Waarom niet langer werken (uren en jaren)

Waarom niet langer werken (uren en jaren)
Bij het CNV begint het licht te schijnen. De christelijke vakbond bepleit namelijk een langere werkweek in de bouw. Het werd eens tijd.

Geloof het of niet, maar bouwvakkers worden tot dusver geacht maximaal 36 uur per week te werken, al krijgen ze wel wel 40 uur betaald. Het verschil wordt uitgedrukt in liefst 24 atv-dagen per jaar. Tja, vinden we het gek dat bouwprojecten zich altijd zo lang voortslepen, dat timmerlui, stucadoors en metselaars alle tijd hebben om (zwart) bij te klussen en dat Polen weinig moeite hebben om deze overgereguleerde sector - laat dat maar aan vakbonden en Arbeidsinspectie over! - te beconcurreren?

Maar goed, het CNV wil dus dat werknemers de mogelijkheid krijgen om langer te werken. Zijn voorstel gaat uit van maximaal 42 uur per week en is omkleed met vele mitsen en maren. Toch verdient het waardering. Bijvoorbeeld omdat de bond eindelijk inziet dat veel mensen dolgraag langer willen werken dan 36 of 38 uur per week om daarmee hun inkomen met een procent of tien op te krikken en zo hun hypotheek beter aan te kunnen. Ook elders, in de ambtenarij en zorg bijvoorbeeld, zou de vakbeweging zich minder betuttelend jegens haar achterban dienen te gedragen. Verlenging van de werkweek past bovendien in een tijd waarin wordt gewaarschuwd voor blijvende krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt. De babyboomers houden het massaal voor gezien en daartegenover staat te weinig aanwas van jongere generaties. Bedrijven zullen ook blij zijn met personeel dat langer werkt. Dat is efficienter en bespaart overhead. Je hoort soms beweren dat langer werken slechts leidt tot meer werkloosheid omdat 'het beschikbare werk over minder mensen wordt verdeeld'. Mis! Werkgelegenheid is niet iets statisch. Sterker, het ligt voor de hand dat er een verband bestaat tussen korter werken en hogere werkloosheid. Want korter werken zorgt ervoor dat arbeid schaarser wordt, waardoor lonen extra stijgen. Hogere lonen verhogen de kosten van bedrijven. En die zullen, omdat hun producten en diensten minder concurrerend worden, gaan snijden in de arbeidsplaatsen. (Zie ook het artikel Korter werken, minder werk van de economen Arie Kapteyn, Arend Kapteyn en Asghar Zaidi in ESB, jaargang 1998). Relatief veel Nederlanders werken, maar ze maken gemiddeld bar weinig uren. Langer werken - niet alleen in uren, ook in jaren - zou weldadig zijn voor economie en samenleving. Maar het ontbreekt aan de spirit. Vooral 55-plussers zijn door het Zwitserlevengevoel bevangen geraakt. Op dit moment heeft slechts 40 procent van de Nederlanders tussen 55 en 65 jaar een betaalde baan. Van die overige 60 procent is slechts 6 procent beried weer aan het werk gaan. De rest gelooft het verder wel. Werken is voor hen kennelijk geen economische noodzaak of er zijn andere arrangementen (een uitkering bijvoorbeeld) die hen blijvend inactief maken. Menigeen toert al vrolijk met de camper door Europa. En dan te bedenken dat de doorsnee Nederlander almaar gezonder wordt en diens levensverwachting dik 81 jaar bedraagt.

facebook