Gevaar: hoogconjunctuur in Nederland

Gevaar: hoogconjunctuur in Nederland
Met de Nederlandse economie is het hollen of stilstaan. Zowel consumenten als producenten zijn volgens het CBS weer net zo optimistisch over de vooruitzichten als zeven jaar geleden. O jee, als dat maar goed gaat.

Want achteraf kan worden vastgesteld dat tijdens de hoogconjunctuur van 2000 jammerlijk is verzuimd om de structuur van de Nederlandse economie te versterken. Op de twee essentiele terreinen zijn beleidsmakers in gebreke gebleven. Een: de overheid stelde financieel geen orde op zaken. (Integendeel, de invoering van een nieuwe belastingplan tijdens de top van de hoogconjunctuur werd aangegrepen voor extra bestedingsstimulansen en belastingverlaging.) Twee: opeenvolgende kabinetten, de werkgevers en de vakbonden lieten na grote onvolkomenheden van de arbeidsmarkt te lijf te gaan.

Anno 2007 lijkt er niks geleerd van dat recente verleden. Van een streng begrotingsbeleid is geen sprake. Het kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie draait de geldkraan wijd open voor, onder veel meer, nieuwe overheidsvoorzieningen, ‘investeringen' in onderwijs en hogere ambtenarensalarissen. Gelet op het huidige, relatief hoge groeitempo van de economie en de daarmee gepaard gaande extra belastingafdrachten, komt minister van Financien Wouter Bos daar dit jaar waarschijnlijk nog wel mee weg. De kwestie is dat deze hausse door de overheid benut zou moeten worden om een buffer op te bouwen. Anders wordt er straks opnieuw geklaagd dat een volgend kabinet extra bezuinigt terwijl het economisch tij al is omgeslagen. En daarmee de malaise alleen maar aanmoedigt.
Zeker zo belangrijk is dat er nog geen twee jaar nadat de economische opleving werd ingezet alweer een enorme krapte op de arbeidsmarkt is ontstaan. Bedrijven moeten zich in alle bochten wringen in hun jacht op geschikt personeel. Behalve in de bouw is de schaarste onder meer in de IT goed merkbaar. Her en der worden alweer premies uitgeloofd voor het aanbrengen van gekwalificieerde personeel. Om medewerkers te behouden wordt de loyaliteitsbonus uitgeloofd. Volgens het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) zal er binnen drie maanden paniek op de arbeidsmarkt uitbreken. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de krapte zich vertaalt flink hogere lonen.
Dat laatste zou niet erg zijn, ware het niet dat er in Nederland tussen bedrijven en (overheids)sectoren zo weinig verschil wordt gemaakt. De verschillen in loonstijgingen tussen de cao voor bouwvakkers en die voor verpleegkundigen zijn marginaal.
De echte makke van de Nederlandse arbeidsmarkt is nochtans de geringe participatie en de relatief weinige uren en jaren die werknemers gemaakt. Vele honderdduizenden mensen zijn vervroegd met pensioen of genieten een sociale uitkering. Legio vrouwen houden er een klein baantje op na. In te weinig cao's is de voorbije jaren de mogelijkheid geopend om langere werkweken dan 36 of 38 uur te maken. Jammer, want een kwart van de werknemers wil meer dan hun huidige uren maken. De officiele pensioenleeftijd staat al sinds mensenheugenis op 65 jaar. Die leeftijd is ooit vastgesteld door de Duitse kanselier Bismarck, in een tijd dat de meeste mensen de 65 niet eens haalden. De doorsnee Nederlander wordt echter almaar gezonder, zijn werk is fysiek minder zwaar is, hij leeft steeds langer - mannen tot hun 79ste, vrouwen tot hun 82ste - en verlaat de facto het arbeidsproces in zijn 62ste levensjaar.
Letterlijk werk aan de winkel, kortom. Maar er wordt onthutsend weinig haast gemaakt.

facebook