De dubbele macht van de belegger

De dubbele macht van de belegger
Sinds de code-Tabaksblat mogen institutionele beleggers zich niet langer opstellen als afstandelijke aandeelhouders en moeten ze stemmen op de aandeelhoudersvergadering. Tot genoegen van bestuurders doen ze dit nog maar mondjesmaat. Wat ze wel doen, is bij het eerste negatieve signaal hun aandelen verkopen. Wat is erger?

Toen de commissie-Tabaksblat de laatste hand legde aan de corporate governance-code, eind 2003, zat ik als toeschouwer bij een heftige discussie tussen bestuurders van bedrijven en vertegenwoordigers van institutionele beleggers - pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, banken en beleggingsfondsen. Pieter Korteweg, ex- Robeco-topman, nam het voortouw bij de bijeenkomst georganiseerd door advocatenkantoor Allen & Overy. Peter de Koning, toenmalig voorman van de institutionele beleggers-organisatie SCGOP (tegenwoordig Eumedion), nam het op voor de instituten. Volgens Korteweg was het ondenkbaar dat instituten mee zouden kunnen denken over strategie en beleid van een onderneming. De Koning was er juist van overtuigd dat zijn organisaties daar wel op toegerust zouden zijn.

Nu, drie jaar later, hebben de instituten nog weinig laten zien dat er op duidt dat De Koning gelijk had. Ze stemmen wel vaker op aandeelhoudersvergaderingen, zo blijkt uit de Global Investor Study van Institutional Shareholders Services. Maar tegen-stemmen of stemmen over de strategie doen ze nauwelijks. Ze doen liever hun aandelen de deur uit bij het eerste negatieve signaal dat een bedrijf geeft. Volgens het FD reageren beleggers steeds heftiger op nieuws van bedrijven. Zelfs kleine tegenvallers leiden tot heftige koersschommelingen en positief nieuws wordt beloond met grote winsten. Niet zo gek natuurlijk, want ook de fondsbeheerders bij de instituten worden er op afgerekend of ze het beter doen dan de index waarmee hun fonds te vergelijken is. Moeten bestuurders van beursgenoteerde bedrijven er blij mee zijn dat de beleggers zich niet te veel met hun beleid bemoeien? Je zou denken van wel, maar als de korte termijnvisie van de beleggers het alternatief is, weet ik het nog niet zo net. Heftige koersschommelingen brengen bij de meeste ondernemingen veel onrust. Dan is het misschien wel beter om af en toe met de grote aandeelhouders te overleggen, zoals Paul Fentrop van de stichting Het Governance Platform aanbeveelt. De strenge regelgeving maakt het voeren van een dialoog echter niet eenvoudig. Fentrop: 'Toezichthouder AFM gaat om met voorkennis als een preutse juffer met seksualiteit.

facebook