Wie wil er weer beleggen bij Robeco?
In 2005 trokken de beleggingsfondsen van Robeco - totaal vermogen: 138 miljard euro - netto 1,7 miljard euro nieuw kapitaal aan. Dat is een zielig laag bedrag. Want veel burgers vonden vorig jaar weer de weg terug naar de beurs. En ook pensioeninstelingen staken hun fenomenale premie-inkomsten in, vooral, aandelen en obligaties. Maar bij de keuze van hun vermogensbeheerder zagen ze Robeco niet staan.
Zo gaat het al een hele poos bij Robeco, dat amper vijftien jaar geleden de Nederlandse particuliere markt voor beleggingsfondsen nog domineerde. Sindsdien is het lelijk misgegaan. Deels kwam dat omdat banken en verzekeraars eigen beleggingsfondsen opzetten en hun klanten daar met gepaste dwang induwden. Edoch, debet aan de stagnatie bij Robeco waren ook arrogantie en slechte performance, beide gepersonifieerd door ' topbelegger' Jaap van Duijn. Hoe beroerd diens beleggingsresultaten ook waren, Van Duijn had altijd wel een smoes klaar. Maar als hij voorspelde dat de economie zou aantrekken, dan kon je er gerust vanuit gaan dat er een baisse aankwam. Van Duijns positie binnen Robeco was nochtans onaantastaar. Hij mocht er in 2005 na 23 dienstjaren zijn pensioen halen. Ook de grote sprong voorwaarts die Robeco sinds 1997 hoopte te maken, faalde. Het beleggingsinstituut werd toen, tegen zijn zin, opgeslokt door de Rabobank. Maar de pijn werd verzacht door een injectie van bijna 500 miljoen euro van diezelfde Rabobank, bedoeld om op overnamepad te gaan. De zoektocht naar vermogensbeheerders had geen noemenswaardig resultaat. Na het vertrek, eind 2001, van topman Pieter Korteweg - de kompaan van Van Duijn - werd het er niet beter op. De organisatie werd geteisterd door diverse reorganisaties, fondsen werden bij elkaar gevoegd. En terwijl rendementen teleurstelden, moesten beleggers nota bene hogere beheervergoedingen betalen. Kortewegs opvolger Gery Daeninck bleek niet berekend voor zijn taak. Sinds medio 2004 tracht George Möller rust te brengen. Möller lijkt daarin aardig te slagen en, zoals gezegd, de fondsen scoren weer alleszins bevredigende beleggingsresultaten. Maar in de beleggerswereld is de Robeco allang geen ijzersterke merknaam meer. De vermogensbeheerder wordt voor instroom van nieuw geld steeds sterker afhankelijk van klanten van zijn voorheen ongewenste moeder: de Rabo.