Ondernemen in de achtbaan
30-06-2006 | Interviewer: Cees Pronk | Auteur: Carien van Dijk | Beeld: Fred Libochant
Roderick van Zuylen van Nijevelt heeft heftig getwijfeld toen vader Hugo hem eind jaren negentig vroeg om in de zaak te komen. Het was de angst om voorgoed te worden ingelijfd, dat er geen weg meer terug zou zijn. Bovendien was hij trots op zijn baan als medewerker corporate finance bij MeesPierson, toch een bedrijf met internationale allure. “Ik had het daar goed naar mijn zin, werkte in teamverband tot diep in de avond om belangrijke deals rond te krijgen. Daar kreeg ik een kick van.”Dat zijn twee jaar oudere broer Philip - ook een bankman - het hier naar zijn zin had, gaf uiteindelijk de doorslag. “Ik heb geen moment spijt gehad.”
Misschien is er nu wel een goede bankier aan hem verloren gegaan, oppert interviewer Cees Pronk.
Van Zuylen van Nijevelt: “Je hebt gelijk, maar voor wie werk je dan? Grote beursgenoteerde bedrijven hebben minder binding met hun medewerkers dan familiebedrijven. Als je iets gedaan wilt krijgen, loop je stuk op de hiërarchie en de kantoorpolitieke spelletjes. Daar heb ik geen geduld meer voor. Daarom houden mijn broer en ik onze organisatie bewust zo plat mogelijk. Philip en ik willen nauw betrokken blijven bij alles wat hier gebeurt. We hebben een managementteam, maar onze managers werken wel allemaal mee op de werkvloer.”
In 2000 was het moment aangebroken om Duinrell officieel van vader Hugo over te nemen. Graaf Van Zuylen van Nijevelt werd uitgekocht. “We hebben een lening afgesloten en toen was het park van ons.”
Pronk wil weten waarom de broers niet gewoon de dagelijkse leiding namen over het park. Dat was toch veel voordeliger geweest?
“Het is gewoon goed als zo’n bedrijf ook echt helemaal van jou is. Een vader behandelt zijn zoons toch anders dan gewone werknemers. Hij kan bijvoorbeeld erg boos worden. Je moet uiteindelijk gewoon doen wat hij zegt. Je krijgt op den duur irritaties, ook door het generatieverschil. Vergeet niet dat hij dit bedrijf bijna eigenhandig heeft opgebouwd, zich dertig jaar lang met veel passie met alle ins en outs heeft bemoeid. Daar komt nog bij dat zijn vader een sterke persoonlijkheid is. Neem de groenvoorzieningen, zijn huidige werkterrein. Voor elke afgezaagde boom, zou hij er het liefst twee in de plaats zien. Of ik in zijn schaduw sta? Intern niet, maar buiten het bedrijf zeker. Mijn vader is een fantastische netwerker en daar hebben we nog steeds veel profijt van. Hij is namelijk commissaris en doet daarnaast het bestemmingsplan van Duinrell.”
Rondje luchtfietsen
De locatie van het interview is een kantoorgebouwtje naast de slagbomen van het vakantie- annex attractiepark, sinds jaar en dag het werkdomein van de familie Van Zuylen van Nijevelt. Het is vakantie én stralend weer. Een perfecte combinatie die garant staat voor topdrukte in de Nederlandse attractiebusiness. De parking van Duinrell is afgeladen met auto’s en bussen. De stemming zit er in. Een groep pubers loopt lachend en duwend richting het Tikibad. Kleuters wachten aan de hand van hun ouders op een rondje luchtfietsen op de monorail in het kikkerpark. In het antiek ingerichte kantoortje hangen eeuwenoude familieportretten.
