Hans Breukhoven: “Muziek alleen is niet meer genoeg”

Hans Breukhoven: “Muziek alleen is niet meer genoeg”
Hij haalde Free Record Shop van de beurs omdat hij genoeg had van alle bemoeienis. Nu Hans Breukhoven zijn bedrijf echter weer zelf in handen heeft, is de winst flink gedaald.

Dat het fantastisch gaat nadat hij zijn Free Record Shop op Richard Branson-achtige wijze van de beurs afhaalde, kan oprichter Hans Breukhoven niet zeggen. De muziekbranche zit in het slop, de economie werkt tegen en er moet flink geïnvesteerd worden in achterstallig onderhoud. Allemaal redenen waarvan Breukhoven al blij zegt te zijn als de winst dit jaar uitkomt op vier miljoen. Vorig jaar was die zes miljoen.

De tien procent groei per jaar die Breukhoven nastreeft, zit er dus niet in. In het jaar dat hij zijn bedrijf van de beurs haalde, was de winst nog twaalf miljoen. Maar, zo legt hij uit, het bedrijf en de omzet groeien wel. “Midden 2001 zaten we - Free Record Shop, Bravo, Fame en Van Leest - op zo’n driehonderd winkels en nu op zo’n bijna vierhonderd in Nederland, België, Noorwegen en Finland. De organisatie zit verder echt beter in elkaar. We zitten nu in een langzaam reorganisatieproces waarmee we een bodem aan het neerleggen zijn voor de komende tien jaar. Onze winkels zijn nu al heel anders dan een jaar geleden. Kom je volgend jaar, dan zijn ze weer totaal anders. Muziek is nu nog zo’n dertig procent van het aanbod in onze winkels. Bij Van Leest ietsje meer, want dat is een echte muziekwinkel. De muziekbranche heeft met het illegaal downloaden een enorme dreun gehad en dat merk je. Al zie je nu ook weer dat dit downloaden niet meer stoer is. Dat is wel weer gunstig. Feit blijft dat dvd’s en boeken een steeds prominentere plek hebben ingenomen. De dvd-markt zal in de komende jaren weer wat afnemen, maar de boekenverkoop zal zeker verder groeien. Daarnaast leggen we ons meer toe op gadgets, die zorgen voor een gezonde omzetgroei. Ticketing van voetbalkaarten en muziektoegangsbewijzen pakken we ook weer meer op en zelfs verkopen we in enkele winkels sigaretten. We zijn bezig met de creatie van de ‘place-to-be’ mentaliteit.”

Teruggang

“Ik zou alles kunnen verkopen in mijn winkels want ik ben en blijf in principe gewoon winkelier. Maar het moet voor mij wel iets met beleving te maken hebben. We zijn dus continu bezig het bedrijf beter en fijner te maken dan de winkels van de concurrent. De verschuivingen in de markt gaan hard. Daar moet je op blijven inspelen. De teruggang van de muziekhandel is bijvoorbeeld veel sneller gegaan dan zelfs ik had gedacht. Nu heb ik gelukkig het voordeel dat mijn concurrenten het in die markt allemaal nog slechter doen. Wie gaat er bijvoorbeeld speciaal naar V&D voor een cd? Een andere belangrijke oorzaak waardoor de winst daalt zijn de inhaalinvesteringen die we nu doen. Door de beursnotering hebben we een aantal grote investeringen gewoonweg niet gedaan omdat deze een te grote invloed zouden hebben op de cijfers en dus op het resultaat van onze aandeelhouders. Nu zijn we langzaam zo’n 14 miljoen achterstallig onderhoud aan het inhalen. Dit zit in de automatisering, in het distributiecentrum, maar ook in het winkelinterieur. Er is nu geen haan die er naar kraait als ik dat doe van mijn eigen geld en ik zit nu eenmaal niet te springen om mijn dividend, mijn flesje wijn heb ik toch wel. Dus door van de beurs af te gaan, kan het bedrijf weer een stap naar voren maken. Had ik dit allemaal gedaan tijdens de beursnotering, dan waren er een heleboel mensen niet blij met mij geweest. Maar ook dat ik nu gewoon zit te vertellen dat het wat resultaten betreft stukken moeilijker gaat en dat we er veel harder voor moeten werken dan anders, is tijdens een notering ondenkbaar. Als ik zo open tijdens de beursperiode was geweest, had ik gigantische problemen gekregen. Ik zat dan ook altijd op het puntje van mijn stoel en maar denken: ‘dit mag ik niet zeggen, daar moet ik over zwijgen’. Zo ben ik niet. Ik ben een flapuit. Dus ook wat dat betreft voelt dit beursloze leven als een bevrijding.”

