Porsche-baas een nobel man?

Porsche-baas een nobel man?
Hij maakt auto’s voor de allerrijksten, verdient zelf een vermogen, maar is een criticus van de graaicultuur onder topbestuurders. Portret van Porsche’s topman Wendelin Wiedeking.
Zijn salaris houdt hij angstvallig geheim, maar bedraagt naar verluidt rond de 15 miljoen euro per jaar. Wat geeft hem dan het recht zijn vinger te heffen tegen collega’s die het met nog geen vijfde daarvan moeten doen? Een gezond gevoel voor normen en waarden, vindt hij zelf. Wendelin Wiedeking. Zijn naam klinkt als die van een prins uit een sprookje en de auto’s die hij maakt, belichamen de ultieme jongensdroom. Toch is de 54-jarige CEO van de Dr. Ing. F. Porsche AG in Stuttgart, waar sinds 1930 Porsches worden gemaakt, op het eerste gezicht een onopvallende man.

Hij is niet knap, heeft weinig charisma en is niet afkomstig uit de vooraanstaande kringen waar zijn bazen, de families Piëch en Porsche, zich in bewegen. Opvallen doet Wiedeking op heel andere gebieden. Toen hij in 1993 aantrad als CEO, was het merk Porsche op sterven na dood. De beurswaarde van het Duitse autobedrijf was geslonken tot 350 miljoen euro. Een aandeel ging voor negentien euro van de hand en er werden dat jaar ternauwernood 14.400 auto’s verkocht. Geld voor ontwikkeling, laat staan nieuwe modellen, was er al lang niet meer. De concurrenten roken bloed. Als hongerige wolven wachtten ze op het onafwendbare faillissement om de boel voor een zacht prijsje over te kunnen nemen. Toen deed Wendeling Wiedeking iets wat niemand had verwacht. Hij stapte naar de baas van Toyota en riep zijn hulp in bij het terugbrengen van de kosten in het productieproces. Tot dan toe had de hele Europese en Amerikaanse automobielindustrie met scheve ogen gekeken naar de successen van de Aziaten in hun branche, Wiedeking besloot gebruik te maken van hun kracht.

Succesverhaal

Bijna veertien jaar later, is Porsche de best renderende autofabriek in Europa en staat Wiedeking derde op de lijst van meest invloedrijke automanagers ter wereld. Het Amerikaanse tijdschrift Forbes riep hem zelfs uit tot beste manager van het jaar in de automobielindustrie. Ook de cijfers spreken duidelijke taal. In het boekjaar 2005-2006, dat in Duitsland loopt van 1 augustus tot en met 31 juli, realiseerde Porsche een omzet van 7,27 miljard euro, een stijging van 10,6 procent vergeleken met het jaar daarvoor. Het aantal auto’s dat van de band liep, steeg met 9,5 procent tot 96.794, meer dan ooit tevoren en bijna zeven keer zoveel als in het jaar dat Wiedeking zijn job begon. Op de beurs was Porsche eind 2006 9,8 miljard euro waard. Een ongelooflijk succes, maar over zijn eigen aandeel daarin is Wiedeking bescheiden. Althans, naar buiten toe. Onlangs is zijn contract opnieuw met vijf jaar verlengd. “Zijn naam staat voor zowel solidariteit als voor groei, een koers die Herr. Dr. Wiedeking met volledige instemming van de raad van bestuur van Porsche voort moet zetten,” zo luidde de motivatie. Ongetwijfeld zal hij ook salarisverhoging hebben gekregen, maar daarover doet Wiedeking erg geheimzinnig: “Dat is vertrouwelijke informatie en buiten het bestuur van Porsche heeft niemand daar iets mee te maken,” vertelt hij verschillende media die proberen te checken hoe reëel de schatting is dat hij 15 miljoen euro per jaar verdient. Omdat Porsche nog steeds een familiebedrijf is, is hij ook niet verplicht daarover uit de school te klappen.

Klant op de eerste plaats

Liever spreekt Wiedeking over het belang van mensen bij de prestaties van bedrijven in het algemeen en Porsche in het bijzonder. In het openbaar haalt hij uitzonderlijk fel uit naar leiders die praten over overtollige arbeidskrachten. “Mensen kunnen niet overtollig zijn,” vindt hij, “zij zijn je succesfactoren. Kosten reduceer je, in succesfactoren investeer je. Bedrijven die alleen maar mensen ontslaan, hebben het niet goed begrepen,” zei hij in een interview met Die Zeit. Het geheim van het succes van Porsche is heel simpel, legt hij keer op keer uit: “Bij ons komt de klant op de eerste plaats, dan de medewerkers, dan onze zakenpartners, de handelaren en daarna ook de aandeelhouders. Als het met de eersten goed gaat, zijn die laatsten ook tevreden,” tekende Der Tagesspiegel op.

