Leiders moeten anderen laten stralen

Leiders moeten anderen laten stralen
Leiders hebben meer kans dan anderen om de wereld beter te maken. Alleen jammer dat onze egalitaire cultuur hen weer naar beneden haalt.
Iedereen kan een positieve erfenis achterlaten. Leiders hebben daarop meer kans dan de gemiddelde mens. Ze kunnen niet alleen zelf verschil maken, maar ook vele anderen beïnvloeden om positieve veranderingen door te voeren. Uit de prachtige documentaire Leaders of the 21st century blijkt dat kinderen er groot vertrouwen in hebben dat leiders de wereld beter zullen maken. Kinderen van acht tot veertien jaar uit Nederland, India, Brazilië en de Verenigde Staten werden geïnterviewd over leiderschap. Het wezen van leiderschap is voor deze kinderen het op een positieve wijze veranderen van de samenleving. Dat is volgens hen wat leiders doen.

Herinnerd worden
Verschil willen maken is geen specifieke eigenschap voor leiders. Niemand wil onzichtbaar door het leven gaan. Iedereen wil een afdruk achterlaten, een bijdrage leveren, zijn bestemming waarmaken. De meeste mensen zullen echter niet meer dan een klein verschil maken, alleen merkbaar binnen de kleine cirkel waarin ze leven. Er zijn er maar een paar die door de hele mensheid of een aanzienlijk deel daarvan worden herinnerd om wat zij hebben bereikt. Denk aan de geweldloze manier waarop Gandhi voor de onafhankelijkheid van India ijverde of hoe Nelson Mandela en andere leiders hebben weten te voorkomen dat het einde van de apartheid meteen overging in een bloedige burgeroorlog.
Howard Gardner, hoogleraar aan Harvard en auteur van enkele mooie boeken over buitengewone mensen, schreef: "Van de miljarden mensen die in de laatste paar duizend jaar op onze planeet hebben rondgelopen, zijn er maar een paar die sporen hebben nagelaten buiten hun directe omgeving."

Organisatie veranderen
Een bijdrage leveren kan op veel verschillende manieren. U denkt waarschijnlijk allereerst aan het veranderen van een organisatie. Ad Scheepbouwer heeft zoveel aan KPN vertimmerd, dat er nu een ander bedrijf staat dan bij zijn aantreden. Maar denk ook aan Mozart, Freud of Margaret Thatcher. Zonder hen was de wereld anders geweest dan hij nu is. Neem Freud. Veel van zijn denkbeelden zijn tegenwoordig omstreden. Maar hij heeft voor altijd de manier van denken beïnvloed over bewustzijn, het onbewuste en seksualiteit. Het staat buiten kijf dat hij een verschil maakte. Maar maakt hem dat ook tot een leider?

Negatief
De meeste mensen willen zaken beter achterlaten dan dat zij ze aantroffen. Er zijn echter ook mensen die verschil maken op een wijze die de meeste anderen als negatief beschouwen, bijvoorbeeld door brand te stichten of door met een vliegtuig het World Trade Center in te vliegen. Maar bedenk ook dat wie een terrorist is in de ogen van de een, een vrijheidsstrijder of zelfs een held is in de ogen van de ander.

Verschil maken
Verschil maken mag dan niet specifiek zijn voor leiders, omgekeerd is dat wel het kenmerk van leiderschap. Leiders en leiderschap zijn overigens geen identieke begrippen, al worden ze wel vaak zo gebruikt. In veel studies naar leiderschap worden individuele leiders geïnterviewd over hun gedrag met de aanname: zij zijn leiders, dus wat zij doen zal wel leiderschap zijn. Leiderschap strekt zich echter verder uit dan de individuele leider. Goede leiders stimuleren de ontwikkeling van nog betere leiders om hen heen. Ze zorgen dat er voldoende capabele nieuwe leiders klaarstaan om hun positie over te nemen, wanneer de tijd is gekomen om te gaan. Ze gaan niet voor hun eigen glorie, maar voor het grotere geheel.

