Familiebedrijf van Eeghen
29-09-2006 | Interviewer: Cees Pronk | Auteur: Miloe van Beek | Beeld: Sjaak Ramakers
Op een van de duurste en mooiste plekken aan de Amsterdamse Herengracht is al 250 jaar het kantoor van familiebedrijf Van Eeghen gevestigd. Binnen in het statige pand waan je je direct een paar eeuwen terug in de tijd; de met ornamenten bewerkte, hoge plafonds, marmeren vloeren, fauteuils en oude zeekaarten. In 1662 begon Jacob van Eeghen het handelshuis. In het begin verhandelde hij net als zijn vader en grootvader wol en linnen, al snel kwam daar graan, haring en zout bij. Zijn zoon nam het bedrijf over, maar stierf op jonge leeftijd waardoor zijn vrouw, Suzanna Blok, de leiding overnam.
Willem: “Ondanks zijn leeftijd is hij nog goed bij de pinken. Soms stelt hij alleen wat gedateerde vragen.” Willem was al zestien jaar actief in het familiebedrijf toen zijn vader afscheid nam. Hij heeft daarvan geleerd. “Ik heb me voorgenomen om niet zo lang aan te blijven als mijn vader, ik zal mijn taken op tijd overdragen.” Begin van dit jaar is hij hiermee al begonnen door de algemene directietaken over te dragen aan broer Henri, daarmee de vierde zoon uit het gezin die bij Van Eeghen werkt. De twee oudsten gingen ze voor. Dit bleek geen onverdeeld succes, het dominante karakter van vader zorgde nogal eens voor botsingen. “Zowel voor mijn broers als mijn vader is het uiteindelijk nooit echt een bewuste keuze geweest om actief te worden in het bedrijf. Mijn vader ambieerde een militaire carrière, maar toen zijn oudere broer op jonge leeftijd overleed aan tyfus, nam hij de taken over. Dat hoorde zo.” De twee oudere broers van Willem en Henri hadden een soortgelijk plichtsgevoel, beiden hielden het niet lang vol.
Henri: “Mijn op één na oudste broer had gestudeerd aan Insead en daar allerlei moderne managementtechnieken geleerd. Dat botste stevig met de tradities hier. ‘Doe maar normaal’, zei mijn vader.” Henri, de op één na jongste van het gezin van zeven kinderen, volgde de perikelen van zijn broers en vader op afstand. Voor hem was het een reden om pas in het bedrijf te komen werken als zijn vader niet meer actief was. Willem werd gevraagd toen hij dertig was. “Nadat mijn twee oudere broers Van Eeghen hadden verlaten, vroeg mijn vader me of ik in het bedrijf wilde komen werken. Mijn broers adviseerden me er heel goed over na te denken, maar eigenlijk had ik meteen het gevoel dat ik wel wilde. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.”
Interviewer Pronk wil graag weten wat Willems moeder ervan vond. Wilde zij graag dat haar zoon in het familiebedrijf kwam werken?
“Ze was commissaris en wilde heel graag dat een van de kinderen actief werd in de onderneming. Ik heb haar helaas maar kort meegemaakt, op haar 62ste is ze al overleden.” Willem zei ja op de vraag van zijn vader, met de voorwaarde dat hij na een half jaar Amsterdam voor een nieuw op te zetten dochteronderneming naar het buitenland kon. “Ik wilde die eerste jaren niet te dicht onder de vleugels zitten.”
