Kritiek op Trichet en Bernanke is gezeur

Kritiek op Trichet en Bernanke is gezeur
“Piep, piep, piep”, klinkt het vanuit de financiële markten, iedere keer als de ECB of de Fed iets doet wat op die markten nog niet volledig was ingecalculeerd. Dat banken en beleggers niet van monetaire verassingen houden is natuurlijk hun goed recht. Maar waarom trekken de centrale banken zich zoveel van dit gepiep aan?

Eerst zou ECB-president Jean-Claude Trichet de financiële markten op het verkeerde been hebben gezet door eerst een renteverhoging in mei te suggereren, en vervolgens te ontkennen. En daarna maakte Fed-voorzitter Ben Bernanke een beginnersfout toen hij de indruk wekte dat de het einde van de renteverhogingen in zicht was, om dat later terug te nemen. Althans, zo kwamen de ‘uitglijders’ van ’s werelds machtigste monetaire bestuurders in de pers, tot genoegen van het financiële wereldje.

Een centrale bankpresident die de markt verrast is fout bezig, zo luidt het dogma op de financiële markten tegenwoordig. En de centrale banken zelf doen dan ook hun uiterste best om renteveranderingen lang van te voren in te leiden met voorzichtige waarschuwingen, behoedzame vingerwijzingen en omzichtige suggesties. Pas als zelfs in het meest slaperige hoekje van de geld- en kapitaalmarkt iedereen er tot in het diepst van de vezels van overtuigd is dat de centrale bank het rentetarief gaat aanpassen, pas dan durven de monetaire autoriteiten de stap te wagen. Er zou immers eens een onoplettende bank of handelaar verlies lijden door een onverhoedse beweging van Trichet of Bernanke! Je moet er niet aan denken.

Die monomane focus op het niet verrassen van de financiële markten is een relatief recent verschijnsel. Tot 1994, bijvoorbeeld, maakte de Fed niets bekend over de rentebesluiten die de Amerikaanse centrale bank nam. Men vertelde niet eens of de rente wel of niet veranderd was. Daar moesten de financiële markten in de dagen na de monetaire vergadering zelf maar achter zien te komen. Naar die tijd moeten we natuurlijk niet terug, maar iets van de solipsistisch houding van toen zou de huidige monetaire autoriteiten niet misstaan. Want de angst voor het verrassen van de financiële markten weerhoudt de centrale banken er momenteel van om doortastend op te treden.

Neem de vijftien renteverhogingen die de Fed sinds juni 2004, met de regelmaat van een pendule, in de markt zette. (Nummer zestien wordt overigens voor komende woensdag verwacht.) Waarom paste de Amerikaanse centrale bank de rente zo traag aan? Waarom niet wat sneller naar het optimale renteniveau? De enige verklaring is dat de Fed de markten rustig wilden laten wennen aan het koudere monetaire badwater. De prijs van deze vriendelijke geste naar de markt was langdurigere en hogere inflatie voor de gemiddelde Amerikaan. Pech dus, voor die oma met dat niet-geindexeerde pensioentje. Het risico voor financiële markten van onverwachte rentebewegingen werd afgekocht met haar koopkracht.

Hetzelfde geldt voor de Europese Centrale Bank. De huidige rente van 2,5 procent en inflatie van 2,2 procent (dus een reële rente van slechts 0,3%) past absoluut niet bij de snel aantrekkende Europese economie. Maar in mei kon Trichet de rente niet verhogen, omdat de markten daar uiteindelijk toch niet op rekenden. Pas in juni zal de ECB de rente laten stijgen. Misschien zelfs met een half procent. Toe maar! Als de financiële markten dat maar goed vinden….

facebook