Duurzame doorstart

Duurzame doorstart
De zomer biedt gelegenheid om terug te kijken en de coronaperiode biedt daarvoor veel aanknopingspunten. Sinds maart zitten velen van ons in videovergaderingen. Die verschillen nogal van fysieke vergaderingen en daarover is inmiddels al veel geschreven. 

Er zijn zelfs cursussen ontwikkeld voor het werken en leidinggeven op afstand, via videoplatforms. Eén van de meest opmerkelijke verschillen wordt echter zelden benoemd. Dat is dat we in deze vergaderingen continu onszelf zien. Doorgaans blijft de fysieke zelfreflectie beperkt tot spiegels boven wastafels, maar nu gebeurt dit urenlang tijdens de videovergaderingen. Hoe zit ik erbij, kunnen mensen mijn gezichtsuitdrukking goed zien, is het zichtbaar dat ik me verveel? Dergelijke vragen dien je voor jezelf al multitaskend te beantwoorden, terwijl de vergadering doorgaat.

Dan de fysieke wereld. Zelfreflectie wordt hier gestimuleerd doordat er veel niet mag en kan. Afleiding valt weg en we worden teruggeworpen op onszelf. Dat biedt kansen voor het opruimen van oude rommel. Gemeentes merken dat aan de drukte bij afvalstortplaatsen. Bedrijven kunnen nadenken over hardnekkige vraagstukken. Hoe zit het eigenlijk met de stakeholdersperceptie, stellen we wel echt en overal het klantbelang centraal, wat is nou werkelijk onze ecologische voetafdruk, hoe inclusief zijn we op de werkvloer… allemaal van die vragen die doorgaans niet urgent maar wel belangrijk zijn. Vanuit de huiskamer is het toch anders om hierover na te denken dan gedurende de routines op kantoor. 

Tegelijk doet zich de kans voor om stevig door te schakelen naar duurzaam ondernemen. Voor sommige bedrijfstakken zal dit als een bedreiging worden gezien. De vleessector bijvoorbeeld staat onder enorme druk, zowel vanwege de ecologische effecten als de consumptieve mens-dier-interacties, waarvan inmiddels letterlijk de hele wereld weet dat die gevaarlijk kunnen zijn. Een omslag naar plantaardig voedsel kan veel toekomstig leed voorkomen. Een andere mogelijkheid is het integraal beprijzen van gemotoriseerd verkeer, van vliegen tot autorijden, zodat de milieueffecten kunnen worden gecompenseerd. Wellicht blijken we toe te kunnen met minder mobiliteit, nu videovergaderen een werkbaar alternatief is gebleken. 

De politiek kan ook doorschakelen naar een hoger niveau, met minder partijbelangen en meer aandacht voor de grote vragen van Nederland. Hoe gaan we de doorgeslagen efficiëntie in balans brengen met effectiviteit, door vitale sectoren van buffers te voorzien en internationale afhankelijkheidsrelaties robuuster in te richten? Hoe zorgen we dat de regering verder vooruit kan denken en werken dan tot de komende verkiezingen? 

Hoe langer politici, ambtsdragers en bestuurders aanblijven, hoe meer zij worden geconfronteerd met hun eigen rommel. Dat dit van cruciaal belang kan zijn voor de organisatie, was te zien bij de scouting, de katholieke kerk en diverse sportbonden, die oude misstanden op het gebied van seksueel geweld hebben aangepakt. Door die rommel op te ruimen, ontstond een kans op een toekomst voor deze organisaties. Mensen die opstappen nemen niet hun verantwoordelijkheid, zoals zo vaak wordt gesteld, maar ontlopen de taak om de rommel van henzelf en voorgangers op te ruimen. Aanblijvers die de moed hebben om dat wel doen, brengen de samenleving verder. Een lagere omloopsnelheid van ceo’s kan zodoende bijdragen aan duurzaamheid. 

De coronacrisis biedt kansen om rommel op te ruimen. Organisaties die meer verantwoordelijkheid voor hun handelen nemen, dragen bij aan de duurzame doorstart van Nederland. 

Deze column is gepubliceerd in Management Scope 06 2020.

facebook