Zorgtransitie met gezond verstand

Zorgtransitie met gezond verstand
Op korte termijn leidt de haastige decentralisatie van de jeugdhulp en ouderenzorg tot problemen. Op de lange termijn lonkt waardecreatie door zorg op maat. Van big bang naar Big Data.

Mevrouw van Kranendonk loopt iedere week twee keer een uur door het bos onder begeleiding van een professioneel hulpverlener. Ze is bejaard en slecht ter been en kan dus niet langer zelfstandig naar buiten om de broodnodige beweging te krijgen. Ze zou echter net zo goed begeleid kunnen worden door een vrijwilliger of mantelzorger. Dat is niet alleen goedkoper, maar maakt ook zorgcapaciteit vrij voor cliënten die wél professionele hulp nodig hebben.

Het vergroten van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie is een van de drie motieven achter de grootste staatsrechtelijke wijziging sinds de Tweede Wereldoorlog: de overheveling van de verantwoordelijkheid voor jeugdhulp, werk en inkomen en dagbesteding (begeleiding) van de Rijksoverheid naar de gemeenten per 1 januari 2015. De driedubbele decentralisatie via de nieuwe Jeugdwet, de nieuwe Wmo en de Participatiewet – kortweg 3D – naar de lokale overheid moet de organisatie van de zorg letterlijk dichter bij de burger brengen. Gemeenten hebben immers directer zicht op de individuele problematiek van hun inwoners dan de provincies. Dat moet leiden tot een meer gerichte en integrale inzet van zorg en daarmee versnippering van budget en capaciteit tegengaan, het tweede motief voor de decentralisatie.

EÉN GEZIN, ÉÉN PLAN, ÉÉN REGISSEUR
Voorheen was er in de jeugdzorg vaak sprake van overlapping en langs elkaar heen werken: één gezin kreeg bijvoorbeeld zowel hulpverleners uit de jeugdpsychiatrie, zorgverleners voor kinderen met een licht verstandelijke beperking en opvoedkundige adviseurs over de vloer, betaald uit verschillende potjes. In het nieuwe stelsel treedt de gemeente op als coördinerende kracht, met als motto: één gezin, één plan, één regisseur. De ontschotting van aanbod en budget moet leiden tot beter inspelen op de zorgvraag, door wijkteams in kaart gebracht via de zogenoemde keukentafelgesprekken, én tot flinke bezuinigingen, het derde motief. Zo zijn de kosten voor jeugdhulp de aflopen jaren opgelopen tot meer dan 3,5 miljard euro. Het kabinet wil die ongebreidelde groei een halt toeroepen en vijftien procent korten op de jeugdhulp, een bezuiniging die oploopt naar 450 miljoen euro in 2017.

MUNITIE
Misschien had de 3D-operatie dan ook beter de 3G-operatie kunnen heten: goedkoper, gerichter en gezamenlijker. Maar daar had dan nog een vierde G bij gemoeten: een geruisloze invoering. Daarvan is geen sprake, integendeel. De 3D-implementatie had het karakter van een big bang: de elementaire deeltjes in het zorguniversum zweven nog steeds los rond en veroorzaken bij botsing vooralsnog negatieve in plaats van positieve effecten voor cliënten. Het bedrijfsleven zou zo’n ingrijpende transitie nooit zo onvoorbereid doorvoeren, om de continuïteit niet in gevaar te brengen. Politici hebben echter maar vier jaar de tijd voor de volgende verkiezingen weer voor de deur staan. Door die korte voorbereidingstijd moesten gemeenten in de laatste maanden van vorig jaar al zorg gaan inkopen, terwijl ze nog geen zicht hadden op de cliëntvraag, het budget en de productie. Wijkteams moeten een goed overzicht bieden van de hulpvraag per buurt, maar zijn nog lang niet paraat en goed bemand in alle 393 gemeenten. Bovendien ontstond er direct een forse achterstand bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), sinds dit jaar verantwoordelijk voor de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) van cliënten en de uitbetalingen aan zorgverleners. Toen die aan de bel trokken bij de SVB, werden ze van het kastje naar de muur gestuurd. Een en ander leidde tot klachten van cliënten en zorgaanbieders bij gemeenten en SVB en munitie voor CDA-Kamerlid Mona Keijzer om de transformatie openlijk aan de kaak te stellen.