Graaigedrag

Volgens Wiedeking miskennen vele ondernemers in Duitsland hun sociale plichten. Daardoor dragen zij bij aan “ongeloofwaardigheid van de maatschappelijke elite”. Hij verwijst dan bijvoorbeeld naar Klaus Kleinfeld, de topman van een ander van oorsprong oer-Duits bedrijf: Siemens. Deze manager verhoogde begin 2006 zijn eigen inkomen met dertig procent ‘om in de pas te blijven met de rest van de wereld’ en schrapte tegelijkertijd bijna duizend banen in Duitsland. Dat kwam hem op felle kritiek te staan, onder andere van Wiedeking, die hem in interviews en ingezonden stukken openlijk aanviel. Dat terwijl Kleinfelds inkomen met 3,3 miljoen euro een schijntje is vergeleken met wat Wiedeking elk jaar op zijn rekening krijgt bijgeschreven. Het gaat Wiedeking niet om bedragen, maar om de mentaliteit die aan dit gedrag ten grondslag ligt. In zijn boek Anders ist Besser, formuleert hij keer op keer zijn bezwaren tegen dit graaigedrag: “Deze ondernemers negeren hun verantwoordelijkheden tegenover de samenleving,” vindt hij. “Veel collega-ondernemers hebben de balans tussen arbeid en kapitaal uit het oog verloren. Een zo hoog mogelijke winst maken, kan toch niet het enige doel van een onderneming zijn?” Erg boos was hij ook over de ontslagen die vielen bij de Deutsche Bank. Dat werd opgekocht door Amerikaanse hedgefondsen, die de chique Duitse bank vervolgens opsplitsten, saneerden en delen ervan met forse winst weer doorverkochten. Het kostte de Duitse samenleving duizenden banen. Dit gedrag van vaak Amerikaanse durfkapitalisten vergelijkt Wiedeking met sprinkhanen: ze komen onaangekondigd langs, vreten alles leeg en vertrekken dan zonder scrupules naar elders.

Sprinkhanen

Op het bureau in zijn zeer bescheiden werkkamer van niet meer dan twintig vierkante meter groot, staan permanent twee sprinkhanen om hem te helpen herinneren aan wat werkelijk belangrijk is. Tegen Die Zeit zei hij: “Ik heb moeite met collega’s die eenvoudigweg ‘Duitsland bedankt’ zeggen als ze elders een paar euro’s meer kunnen verdienen.” Wiedeking heeft daarom voorgesteld belasting te heffen op de winsten die dit soort beleggers maken, zodat althans een deel van hun opbrengsten ten goede komt aan Duitsland zelf. Ook het opstellen van een langetermijnstrategie en daar koste wat kost aan vasthouden, noemt Wiedeking een belangrijk geheim van zijn succes. Trouw blijven aan de merkidentiteit, jaren vooruit plannen en je vervolgens aan je voornemens houden; daarmee laat je zien dat je betrouwbaar bent. “Ik wil Porsche in de eerste plaats op het rechte spoor houden en hoef niet constant op de linkerbaan te rijden om anderen in te halen,” schrijft hij in zijn boek. Met andere woorden: zonder visie geen succes. Om die reden weigert Porsche al jaren om, ondanks druk van de Duitse beurzen, zijn kwartaalcijfers openbaar te maken. ”Dat trekt alleen maar koopjesjagers aan. Het is onzin dat kwartaalcijfers transparanter zouden zijn voor de belegger dan halfjaarcijfers,” verklaarde hij destijds. Die weigering kostte Porsche zijn notering aan de Duitse Midkap, de MDax. Overigens wordt er niet overdreven veel gehandeld in aandelen Porsche. De helft van de aandelen, en dat zijn eveneens alle aandelen waaraan stemrecht is verbonden, zijn in handen van de families Porsche en Piëch. De overige aandelen zijn zonder recht van inspraak in de strategie van het familiebedrijf.

