Voedselcrisis: bevolkingsopstand

Voedselcrisis: bevolkingsopstand
De sterke stijging van voedselprijzen leidt wereldwijd tot een steeds gewelddadiger opstand onder de bevolking. In Haïtivielen doden, op de Filipijnen moeten boeren hun rijstvelden bewaken, en in in Jakarta staken de tempeh-verkopers. Oorzaak? De groeiende en vooral almaar rijker wordende wereldbevolking. Maar ook de concurrentie tussen motor en maag.

Bedrijven uit landen als Korea, China en Japan kopen wereldwijd landbouwgrond op. Japan bezit nu al drie keer meer landbouwgrond in het buitenland dan in eigen land. 

De prijsstijgingen van mais, rijst en soja komen het hardst aan bij de arme bevolking van Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen. In Burkina Faso en Kameroen liepen bevolkingsopstanden de afgelopen maanden uit de hand, waarbij meer dan 20 doden vielen. Rijst exporterende landen als Vietnam en Bangladesh, hebben hun rijstexport inmiddels aan banden gelegd.

Ook in Senegal en Mexico en zelfs het Verenigd Koninkrijk, gingen mensen de straat op.

De oorzaken van de prijsstijgingen lopen uiteen. Allereerst gaat het om de wereldbevolking. Die groeit, en wordt bovendien steeds rijker. Onder meer doordat Chinezen en Indiërs meer vlees zijn gaan eten, verdubbelde de prijs van graan het afgelopen jaar. Ook de prijzen van soja en mais zijn sterk gestegen, en in sommige landen verdubbelde de prijs van vlees en melk. Landen die de afgelopen decennia voorzichtig succes boekten met het bestrijden van armoede, krijgen ineens weer met honger te maken.

Overigens zijn de prijzen, volgens een rapportvan het International Food Policy Research Institute, nog steeds lager dan ze op hun top in de jaren 70 waren. Maar ze hebben wel het hoogste punt bereikt sinds die piek.

Er zijn ook andere oorzaken. Door de stijgende olieprijs namen de kosten van transport van voedsel, maar ook van bijvoorbeeld mest toe. Bovendien zijn door die hoge olieprijs alternatieve brandstoffen, zoals biobrandstof, ineens interessant geworden om te produceren. Maar die verschuiving van gewone brandstof naar biobrandstof, leidt er wel toe dat de maag moet concurreren met de motor. De landbouwgrond die gebruikt wordt voor gewassen om biobrandstof van te maken, zijn immers niet beschikbaar om voedsel voor mensen op te verbouwen.

In Amerika zal naar verwachting in 2010 zo'n 30 procent van de landbouwgrond gebruikt worden voor de productie van ethanol. Die productie gaat vooralsnog met forse subsidies gepaard. Met alle gevolgen van dien dus. Subsidieverstrekkende overheden kunnen hun geld beter richten op de tweede generatie biobrandstoffen die inmiddels in opkomst zijn, en die niet concurreren met voedsel om grond.

facebook