ZORGZWERVERS
En het zou zo mooi kunnen zijn. Denemarken decentraliseerde de jeugdzorg zeven jaar geleden al naar de gemeenten. Dat heeft inmiddels geleid tot bezuinigingen en tot het reduceren van het aantal uithuisplaatsingen. Maar het nieuwe stelsel leidde in Denemarken ook tot ‘zorgzwervers’, mensen die verhuizen omdat ze honderd meter verder, in een andere gemeente, wel recht blijken te hebben op bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. Een dergelijke rechtsongelijkheid dreigt ook in Nederland, nu elke gemeente zijn eigen zorgbeleid gaat invullen. Dat eigen zorgbeleid kán een logische en zelfs gewenste afgeleide zijn van de specifieke demografische omstandigheden. Tot nu toe hebben gemeenten echter nog weinig zicht op de vraag, al was het maar omdat softwareleveranciers niet in korte tijd zo’n vierhonderd gemeenten tegelijk kunnen bedienen op het gebied van Big Data, voor het snel ontsluiten en combineren van informatie.

KEEP CALM
Wat moet er gebeuren om de ruis door de haastige implementatie weg te nemen en de beoogde financiële en maatschappelijke waarde te creëren? Eerste prioriteit is het oplossen van de problemen bij de SVB rond de pgb’s. Bovendien moet er een vruchtbaar overleg op gang komen tussen de gemeenten en de zorginstellingen, een relatie die nog moet groeien. Verder moeten de partijen zich eerst tot de hoofdlijnen beperken en de tijd nemen voor de punten en komma’s. Nu stagneert een voortvarende invoering nog vaak, omdat het op de details misgaat. Keep calm and carry on, is het devies voor alle spelers. Laat je niet van de wijs brengen door incidenten, bedenk dat tachtig tot negentig procent wél goed gaat en schiet niet in de risicoregelreflex.

HYPE DOOR SKYPE
Gemeenten doen er ook wijs aan de komende tijd de klant beter te leren kennen en zicht te krijgen op de (toekomstige) vraag door de inzet van Big Data. Nu zijn de gegevens vaak nog verspreid over de verschillende zorgverleners en ontbreekt een scherpe foto van de behoefte aan zorg in een gezin, wijk of gemeente. Het aan elkaar koppelen en cumuleren van die gegevens kan leiden tot het efficiënter inzetten en integreren van zorg. Zo bleek in één gemeente het budget voor huishoudelijke hulp vooral naar jonge, relatief goed opgeleide mensen te gaan. De verklaring: de zorg kon ook heel gemakkelijk worden aangevraagd via Skype, waardoor er naast ouderen ook veel jongeren snel hun weg konden vinden naar deze voorziening. Big Data kan dergelijke mismatches tussen vraag en aanbod op termijn corrigeren, input bieden voor zorgkeuzes op maat, benchmarks tussen gemeenten in perspectief zetten en objectief tegengas helpen geven aan lokale politieke eisen.

SHAKE-OUT VERWACHT
Waar staan we in Nederland over zeven jaar met de decentralisatie van de zorg? Het duurt wel even voor de voordelen zich uitbetalen. Allereerst lopen bestaande indicaties nog door tot het eind van dit jaar. Daarnaast moeten de wijkteams eerst ervaringskennis opdoen en zal moeten blijken of ze de instroom aan zorgaanvragen aankunnen en de juiste verwijzingen naar specialisten kunnen doen. Verder moeten zorginstellingen contracten sluiten met soms meer dan dertig gemeenten en gemeenten op hun beurt met tientallen instellingen. Op de lange termijn zullen de nieuwe verhoudingen leiden tot een gezonde shake-out in de zorgsector: alleen de beste aanbieders blijven over. Als het stof is neergedaald, krijgen we er een andere zorg voor terug. Betaalbaarder, maar vooral béter: meer op maat gesneden, meer op echte mensen als mevrouw van Kranendonk gericht (in plaats van op het systeem) en op de lange termijn een krachtige motor voor het creëren van meer maatschappelijke waarde: 3M.

Leo Euser is interim-manager en bestuursadviseur bij Eiffel. Hij ondersteunt vanuit die rol vooral zorginstellingen bij de transitie.

Alwin Schortinghuis is businessconsultant bij Eiffel en projectleider/adviseur transities bij diverse gemeenten.

Deze analyse is gepubliceerd in Management Scope 03 2015.

facebook