Volkswagen

De naam van Ferdinand Piëch duikt sinds ruim een jaar regelmatig op als het over Wiedeking gaat en dat komt niet alleen doordat hij de kleinzoon is van oprichter Ferdinand Porsche. Piëch is voorzitter van de raad van bestuur bij Volkswagen en eind 2005 nam Porsche opeens een aandeel van twintig procent in het noodlijdende en even eens zeer Duitse Volkswagen. Een poging tot overname? Integen deel, zo was het verweer van Wiedeking. Hij had namelijk duidelijke aanwijzingen dat hedgefondsen op het punt stonden een vijandige overname te doen. Aangezien Porsche op vele fronten samenwerkt met Volkswagen, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling en productie van de Porsche Cayenne en VW Touareg, ging de toekomst van Volkswagen direct ook Porsche aan. Bovendien was de koers van Volkswagen op dat moment erg gunstig. Maar die verklaringen slikte lang niet iedereen voor zoete koek. Men wees op de dubbele belangen van Piëch. Men wees op het plotselinge en gedwongen aftreden van de CEO van Volkswagen Pischetsrieder nog geen maand nadat zijn contract met vijf jaar was verlengd. ‘Men’ was er zeker van dat Porsche uit was op de overname van Volkswagen. Maar of Wiedeking dat nou van plan is of niet, er is een Duitse wet die een overname, voorlopig althans, onmogelijk maakt. Deze zogenaamde Volkswagenwet werd in 1960 in het leven geroepen toen die autofabriek van staatsbedrijf een particuliere onderneming werd. Die wet verbiedt dat stemgerechtigde aandeelhouders meer dan dertig procent van de aandelen in handen hebben. Bovendien bepaalt de wet dat geen enkele aandeelhouder meer dan twintig procent van het stemrecht heeft. De deelstaat Nedersaksen heeft 20,8 procent waardoor er nooit een besluit kan worden genomen dat de overheid niet zint. Eind 2006 ziet het er naar uit dat Wiedeking wel degelijk een plan heeft. Porsche heeft zijn aandeel gedurende het jaar uitgebreid tot 29,9 procent en heeft inmiddels de stap naar het Europese Gerechtshof gezet om deze Volkswagenwet aan te vechten. Insiders achten de kans van slagen erg groot omdat de wet in strijd is met het vrije kapitaalverkeer binnen de EU en het recht van vrije vestiging. Mocht Porsche gelijk krijgen, dan bezitten ze een de doorslaggevende meerderheid en dus een flinke vinger in de pap van de toekomst en koers van Volkswagen. In januari 2006 kwam het tot een compromis over de dubbelrol van Piëch. Porsche kreeg twee zetels in de raad van commissarissen van Volkswagen in handen en als tegenprestatie zou het afzien van de voorzittershamer. In de loop van 2007 zal Piëch aftreden als president-commissaris bij Volkswagen. Eind 2006 eisen Wiedeking en de zijnen inmiddels drie, in plaats van twee zetels nu het aandeel is gestegen is tot 29,9 procent en eigenlijk ook, jawel, die van de voorzitter. Complete overname van VW is niet aan de orde, blijft Wiedeking steeds maar herhalen, maar de spelregels zijn inmiddels wel veranderd, meent hij, want Porsche is door zijn aandeel in Volkswagen een ander bedrijf geworden: “We steken onze nek uit. We verlaten het veilige hoekje waar we het al jaren heel goed hebben en nemen daarmee bewust een risico. We spelen nu in een andere competitie en daar gelden andere regels,” zo zegt hij in Der Spiegel.

Wolf in schaapskleren

Wiedeking geldt als een gezelligheidsmens dat graag een goede sigaar rookt en op recepties tot het laatste toe blijft. Vele onderscheidingen zijn hem al ten deel gevallen, waaronder die van een carnavalsvereniging voor de manager met de meeste humor op de werkvloer. Of is hij een wolf in schaapskleren? Er zijn ongetwijfeld zowel topondernemers als werknemers bij Volkswagen die zo over Wiedeking denken. Regelmatig vergelijkt hij de verhouding tussen Volkswagen en Porsche met die tussen David en Goliath. Voor de goede orde: met Porsche in de rol van de kleine David. Voor degenen die het gevecht blijven volgen, is het wellicht goed te bedenken dat Robin Hood in de ogen van de armen weliswaar een held was, maar bijzonder wreed optrad tegen zijn rijke slachtoffers. Tot welke categorie de firma Volkswagen in de ogen van Wiedeking behoort, zullen de komende jaren uitwijzen.

facebook