Met vestigingen in Amsterdam, Londen, Montreal en Mexico City is Van Eeghen nu, ruim 340 jaar na het ontstaan, nog steeds een handelshuis met de in- en verkoop, opslag en distributie van voedings-ingrediënten als voornaamste activiteit. De gedroogde groenten en specerijen vormen nog de enige link met het verleden; de activiteiten van Van Eeghen zijn in de loop van de eeuwen nogal uiteenlopend geweest. Willem van Eeghen weet gedetailleerd de historie van zijn bedrijf uiteen te zetten. Van de VOC-tijd tot de Franse Revolutie en van Nederlands-Indië tot Tanzania. Met vrijhandel, flexibiliteit en een vooruitziende blik als rode draad, was Van Eeghen onder andere actief in de specerijenhandel met de Baltische staten en Nederlands-Indië, de scheepsbouw, het verhandelen van grond in Noord-Amerika en de bouw van een suikerfabriek in de toenmalige Engelse kolonie Tanganjika (het huidige Tanzania). Willem bracht zijn kindertijd door in het Afrikaanse land en ging er naar een Amerikaanse kostschool. Toen na de onafhankelijkheid van Tanganjika in 1960 alle ondernemingen werden genationaliseerd, vertrok de familie, terug naar Nederland waar onder meer de handel in voedingsmiddelen verder werd opgepakt. Later, toen Willem actief was geworden in het familiebedrijf, werd er ook gewerkt als inkooporganisatie in Afrika, Azië en Latijns-Amerika met de Wereldbank als voornaamste opdrachtgever.
Een heel andere business, merkt Pronk op.
“Dat valt wel mee, we hadden veel ervaring met het werken in moeilijke landen waar onze specerijen en kruiden vandaan komen,” verklaart Henri. Toen er concurrentie kwam uit India, werd de afdeling verkocht aan een Duits bedrijf. Dat ging niet zonder strijd. “Het kostte tijd om in ons familiebedrijf alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Met mijn vader heb ik toen soms wel lastige momenten beleefd,” zegt Willem.
Wanneer hadden jullie het gevoel dat je je eigen stempel kon drukken op Van Eeghen?
Willem: “Toen mijn vader zich helemaal had teruggetrokken, zo’n tien jaar geleden. Ik was iemand in Canada tegengekomen waarin ik vertrouwen had en ben, toen mijn vader het bedrijf had verlaten, daar een divisie gaan opstarten. Eerder was dit nog niet het goede moment en was ik waarschijnlijk op nogal wat weerstand gestuit. We produceren in Canada onder andere kruidenmixen die in grootverpakking worden verkocht aan bijvoorbeeld de vleesindustrie” Henri: “Voor mij is het anders, ik zit hier pas twee jaar en heb altijd het gevoel gehad een rol van betekenis te kunnen spelen. We starten nu, onder mijn leiding, weer een nieuwe divisie: een groothandel in papier. Ik heb lang in de papierindustrie gewerkt en zie veel mogelijkheden. Zo gaan we voor Chinese leveranciers exclusief in een groot deel van Europa papier afzetten. Op een andere manier dan nu door de gevestigde orde gebeurt, met uitgekiende logistieke stromen. Vanuit de voedingspoot heeft Van Eeghen veel ervaring in het transporteren van goederen. Dat is de link met onze andere activiteiten.”
Wat is nu de hoofdmoot van jullie bedrijf?
Willem: “De handel en distributie van voedingsingrediënten, business to business. We verhandelen natuurlijke gedroogde groenten die worden gebruikt in zakjes sauzen en soepen. Daarnaast zijn we ongeveer twaalf jaar geleden begonnen met functionele ingrediënten: poeders met een toegevoegde gezondheidswerking, bijvoorbeeld calciumverrijking of cholesterolverlaging. Dit doen we in allerlei producten, van babyvoeding tot en met producten speciaal voor senioren. Van Eeghen was een van de eerste bedrijven in Nederland die hierin actief was. Nu is dit door de vergrijzing en de aandacht die mensen hebben voor gezondheid heel hot. Soms ontwikkelen we samen met producenten nieuwe of veeleisende producten, maar we hebben in de eerste plaats een distributie- en controlefunctie. Alle checks in laboratoria verzorgen wij. Onze klanten willen hun toeleveranciers zoveel mogelijk beperken in aantal. Wij hebben bijvoorbeeld een klant in Costa Rica die materiaal nodig heeft uit twaalf landen en drie continenten. Wij zorgen dat dat allemaal tegelijk in een container aankomt.” Henri: “Soms besluiten onze klanten zelf de inkoop te gaan doen, vaak lopen ze dan al snel tegen allerlei onvoorziene problemen aan en komen weer terug. Vooral bij de gedroogde groenten en specerijen. We hebben in Nederland niet veel grote concurrenten, alleen in Rotterdam zit nog een bedrijf dat ook actief is in gedroogde groente.”
