Haarlemmerolie houdt ermee op
23-07-2009 | Interviewer: Cees Pronk | Auteur: Miloe van Beek | Beeld: Ton Zonneveld
Strijd in de familie is tekenend voor de geschiedenis van het product, iets wat hij zijn kinderen niet aan wil doen. "Ze kunnen het goed met elkaar vinden en ik wil dat dat zo blijft. Ik ben moe van alle familieruzies. Daarom zal de volgende eigenaar niet door erving, maar verwerving aan het roer komen. Haarlemmerolie staat te koop en wie het wil hebben, mag zich melden. Alleen zo komen we van ons karma af," zegt hij uitkijkend over de weilanden.
Zijn landelijk gelegen huis betrok hij elf jaar geleden toen de panden aan de Anthoniestraat in Haarlem - waar de olie honderden jaren werd gestookt - verkocht moesten worden. Na het overlijden van zijn moeder eisten zijn zussen ieder een derde van het bedrijf op. "Om dat financieel te kunnen regelen, heb ik de bedrijfspanden in Haarlem moeten verkopen." Zijn laatste daad was het maken van een enorme voorraad olie zodat hij de komende jaren genoeg had. De ketel zette hij veilig in een opslag. "Het proces kan dus zo weer worden hervat, mocht dat nodig zijn."
Alchemist
Van Haarlemmerolie, te koop bij vrijwel alle drogisten en apotheken, worden jaarlijks wereldwijd tienduizenden flesjes en honderdduizenden capsules verkocht. Jarenlang was het in de meeste medicijnkasjes te vinden en werd het gebruikt tegen allerlei kwalen. "Vaak hielp het, maar soms werden mensen om andere redenen beter. Daardoor ging het verhaal dat Haarlemmerolie overal tegen gebruikt kon worden en werd het verward met wonderolie, een heel ander middel."
Deze verwarring is de basis voor allerlei spreekwoorden waar Haarlemmerolie in voorkomt: het wordt daarin gebruikt als synoniem voor een wondermiddel waardoor alles beter gaat. In 1696 werd de olie uitgevonden door Claes Tilly, een schoolmeester in leiden die waarschijnlijk Grieks en Latijn begreep. In boeken las hij over een natuurhars die wordt gewonnen uit dennenbomen en een heilzame werking zou hebben op onder andere nier- en blaasstenen.
"Ik ben moe van alle familieruzies. De volgende eigenaar komt niet door erving, maar verwerving aan het roer"
Het was net na de Tachtigjarige Oorlog en de geneeskunde stond op een laag niveau: aan een longontsteking ging men dood en het wegsnijden van blaasstenen was een bezienswaardigheid op de kermis. Dit ging Tilly aan het hart en hij zocht naar een manier om mensen met deze klachten op een iets vriendelijker manier te genezen. "Als alchemist was hij altijd al in de weer met flesjes en potjes, en zo ging hij experimenteren met natuurhars. Hij ontdekte dat door het te verbinden met zwavel er een stabiel product ontstond met een sterke werking."
De reguliere geneeskunde keek met scheve ogen en zag hem als een buitenbeentje. "Maar toen hij een paar mensen genas met Haarlemmerolie en de burgemeester overtuigde van de werking, kreeg hij in 1734 toestemming om de olie te verkopen aan particulieren." Daarna namen walvisvaarders, missionarissen en kooplieden het mee op reis. Er zijn verhalen bekend van indianenhutjes in de Amazone waar men een luipaardvel en een fles Haarlemmerolie aantrof.
Ook zijn er lege flesjes gevonden op Nova Zembla. Het zorgde voor een wereldwijde bekendheid van de stad Haarlem. Tilly bleef zijn leven lang bezig met Haarlemmerolie dat hij bereidde in een op turf gestookte ketel. "Dat maakte het moeilijk om de juiste temperatuur te bepalen. Als het product te sterk wordt verhit, bestaat er ontploffingsgevaar, iets wat hem af en toe gebeurde."
Kwakzalverij
Na zijn overlijden in 1734, droeg Claes Tilly Haarlemmerolie over op zijn schoonzoon Nicolaas De Koning, waardoor de bedrijfsnaam veranderde in C. de Koning Tilly. Tot ongeveer 1880 leidde de familie De Koning het bedrijf. Jan de Koning - de zevende generatie - bleef kinderloos waardoor Haarlemmerolie naar zijn zus Catherine de Koning ging. Zij trouwde met Willem lodewijk van Dobben. Eén van de zeven kinderen die zij kregen, was de grootvader van Rudy van Dobben: Eduard lodewijk Willem van Dobben. Hij nam Haarlemmerolie in 1880 over. "Mijn opa was de meest commerciële van ons, maakte bijvoorbeeld potloden, prentenboeken en puzzels om Haarlemmerolie te promoten. Ook bedacht hij de capsules. Haarlemmerolie smaakt en ruikt niet lekker, die nadelen neem je weg door er capsules van te maken."