Knooppunten in netwerk
Ook belangrijk om te beseffen is dat niet iedereen in een leiderschapspositie een leider is en dat niet elke leider in een leiderschapspositie verkeert. In zijn boeken over veranderingsprocessen schrijft de Amerikaanse auteur Robert Quinn over ‘agents of change'. Daarmee doelt hij op mensen die belangrijke informele posities innemen binnen organisaties en die daarom veel voor elkaar kunnen krijgen zonder dat ze per se een zware hiërarchische functie bekleden. Iedereen kent in zijn eigen organisatie waarschijnlijk dit soort mensen, die de knooppunten in een netwerk zijn. Iedereen komt naar hen toe bij de koffieautomaat, omdat zij de beste informatie hebben.

Omgekeerd krijgt niet elke ‘leider' in een zware positie veel voor elkaar. Je kunt pas leiden als je volgers hebt en soms lopen die liever achter iemand anders aan. Zoals Kurt April, hoogleraar aan de Universiteit van Kaapstad, zei: "Ik ben mensen in leiderschapsposities tegenkomen die ik nog niet naar het toilet zou volgen."

Uitvergroting van individuen
Toch komt leiderschap zonder individuele leiders haast niet voor. Gedeeld leiderschap is een zeldzaamheid. Bovendien zit het in de menselijke aard om een abstract fenomeen als leiderschap te verpersoonlijken. Wie het over het drama Ahold heeft, noemt al heel snel de naam van Cees van der Hoeven en wie negatief spreekt over de verkoop van ABN Amro aan het consortium, noemt vaak in één adem Rijkman Groenink als schuldige. Vaak wordt de oorzaak voor het uitvergroten van individuen aan de media gegeven, maar dat is te kort door de bocht. Het gebeurde al ver voordat er massamedia waren.

Persoonlijke verbinding
In de vroegste stadia van het boeddhisme en het christendom bijvoorbeeld lag de nadruk op het vinden van het Absolute in de eigen persoon, zo schrijft Karen Armstrong in The history of God. Later kwam de diepgewortelde behoefte naar boven aan een persoonlijke verbinding met het Absolute en werden de eerste standbeelden gemaakt van Boeddha en Jezus. In beide gevallen gebeurde dat pas eeuwen na hun dood. Tijdens hun leven waren deze historische personen volgens Armstrong veel minder belangrijk. Door de behoefte van grote groepen mensen aan een individu dat op het schild kon worden gehesen, kregen zij de plek die ze tegenwoordig hebben.

Sterallures
Datzelfde mechanisme zien we terug in de wijze waarop de toplieden van grote bedrijven worden geportretteerd. We hebben dus individuele leiders nodig, maar dat betekent niet dat binnen organisaties die leiders ook al het werk doen. Leiders hoeven zelf geen sterren te zijn, ze moeten vooral anderen laten stralen.
Zeker in Nederland staan we zeer ambivalent tegenover buitengewone leiders, laat staan leiders met sterallures. We hebben een haat-liefdeverhouding met hen ontwikkeld. Aan de ene kant bestaat er een groot verlangen naar individuen die ver boven de massa uitsteken. We willen dat onze leiders perfect zijn en we willen hen bejubelen. Aan de andere kant kunnen we het idee van perfectie niet uitstaan. We blijven zoeken naar tekenen van zwakte. Het kan zelfs een opluchting zijn als die er blijken te zijn.

Deze ambivalentie is in Nederland (en Scandinavië) groter dan elders door de egalitaire cultuur. Nederlanders voelen zich ongemakkelijk over het concept van een elite en mede daarom halen we de leiders die we bewonderen meteen weer naar beneden.

Lees ook:
> De topman ook eens doorgelicht
> Winstjagende softie gezocht
> Toptalent
> Leiders zijn teveel met zichzelf bezig
> Vrouwenmanager: grootste machtswellusteling

facebook