Jaloers oog

Veel ondernemers zullen met een schuin en jaloers oog naar van Breukhoven hebben gekeken tijdens de ‘delisting’ van zijn organisatie. Steeds vaker morren kleine en middelgrote beursgenoteerde bedrijven. Hardop vragen zij zich af wat de beursnotering nu eigenlijk toevoegt aan hun bestaan. Breukhoven weet er alles van. Ook hij deed dat en kwam tot de conclusie dat het te weinig was om de beursnotering aan te houden. Breukhoven, moe van het vechten tegen de bierkaai, besloot daarom zijn bedrijf eigenhandig van de aandeelhouders terug te kopen. Een actie die maar voor weinig ondernemers, gekweld door dezelfde vraag, is weggelegd. “Ik heb dertien jaar op de beurs gestaan. In het begin was dat absoluut noodzakelijk, het is waarschijnlijk de redding van mijn bedrijf geweest. Ik had een solvabiliteit van nog geen twaalf procent, ik kreeg nergens geld meer. Ik had in die tijd nog een paar mogelijkheden: of een venture capitalist in de arm nemen of in zee gaan met enkele goede relaties met centen of naar de beurs. Ik heb uiteindelijk voor de beurs gekozen. Als ik had gekozen voor enkele goede relaties met centen, had ik een paar andere ondernemers die zich natuurlijk met bedrijf waren gaan bemoeien, binnen de muren gehaald. De venture capitalists wilden allemaal wel, maar zeiden zonder uitzondering: oké, maar dan gaan we over drie jaar naar de beurs. Ik kwam dus tot de conclusie dat ik dan net zo goed zelf naar de beurs kon gaan. Het werd een prachtige exercitie. Ik heb in die tijd veel geleerd. Het bedrijf werd beter gestroomlijnd, waardoor Free Record Shop een heel andere onderneming werd; het werd serieuzer en ook serieuzer genomen door de buitenwereld. Kortom, we hebben een heleboel voordelen gehad van de beursnotering!”

Kabouterbeurs

Buiten de voordelen van de beursgang werd het tevens een gevecht om aandacht van analisten en beleggers. In eerste instantie werd die gestreden op de verguisde Parallelmarkt, de beurs voor de kleine aanstormende bedrijfjes. Analisten volgden de bedrijven op deze kabouterbeurs gewoon niet. Jaren van strijd om de parallelgenoteerde bedrijven over te hevelen naar de grotere markt, zonder dat dit te veel geld zou gaan kosten, volgden. Deze strijd van een groepje CEO’s, waaronder Breukhoven en Abel Slippens van Sligro, resulteerde er tenslotte in dat de Parallelmarkt werd opgeheven en Free Record Shop een plaats kreeg komt tussen de middelgrote beursfondsen. Maar ook daar werd Breukhoven door de bankiers met een kluitje in het riet gestuurd. Terwijl hij naar eigen zeggen trouw zijn tijdrovende en dure resultaatverslagen en presentaties verzorgde voor beleggers en investeerders, was er altijd wel een reden voor analisten om Free Record Shop niet te volgen. Was het bijvoorbeeld eerst de certificering van de aandelen, nadat Breukhoven deze beschermingsconstructie ophief, was het opeens de kleine liquiditeit van het aandeel. Breukhoven: “In een laatste poging om het aandeel in de vaart der volkeren mee te krijgen, heb ik toen voor het eerst sinds de beursgang echt de kapitaalmarkt gebruikt door een deel van mijn eigen aandelen naar de markt te brengen. Dit was in 1999, maar ook nadat ik eigenlijk gedwongen de liquiditeit van het aandeel verruimd had, bleef ik tegen muren aanlopen en bleef de beurskoers van Free Record Shop naar mijn mening onder de maat.”