Een keer per jaar maakte zijn opa een grote hoeveelheid Haarlemmerolie, herinnert Van Dobben zich. "Dan was de buurt in rep en roer. Vooral omdat het een nogal uhm, aanzienlijke geur veroorzaakte." Ook in die tijd moest Haarlammerolie vechten tegen de gevestigde apothekers en artsen. Van Dobben kan de woorden waarmee zijn product toentertijd werd omschreven nog steeds maar moeilijk uitspreken." Ze beschuldigden ons van kwakzalverij. Vreselijk. Wie tegen de dokter zei Haarlemmerolie te hebben gebruikt, kon direct naar huis gaan. Je werd niet meer behandeld. Nu vinden artsen het juist interessant, als het je helpt mag je het van hen rustig blijven gebruiken."
Behalve beschuldigingen van kwakzalverij, werd de familie ook achtervolgd door namaak. "Al in 1700 werd geprobeerd Haarlemmerolie te kopiëren. Mijn grootvader had daarom het briljante idee een vals recept de wereld in te sturen. Hij vertelde dat er lijnolie in zat. Alle namakers gebruikten dat met als resultaat een kleverige substantie. Zo konden we namaak van echt onderscheiden." Het recept van Haarlemmerolie is nog steeds geheim. "Ik heb het van mijn vader gekregen, hij heeft het weer van mijn overgrootvader. Het is al elf generaties hetzelfde."
Daarom heeft de familie nooit een patent aangevraagd: dat vervalt na maximaal vijftien jaar waarna de receptuur openbaar wordt. Wel is het merk Haarlemmerolie wettig gedeponeerd, de naam Tilly, de handtekening of het woord Haarlemmerolie mogen alleen door Van Dobben worden gebruikt.
Behalve tegen namaak en de reguliere geneeskunde, moest de familie ook vechten tegen concurrentie. Begin 1900 werd Haarlemmerolie uit het medicijnkastje verstoten door een ‘wit pilletje', zoals Van Dobben het omschrijft. "Ik kan de naam nog steeds niet uitspreken, laat staan dat ik het ooit zal gebruiken. Niemand in de familie heeft het overigens ooit genomen, mijn grootvader verbood het."
Van Dobben doelt op Aspirine, gemaakt door het Duitse chemieconcern Bayer. "Aspirine nam de pijn weg, maar verdreefde kwaal niet, terwijl Haarlemmerolie geneest." Maar acute pijnbestrijding bleek aan te slaan en het volksmiddel Haarlemmerolie werd steeds minder genomen. Het lukte de familie maar net het hoofd boven water te houden.
Van Dobbens vader had het bedrijf in 1936 overgenomen maar moest in het kader van de nieuwe geneesmiddelenwetgeving het genezende vermogen van de olie bewijzen. "Alle producten die bekend waren als geneesmiddelen of door de overheid als zodanig waren aangewezen, moesten een dossier aanleveren met alle informatie over het product. Wij hadden wel een gebruiksaanwijzing met alle kwalen waar Haarlemmerolie tegen kon werken, maar we moesten meer stukken overleggen. Ze wilden verklaringen van universiteiten en klinieken waardoor de werking van Haarlemmerolie universitair bewezen kon worden."
"We konden Hofleverancier genoemd worden, maar dat vond ik niet gewichtig genoeg"
Het middel dat toen al ruim 250 jaar bestond zou niet alleen haar status van geneesmiddel verliezen. Het mocht ook niet meer verkocht en geproduceerd worden, hoorde de familie via via. De stress die dat opleverde, kostte Van Dobbens vader zijn leven. "Hij kwam 's avonds thuis, ging in zijn stoel zitten en overleed ter plekke aan een hartaanval. Hij was pas vijftig jaar."
Rudy van Dobben voelde zich op zijn 24e verplicht om de zaak van zijn vader over te nemen. "Ik wilde eigenlijk verkeersvlieger worden, maar in de jaren zestig nam de KLM geen vliegers meer aan. Ik ben eerst in dienst gegaan en werkte net vrijwillig bij mijn vader in de zaak." Zijn zussen waren nog jong, zijn moeder wilde niets van Haarlemmerolie weten. Van Dobben had geen keus, vond hij zelf, ook al had zijn vader niets geregeld voor de bedrijfsoverdracht.
"Toch ging ik met plezier aan de slag. Anders dan mijn vader had ik de tijd mee: in de jaren zestig was alles uit grootmoeders tijd populair. Toen mijn vader de zaak overnam, was het andersom. Net na de Tweede Wereldoorlog stond alles in het teken van wederopbouw en vernieuwing. Mensen hadden geen zin in nostalgische producten. Haarlemmerolie werd in die tijd vooral gebruikt om bij kinderen de weerstand te verhogen, vaak kregen ze het samen met een lepeltje levertraan. Alleen was het middel vrij duur, het kostte ongeveer een gulden. Dat kon niet iedereen zich permitteren."
