert en na gebruik weggooit. Nee, je gebruikt iets, en levert het daarna aan een ander, die het weer op een andere manier gebruikt en doorlevert aan anderen die het uit elkaar halen, delen ervan recyclen enzovoort. SCF kan daar de contractuele modellen voor ontwikkelen.
Hogeschool Windesheim heeft samen met Stenden Hogeschool een consortium voor onderzoek gevormd met zo’n vijftien mkb-bedrijven, dat die ambities waar moet maken. In dat onderzoek draait het om vragen die betrekking hebben op de financiële waardering van grondstoffen en producten, inclusief de restwaarde, op de financiële contracten en op de financieringsbronnen. Het consortium heeft onlangs de financiering voor het onderzoek aangevraagd. Als die wordt toegekend, worden over twee, drie jaar de eerste resultaten verwacht.

Opknippen en herverdelen van financiële risico’s
Essentieel bij de inregeling van een circulaire economie is het opknippen en herverdelen van de financiële risico’s over de verschillende ketenpartijen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de ene partij verantwoordelijk is voor het onderhoud, terwijl een ander het eigendom heeft en een derde het risico draagt. Die decompartimentalisering en dat herverdelen van de risico’s vragen verschillende financieringscontracten.
Om de risico’s zo klein mogelijk te houden, is bovendien vereist dat de beschikbare informatie met alle ketenpartners wordt gedeeld en door de jaren heen voor iedereen beschikbaar blijft. Bestaande informatie-asymmetrie moet worden weggewerkt. Dat kan best via blockchain-technologie, zoals wordt gebruikt voor bitcoins. De informatie wordt dan niet beheerd door partijen als banken, clearing houses, notarissen of accountants, maar opgeslagen in algoritmen in een netwerk van computers. De informatie is van niemand, maar kan door iedereen gebruikt worden. Denk bijvoorbeeld aan materiaalpaspoorten voor producten, die nodig zijn om de verwerkte grondstoffen later te kunnen hergebruiken. Een fabrikant geeft op welke grondstoffen hij gebruikt. Dat wordt getoetst door een netwerk van andere partijen, en opgeslagen in het netwerk. In een circulaire economie is een product immers niet alleen een product, maar ook een set van componenten, een bron van grondstoffen.

 

Zo ziet waardeverloop eruit
In de bijgevoegde grafiek is het waardeverloop van een willekeurig product, zijn componenten en zijn grondstoffen weergegeven. Van een elektrische fiets, bijvoorbeeld. De paarse lijn die links bovenaan begint, vertegenwoordigt de marktwaarde van een product, die in de loop der tijd terugloopt naar nul, naar het moment dat hij ergens tegen een lantaarnpaal wordt gedumpt. Gezien in het licht van de circulaire economie is dat ouderwets, omdat er geen rekening mee wordt gehouden dat de gebruikte grondstoffen wel degelijk een waarde vertegenwoordigen.
De waarde van de gebruikte grondstoffen wordt weergegeven door de onderste paarse lijn in deze grafiek. Deze is vrij constant, omdat de waarde van die grondstoffen relatief stabiel is, al kunnen veranderingen op de wereldmarkt uiteraard lichte schommelingen veroorzaken. Als de prijs van ijzer op de wereldmarkt flink daalt, neemt de waarde van de grondstoffen waaruit onze fiets is opgebouwd, uiteraard af. De paarse lijn die links in het midden begint, toont het waardeverloop van de gebruikte componenten, van de wielen en het frame, het motortje, de accu, enzovoort. Op een geven moment wordt de waarde van de fiets lager dan de gezamenlijke waarde van de gebruikte componenten, bijvoorbeeld omdat er sprake is van slijtage van onderdelen of omdat er nieuwe modellen op de markt zijn gekomen. Een fietsenhandelaar wil hem misschien wel terugkopen, omdat hij het motortje nog kan gebruiken. Op een later tijdstip wordt de fiets zelfs minder waard dan de som van de waarde van de grondstoffen. Dat is het moment waarop recyclebedrijven belangstelling beginnen te krijgen. De groene stippellijn, die het verloop van de maximale waarde weergeeft, eerst van de fiets als geheel, dan die van de componenten en tenslotte die van de grondstoffen, weerspiegelt de filosofie van de circulaire economie. Producten hebben altijd waarde. Je hebt nooit afval, maar je stapt van gebruikswaarde over naar de waarde van de componenten en tenslotte die van de gebruikte grondstoffen. Bij de kruispunten van de lijnen in onze grafiek komen partijen in beeld die zo’n fiets, de onderdelen of de grondstoffen willen overnemen.

Statiegeld als prikkel
In deze volstrekt nieuwe manier van kijken ga je uit van de restwaarde van producten. Dat vereist andere financiële modellen en contracten. Hoe kun je businessmodellen ontwikkelen die inspelen op de veranderende restwaarden van een product? Wat zou het beteken als een fabrikant op voorhand bereid is zijn product na tien jaar terug te kopen? Als contractueel kan worden vastgelegd wat de restwaarde van de grondstoffen dan nog is, en wie het risico draagt van onvoorziene waardeveranderingen, kan die fabrikant daar op voorhand zijn financiering op inrichten. En wat is dan de invloed van onderhoudscontracten, die de gebruiksduur van een product verlengen? Om ervoor te zorgen dat er op die snijvlakken van de waardeveranderingen ook echt iets met producten gebeurt, zijn contracten nodig. Een statiegeldsysteem, bijvoorbeeld, waarbij gebruikers een prikkel krijgen om het product weer in te leveren. Onderhoudscontracten zijn eveneens behulpzaam, omdat bedrijven producten daardoor regelmatig onder ogen krijgen en daardoor weten wanneer het tijd is ze op te delen in onderdelen of te reduceren tot weer her te gebruiken grondstoffen.

Nieuwe rechtsvormen, nieuwe bedrijfstak
Een van de meest gebruikte rechtsvormen, het eigendom, zal door de circulaire economie aan belang inboeten. Om iets te kunnen gebruiken, of het nu een fiets is, een wasmachine of een lamp, hoef je het niet meer in eigendom te hebben. Abonnementensystemen of lease-systemen zullen meer in zwang komen. Bijkomend voordeel is bovendien dat mensen anders met producten zullen omgaan als ze die slechts in bruikleen hebben, zuiniger vooral.
Vooral producenten zullen de gevolgen van een circulaire economie ondervinden. Na de levering van hun product aan de klant en de betaling van de koopsom zijn ze niet meer van hun goederen af, maar zullen ze min of meer verplicht worden ze gedurende hun levenscyclus te volgen. Uiteraard is het ook goed denkbaar dat daarvoor een compleet nieuwe bedrijfstak zal ontstaan, vergelijkbaar met de leasemaatschappijen in de autobranche. Maar ook dan zullen producenten rekening moeten houden met compleet andere verhoudingen, want ook die leasemaatschappijen zullen eisen stellen over het terugleveren van goederen.
Aan de kant van de eindgebruikers zal eigendom als meest gebruikte rechtsvorm plaatsmaken voor abonnementen, sharing platforms als Greenwheels, of, zoals bij software al gebruikelijk is, product as a service. De financiële sector staat voor grote uitdagingen. Niet als enige, overigens. Het is de vraag of de afschrijving die de belastingdienst nu hanteert, de zwarte lijn in de grafiek, zo rechtlijnig kan blijven als nu het geval is. Gelukkig biedt supply chain financing voldoende aanknopingspunten om de circulaire economie in te regelen.

Deze analyse is gepubliceerd in Management Scope 04 2017 

facebook