Negatieve invloed

De beursnotering werd meer dan een last en werkte volgens Breukhoven zelfs negatief voor het imago. Alle negatieve zaken in de muziekbranche kregen volgens hem een onterechte negatieve invloed op de koers, terwijl Free Record Shop naar zijn zeggen beter presteerde dan de branche. “De frustratie groeide, maar ik hield op een rare manier krampachtig vast aan de beursnotering,” aldus Breukhoven. De omslag kwam nadat een Amerikaanse investeerder tegen mij zei: ‘Mister Brojkhojven, why don’t you put your money where your mouth is.’ Een vraag die in het Nederlands al duizend keer was gesteld, dus het is een beetje gek dat ik daar een Amerikaanse investeerder voor nodig heb, maar toen was er die klik. Ik dacht: ik kap er mee, het is over.”

Bloedzuigers tijdens delisting

Thuis werd het nieuws niet enthousiast ontvangen. Terwijl iedereen van vijftigplus denkt aan het verkopen van zijn bedrijf, dacht Breukhoven aan terugkopen, weer schuld nemen. De vraag thuis was dan ook of hij wel goed bij zijn hoofd was. Terugkijkend op de delisting-periode zet Breukhoven echter ook wel kanttekeningen bij bepaalde facetten. Breukhoven: “Ik ben misschien wat te snel geweest. Als ik iets in mijn hoofd heb, moet ik ook handelen. En bij het terugkopen van het bedrijf was het niet anders. Als ik echter een halfjaar had gewacht, had ik de aandelen vele malen goedkoper kunnen terugkopen. Juist door mijn snelheid van handelen kocht ik de aandelen toen de beurs nog enigszins redelijk stond. Een halfjaar later begon de beurs snel af te glijden en doordat onze branche, de retail, behoorlijk in de problemen kwam, zou het aandeel verder gedaald zijn.” Veel kwalijker zijn de, zoals hij dat noemt, ‘bloedzuigers’ die je opeens weten te vinden tijdens een delisting. Het is één van de belangrijkste en tevens duurste lessen die hij leerde na het verlaten van de beurs. Door de procedureregels, moest Breukhoven uit de directie stappen van Free Record Shop en moest het bestuur het bedrijf aan Breukhoven verkopen. Breukhoven: “Een situatie die allerhande adviseurs en juristen aantrok. Ik was verplicht een advocaat en een accountant te nemen en de directie ook. Wij waren er eigenlijk wel uit, maar die advocaten en accountants begonnen natuurlijk vlijtig tegen elkaar in te gaan om uren te maken.