Philip - als mededirecteur verantwoordelijk voor de operationele kant van het park - is net een week met vakantie. Hij had ons precies kunnen vertellen wie het zijn en wanneer ze hebben geleefd. Roderick heeft geen idee. “Mijn vader spreekt er schande van. Ik ben dan ook de minst adellijke van de familie. Nee, die titel met toebehoren zegt me niet veel. Mijn broer heeft baron op zijn visitekaartje laten drukken. Ikzelf bewust niet. Het gaat toch om wie je bent? Voor mijn doctorandustitel heb ik tenminste zelf gewerkt. Of ik wel eens profijt van mijn adellijke titel heb gehad? Nee, daar heb ik eigenlijk nooit iets van gemerkt. Ik werd er op school af en toe zelfs mee gepest.”
Het 110 hectare metende landgoed Duinrell kwam in de familie toen begin twintigste eeuw de zoon van de Wassenaarse burgemeester Van Zuylen van Nijevelt in het huwelijk trad met baronesse Van Pallandt. De Van Pallandts hadden het landgoed al eeuwen via overerving in hun bezit. Door toedoen van de oude graaf - een echte autoliefhebber - veranderde het landgoed van tijd tot tijd in een motorcrossbaan. Ook liet hij de eerste Nederlandse kunstskibaan met dennennaalden aanleggen die later is veranderd in een borstelbaan en onlangs is gesloten.
Van Zuylen van Nijevelt: “Om de baan rendabel te houden, hadden we een overkapping nodig, maar dat vinden we geen gezicht. We doen niet alles voor commercieel gewin.” Het was geen idealisme, maar ondernemerszin wat de oude graaf dreef. “Een toegankelijk landgoed bespaarde hem een vermogen aan belastingen. Voor ons is dat nog steeds een reden om het landgoed open te stellen.” De oude graaf werd in 1940 op het landgoed doodgeschoten. “Mijn grootmoeder bleef achter met drie jonge kinderen onder wie mijn vader Hugo. Kasteel Duinrell veranderde door toedoen van de Duitse SS in een bouwval. In 1981 is het door geldgebrek afgebroken.” Na de oorlog had mijn oma niet de moed en de energie om het landgoed in oude glorie te herstellen. Toen mijn grootmoeder het landgoed in 1962 wilde verkopen, greep mijn vader in. Die werkte op dat moment voor de Deli maatschappij in Singapore. Hij wilde per se dat het landgoed in de familie bleef. Hij kwam terug om zijn eigen erfdeel op te nemen en zijn zussen uit te kopen en het landgoed te exploiteren.” Dat begon allemaal heel bescheiden als wandel en kampeergebied met een glijbaan en een schommel. In de loop der jaren heeft Duinrell zich ontwikkeld tot een vakantie- annex attractiepark waaronder een camping, honderden duingalows’, zwemparadijs Tikibad en een attractiepark met water als hoofdthema.
“Het Tikibad was ons eerste grote succes. In 1984 was dit het grootste indoorbad ter wereld. Mijn vader heeft de totale jaaromzet geïnvesteerd om het te kunnen bekostigen. Nee, ik denk niet dat ik dat had gedurfd.” Het Tikibad groeide uit tot een ‘waanzinnige hit’ die het hele jaar door kon worden gebruikt. “Om mensen een volwaardig dagje uit te kunnen bieden, moest er nog wat bij.” Zo is Duinrell ontstaan en geleidelijk uitgeroeid tot wat het nu is met ruim zeshonderd medewerkers op de payroll. Nooit Pasen Roderick is samen met zijn broer en zus min of meer in het park opgegroeid. Toen hij een jaar of vier was, kreeg hij zijn eerste baantje als papierprikker. “Als gezin hebben we eigenlijk nooit Pasen gevierd. Het was even snel ontbijten met z’n allen en daarna hup weer aan het werk.“ Als jongens vonden ze het prachtig om met vader op de tractor door het bos te rijden en bomen om te zagen. “Aan het eind van zo’n werkdag zagen we er uit als beesten. Op een dag raakten we aan de praat met een wandelaar die het zo jammer vond dat hij de graaf en zijn zoons nog nooit tegen was gekomen. Toen mijn vader ons daarop voorstelde, was die man met stomheid geslagen bij de aanblik omdat de graaf en zijn zoons er zo ontzettend smerig uit zagen.” De kinderen hadden ook een belangrijke stem in het uitzoeken van de attracties. “In onze gezinnen gaat het nu net zo. Wij nemen onze kinderen altijd mee naar pretparken, en dan roepen ze wat ze leuk vinden.”