Wat voor soort mensen werken bij Van Eeghen?
Henri: “Ondernemende mensen met een handelsgeest, de meeste werknemers zijn traders: in- en verkopers. De kick van een marge pakken leeft hier sterk. Daarom raken we af en toe iemand kwijt, die wil het zelf proberen en begint een eigen bedrijf. Onze ideale werknemer is een voedseltechnoloog met commercieel gevoel, erg moeilijk te vinden. En we hebben mensen in dienst die verschillende talen spreken, bijvoorbeeld Chinees en Russisch. Ons personeelsbeleid is sterk gericht op een variabele beloning voor iedereen. We zijn daar erg pragmatisch in, we hebben een paar bedrijfsauto’s die met elkaar worden gedeeld. Verantwoordelijkheidsgevoel en teamspirit zijn sterke waardes.”
Jullie komen niet over als echte handelsmannen, het extraverte en de bravoure is niet zo aanwezig.
Willem: “Een zekere mate van bravoure hebben we wel, maar we zwaaien inderdaad niet met een grote vlag of zeggen nadrukkelijk hoe goed we zijn. Laat het eerst maar eens zien, is onze mentaliteit. Dat zit in onze genen. Net als ondernemingsgeest, nieuwe activiteiten aanslingeren, afnemers goed bedienen en een gerichtheid op continuïteit.”
Qua uiterlijk lijken jullie ook niet op elkaar.
Willem: ‘Qua karakter ook niet. Toen Henri bij het bedrijf kwam, kenden wij elkaar helemaal niet zo goed, vooral omdat wij beiden veel in het buitenland hebben gezeten. Henri: “We hebben bewust een bedrijfspsycholoog met kennis van familiebedrijven ingeschakeld. Ze heeft met ons gezamenlijk gesprekken gevoerd, we wilden weten waar we elkaar complementeren en waar we beiden zwak in zijn. Onze verschillen zorgen dat we elkaar goed aanvullen.”
Hoe zal de rolverdeling in het bedrijf er uit gaan zien?
Willem: “Ik blijf me voorlopig richten op de verdere groei van de functionele ingrediënten en met Henri sparren over nieuwe ontwikkelingen en lopende zaken. Maar ik zal hier zeker na mijn 65e niet meer rondlopen. Niet omdat ik het bedrijf niet leuk vind, maar dan wil ik het stokje echt overgedragen hebben.” Henri: “Willem en ik blijven voorlopig gezamenlijk de directie vormen, dat hij nu een stapje terug doet, is meer een signaal naar de buitenwereld. In de hiërarchie verandert er niets.”
Wie zijn de aandeelhouders van Van Eeghen?
Willem: “We hebben een grootaandeelhouder, een onafhankelijke charitatieve stichting. Die bezit zeventig procent van de aandelen, de rest is verdeeld onder particuliere aandeelhouders. Het is nooit de bedoeling geweest dat de stichting zoveel aandelen zou krijgen, maar lange tijd was het traditie dat verkochte aandelen terugvloeiden naar de stichting.” Henri: “Het commissariaat bestaat uit drie personen die we vier maal per jaar zien. Dit zijn voornamelijk niet-familieleden.”
Hebben jullie kinderen interesse om bij Van Eeghen te werken?
Willem: “Ik sluit zeker niet uit dat ze hier komen werken, ik ben altijd heel open geweest over wat ik hier doe. Ze tonen hun belangstelling voor het familiebedrijf, maar ik vind dat ze in ieder geval de eerste vijf jaar van hun werkende leven ergens anders ervaring moeten opdoen. Mijn oudste zoon werkt nu bij een bank in Londen. Het risico bestaat dat ze door die andere ervaringen hun interesse in ons bedrijf verliezen, maar dat is dan maar zo.” Henri: “We hebben dit jaar voor het eerst een informatiebijeenkomst georganiseerd voor familieleden. Er kwamen ongeveer zestig mensen naar de Herengracht. Wij hebben aangegeven dat zij aandelen kunnen kopen en hopen zo ook de interesse van jonge mensen te wekken. Want behalve onze kinderen, zouden we het ook erg leuk vinden als neven en nichten actief worden in het bedrijf.”