Bloedzuiger

Het hoort erbij, maar het moet niet te gek worden. Ik loop nu al 35 jaar mee in mijn business, maar of het nu door de delisting komt of niet de laatste jaren is het aantal adviseurs dat bij ons aanklopt immens gegroeid. Het begint in de meeste gevallen onschuldig. Iemand van ons logistieke centrum met een probleem heeft iemand aan de lijn die joviaal zegt: ‘Ach ik kom wel even langs, ik help je er wel even mee’. Voordat de manager in kwestie, die helemaal geen verkeerde vent is, het goed en wel door heeft, is de kundige ‘bloedzuiger’ een constructie aan het bouwen waarmee hij of zij zich heel vakkundig innestelt in je bedrijf. Ze komen bij je om een probleem op te lossen, maar creëren er gelijk drie bij. Anders hebben ze geen werk meer. Ik heb dat na de delisting enkele maanden aangekeken en toen heb ik geroepen: ‘Nu is het afgelopen, volgende week slaag je, punt’. Het feit is dat het onopvallend begint. Ze starten met rekeningen van 1.500 euro per maand, maar na verloop van tijd groeien die naar 1.700, 2.200, 2.600 euro en hoger. Ze beginnen klein, dan mag de manager zelf tekenen, en dat weten deze adviseurs. Voor het helpen opzetten van het plan en het maken van de contracten voor twee franchisewinkeltjes probeert een adviseur op het gebied van franchise nu zelfs 180 duizend euro te berekenen. Toen ik dat diefstal noemde, kreeg ik te horen dat een manager van mijn bedrijf dit had geaccordeerd, en dat er van diefstal dus geen sprake kon zijn. Ik merkte op: ‘Als ik de deur van mijn auto open laat staan en u haalt mijn laptop eruit, ben ik natuurlijk ontzettend dom, maar u bent nog altijd een dief’. Dit probleem met adviseurs is de laatste jaren veel erger geworden. Als het bij mij gebeurt, dan gebeurt dit ook bij andere ondernemers. Met de meeste advocaten en accountants is het van hetzelfde laken een pak; voor de simpelste dealtjes krijg je zeven velletjes met dingen die anders moeten, en hebben ze zes weken gepuzzeld om de punten en de komma’s op de juiste plaats te krijgen. Het is dus niet vreemd als ik zeg dat ik de laatste jaren een hekel heb gekregen aan dit soort urenschrijvers.”

Ergernis

Breukhoven heeft een hekel aan heel veel meer dan alleen deze urenschrijvers. Tijdens de beursnotering ergerde hij zich mateloos aan de banken, die in principe zijn notering tot een flop of een succes konden maken. Terwijl de laatste vijf jaar op de beurs de omzet van Free Record Shop gemiddeld zo’n vijftien procent steeg en de nettowinst met bijna tien procent, lieten bankiers, analisten en de beurskoers het echter afweten. Alleen de gekte van de internethype zorgde er even voor dat een piek van zestig euro werd neergezet. Dit werd ingegeven doordat Free Record Shop een ongeveer vijfprocentsaandeel in de internetaanbieder Zonnet had. Een totaal irreële beweegreden volgens Breukhoven, maar indertijd gaf hij wel aan dat Free Record Shop eindelijk op het niveau stond waar het aandeel hoorde te staan. Na de internethype knalde de koers echter weer naar beneden en kocht Breukhoven de aandelen tenslotte voor 14,75 euro terug. Op de vraag of hij zijn bedrijf niet had moeten verkopen voor 60 euro per aandeel in de tijd dat dit kon, antwoordt Breukhoven meewarig glimlachend: “Veel mensen hebben mij in die tijd aangeraden een flink deel van het bedrijf te verkopen en dat had mij zeker een hoop geld opgeleverd. Maar dan, ben ik dan een gelukkiger mens? Ik eet alle biefstukken die ik wil eten en mijn nageslacht zal het ook niet rot hebben. Ergens houdt voor mij het verhaal om maar vermogen te blijven creëren op.” Volgens de Quote500 van 2004 heeft Breukhoven een vermogen van 69 miljoen euro. Zelf wil hij daar niets over kwijt. “Het klinkt misschien raar en het is makkelijk kletsen als je al genoeg geld op je bankrekening hebt, maar het gaat mij om het ondernemen. Waarom zou ik verkopen? Ik heb ontzettend veel mazzel gehad en heb beslissingen op het juiste ogenblik genomen. Ik heb mijn kunstje gedaan en dat is goed gegaan. Maar ik ben geen heel bijzonder mens en als ik indertijd iets anders had geprobeerd, was het misschien faliekant mislukt. Ook als ik tijdens de internethype had verkocht en iets anders was begonnen - want ik wil blijven ondernemen - wie had mij dan gezegd dat dit was gelukt. Niet alles wat ik aanraak, verandert in goud.”

facebook