De echtgenotes van de broers werken niet mee in het bedrijf. Een bewuste keus. “Als de vrouw van Philip iets doet wat ik niet wil, moet ik haar daarop aanspreken. De kans dat dit verkeerd uitpakt, is altijd aanwezig. Voor je het weet heb ik dan onenigheid met Philip en dat moet je niet hebben. Hij is nu mijn beste maat, we vullen elkaar perfect aan en gunnen elkaar veel. Mijn broer gaat over de operationele kant waaronder ook de medewerkers. Zo hebben we een eigen ontwerp afdeling om het park thematisch aan te kleden. Wat mijn broer doet, is zo veelomvattend, dat zou ik zelf nooit kunnen.”
Goed gevoel
De attractiebusiness is een zeer kapitaal- en arbeidsintensieve markt. De aanschaf van een nieuwe attractie loopt al gauw in de miljoenen. De verwende consument heeft alles al gezien en gedaan. Sinds de komst van Disneyland Parijs, moet de branche er extra hard aan trekken om rendabel te blijven. “De mensen zijn inderdaad meer verwend - ik zeg altijd gewender - geworden. Je moet steeds weer met iets nieuws komen om mee te blijven doen. Er is zoveel concurrentie, ook van gratis evenementen.” In de top20 toeristische attracties waaronder dierentuinen, musea en attractieparken, bezet Duinrell de achtste plaats, na onder meer de Efteling en Attractiepark Slagharen. In 2004 trok Duinrell 1.310.000 bezoekers, ruim honderdduizend meer dan het jaar daarvoor, blijkt uit cijfers van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen. In 2005 waren dat er 1.349.000. De cijfers van het aantal bezoekers volgen wij wekelijks om onze marketingacties op af te stemmen. Mijn vader keek soms elk uur hoeveel mensen er binnen waren, maar dat heeft wat mij betreft geen enkele zin.
Of we wel eens verlies hebben gedraaid?
Zeker wel, ik weet alleen niet precies wanneer.” Wat is cruciaal om in deze business overeind te blijven? “Je hebt enthousiaste medewerkers nodig die in staat zijn je gasten een goed gevoel te geven in combinatie met een goede mix van ondersteunende attracties en publiekstrekkers. Wij onderscheiden ons ook met de mogelijkheid om in Duingalows te overnachten in combinatie met de aanwezigheid van het strand. Deze omgeving heeft zoveel moois te bieden; de bollen en steden als Den Haag en Scheveningen om de hoek.” De moeilijkheid is dat je tegenwoordig overal dezelfde attracties aantreft, zoals de achtbaan. “In die zin had mijn vader het een stuk gemakkelijker dan wij. Toen hij begon, was het woord recreatie nog niet eens uitgevonden. Je kunt nu wel onderscheidend zijn door een andere beleving aan de attracties te geven. Zo is de achtbaan van de Efteling anders dan die van ons.” Volgend jaar krijgt Duinrell een attractie die uniek is in Nederland. “Die hebben we ontdekt op de grote attractiebeurs in de VS waar werkelijk alles op het gebied van attractieparken samenkomt. Natuurlijk zeg ik nog niet wat dat is. Ook willen we ons meer gaan profileren op de congres- en vergadermarkt. Bedrijven huren vaak de hele Efteling af voor een bedrijfsfeest. Wij zijn dan wel wat kleiner, maar ook hier is in principe alles mogelijk. Daar gaan we ons de komende tijd wat meer op focussen.”