Ouder dan de monarchie
Van Dobbens eerste daad was het moderniseren van het productieproces van Haarlemmerolie. Daarvoor riep hij de hulp in van een farmaceutische technicus. "Het is zeer ingewikkeld om Haarlemmerolie te maken. Ik heb gezorgd voor een precieze samenstelling en bepaald op welke temperatuur het middel beste kon worden verhit. Daardoor is het een stabiel product geworden met een onbeperkte houdbaarheid."
Tegelijkertijd ging hij in beroep tegen de tegen de beslissing om Haarlemmerolie niet langer als geneesmiddel te erkennen. Na twintig jaar procederen mocht hij uiteindelijk - het was toen eind jaren tachtig - voor de Raad van State een pleidooi houden. "Het was een kantelpunt, ik stond voor de keuze om te stoppen of om door te gaan. Ik heb daar verteld over de geschiedenis van het bedrijf, de eeuwenlange ervaring en dat ernooit dodelijk gevallen zijn geweest. Haarlemmerolie had haar nut bewezen doordat zoveel mensen het al jaren gebruikten zonder dat er ooit reclame voor was gemaakt."
Zijn vurige pleidooi werkte. Van Dobben kreeg toestemming van Hare Majesteit om Haarlemmerolie te blijven maken. Voorwaarde was alleen dat niet op de bijsluiter zou staan dat het bijvoorbeeld nierstenen kan genezen. "Maar het was niet verboden om te vermelden tegen welke kwalen het middel in het verleden succesvol was gebruikt."
Het predikaat Koninklijk, door veel familiebedrijven gewild, heeft Van Dobben nooit geprobeerd te krijgen. "Daarvoor moet je aan zoveel voorwaarden voldoen. De monarchie is bovendien jonger dan Haarlemmerolie, dus ik vind het een beetje gek om dat aan hen te vragen. Ze zouden het eigenlijk moeten aanbieden. In 1996 bestonden we 300 jaar, toen was de verwachting dat we daar iets over zouden horen, maar dat is niet gebeurd. Wel konden we Hofleverancier genoemd worden, maar dat vond ik niet gewichtig genoeg."
Idealisten
Van Dobben en zijn familie hebben altijd kunnen leven van Haarlemmerolie, maar een vetpot is het nooit geweest. "Dat was het voor niemand in de familie. Wij zijn geen van allen echte zakenmannen. Eerder idealisten die geen geld willen verdienen aan andermans kwalen." Zelf houdt hij helemaal niet van commercie. "Ook niet van het snelle geld trouwens. Mijn vrouw en ik zijn heel tevreden mensen die weinig nodig hebben."
Dat anderen in de toekomst misschien wel geld gaan verdienen met Haarlemmerolie, vindt hij niet erg. Alleen zal hij het niet aan de eerste de beste verkopen. Zo is de groothandel die de distributie van Haarlemmerolie verzorgd geïnteresseerd in een overname, maar die krijgt het niet. "Ik zoek een toegewijde koper met dezelfde liefde voor het product als wij."
Ook een Haarlems ziekenhuis toonde interesse, maar zij kunnen niet rekenen op de sympathie van Van Dobben. "Ziekenhuizen en apothekers zijn altijd tegen ons geweest. Haarlemmerolie aan hen verkopen zou hypocriet zijn. Ik wil dat het product dezelfde nostalgische reputatie houdt, het gevoel van historie moet in ere
worden gehouden. Dat is de kracht."
Zelf gelooft hij heilig in de werking. "Het is het enige geneesmiddel dat ik ooit heb gebruikt. Zodra ik het gevoel heb verkouden te worden, neem ik een paar capsules. Mijn hele familie is er groot mee geworden en op mijn vader na, hebben ze allemaal een zeer hoge leeftijd bereikt." Nog steeds gaat Haarlemmerolie de hele wereld over, paters nemen het mee op missie naar Brazilië en in het Caribische gebied en Centraal Afrika wordt het veel gebruikt. "Ik kan nu gelukkig met de computer omgaan waardoor ik contact met hen onderhoud."
Het waren veertig bewogen, vaak moeilijke jaren, maar Van Dobben kijkt er niet met wrok of verbetenheid op terug. Dankzij een ijzersterk thuisfront, zijn vrouw en kinderen en veel goede vrienden die hem met raad en daad terzijde stonden, kwam hij door de moeilijke tijden heen. "We zijn er heel sterk uit gekomen. En nu is het tijd om het af te sluiten."
Lees ook:
> Dossier familiebedrijven
> Google start met medisch dossier
> Ondernemingssucces