Manon Janssen pleit voor volledig klimaatneutrale energievoorzieningen in 2050

Manon Janssen pleit voor volledig klimaatneutrale energievoorzieningen in 2050
Manon Janssen, boegbeeld van de Top sector Energie, heeft de rol van deze Topsector weten te kantelen van innovatie hub naar ‘makelaar in oplossingen voor klimaatproblemen’. Met aan de verre horizon van 2050 de stip van een volledig klimaat neutrale energievoorziening: een doel waar volgens Janssen na aanvankelijk gemor iedereen zich inmiddels achter heeft geschaard.

Nederland maakt zijn naam als ‘de vieze man van Europa’ opnieuw waar, schreef de Volkskrant begin april. Afgelopen jaar bleef de uitstoot van CO2 door de industrie in ons land nagenoeg onveranderd (94 miljoen ton).Daarmee doet Nederland het opnieuw veel slechter dan Europa: in de Europese industrie als geheel daalde de uitstoot vorig jaar met 3,4 procent. Dat Nederland achterloopt in het realiseren van de gestelde klimaatdoelen, erkent boegbeeld van de Top sector Energie Manon Janssen – ze noemt zichzelf ‘ingenieur van opleiding maar marketeer van beroep’ – grif. Maar: ‘Er zijn ook steeds meer positieve resultaten en inspirerende samenwerkingsverbanden te melden’. De ingenieur in haar wil eerst harde klimaatresultaten zien en die dan pas over het voetlicht brengen; de marketeer in haar (Janssen werkte zestien jaar in die rol bij Procter& Gamble) wil ‘het klimaatverhaal’ maar wat graag aan burgers en bedrijven vertellen: dat we hard ons best moeten doen om de gestelde (urgente) klimaatdoelen te halen. En dat we daar met z’n allen de portemonnee voor moeten trekken, ‘want duurzame energie is niet iets dat je vrijwel gratis uit de muur kunt trekken’. Maar ook een verhaal van kansen, van innovaties die en passant de nodige banen opleveren. In het dagelijks leven is Janssen ceo van Ecorys, dat private en publieke leiders adviseert bij het maken van ‘gefundeerde keuzes’ op het gebied van sociale, ruimtelijk een economische vraagstukken.

Herkent u zich, vanuit uw rol als boegbeeld Topsector Energie, in de ambitie volledig klimaat neutraal te zijn in 2050?
‘Uiteraard. En die ambitie deel ik met alle bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke in- stellingen die zich onder de Top sector Energie scharen. Om die ambitie te realiseren, hebben we nog wel een hele lange weg te gaan. Een weg die is bezaaid met hobbels. We staan aan het begin van die reis, het positieve is dat we onderweg zijn. Deze ambitie motiveert mij persoonlijk om iedere dag iets te betekenen in de energietransitie.’

Toen de negen Topsectoren door EZ-minister Maxime Verhagen in het leven werden geroepen, ging het vooral over het aanjagen van economische activiteiten. Ook in de energiesector?‘
Ja. Met als doelen voor de energiesector energie te besparen, het aandeel van hernieuwbare energieopwekking te laten toenemen en toe te werken naar klimaatneutraliteit in 2050.Binnen ons Top sector-team hebben wij vanaf het begin altijd gezegd: wij dienen vooral een hoger maatschappelijk doel en dat is de energietransitie, de overgang naar een CO2-vrije samenleving. Toen ik daar in 2013 over begon, kreeg ik best veel kritiek. Die kritiek is nu verstomd, alle betrokkenen pleiten inmiddels voor dit overkoepelende doel. Als we dat goed doen, komen daar ongetwijfeld bouwstenen uit naar voren, die we kunnen verkopen in het buitenland. Met andere woorden, economische activiteiten en daarmee ook extra banen, vloeien logisch voort uit het werken aan de energietransitie.’


In internationaal verband zit Nederland niet in de kop groep van landen die de klimaatdoelen halen. Waar schort het aan?
‘Nou, het is natuurlijk wel een ontzettend ingewikkeld vraagstuk; er zijn veel knoppen waar je aan kunt draaien, maar iedere draai aan een van de knoppen heeft weer impact op de andere knoppen. Onze rol als Top sector Energie is verbindingen leggen tussen alle partijen en betrokkenen. Om nieuwe vormen van samenwerking te entameren. Dat lukt steeds beter, maar de resultaten zijn er nog niet naar. We lopen achter op onze klimaatdoelen. Nederland ontbreekt in de kopgroep, sterker nog, bungelt achteraan in het peloton. Hoe dat komt? Deels door onze poldercultuur. We overleggen enorm veel met elkaar, maar leveren te weinig. Wat wel goed gelukt is, is dat we in 2016 enorm zijn opgeschoten met het productief samenwerken door de energieketen heen; wat dat betreft vind ik vorig jaar een kanteljaar. Dat de prijs van wind op zee hard daalt, zoals we vorig jaar zagen bij de tweede tender voor windparken op zee bij Borssele, is te danken aan de goede samenwerking binnen de keten. Dat succes kunnen we op het conto van de BV Nederland schrijven. Maar we moeten onder ogen zien dat nog maar een bijzonder klein deel van onze energievoorziening afkomstig is van duurzame bronnen. We moeten daarin absoluut opschalen en versnellen.’

Andere landen zijn verder in de energietransitie. Welke lessen kunnen we van hen leren?
‘We kunnen vooral leren van de fouten die zij eerder maakten. Ik hoor partijen vaak roepen ‘hádden wij het maar gedaan zoals Denemarken en Duitsland.’ Dan denk ik altijd: als hadden geweest is, is hebben te laat. Als je dan toch een les wilt trekken, constateer ik, kijkend naar Duitsland, dat je als overheid niet alle duurzame initiatieven vrijwel onbeperkt moet subsidiëren, maar dat je daar een maximum aan moet verbinden. Anders loopt het de spuigaten uit. We gaan in Nederland geen variant van de Energiewende opzetten, we gaan het Energieakkoord zo goed mogelijk uitvoeren. We begrijpen allemaal de urgentie, en die is grensoverschrijdend.’

Op welke klimaatinitiatieven kunnen we trots zijn in Nederland?
‘We zijn bij uitstek een land van ondernemers en dat zie je terug in de innovatiekracht van bedrijven. Zeker ook in het mkb. We kunnen trots zijn op de grote hoeveelheid kleinschalige initiatieven die nu overal van de grond komen. Kleine biomassacentrales, participatiemodellen voor windenergie waarmee particulieren een deel van een windmolen kunnen aanschaffen en andere lokale duurzaamheidsinitiatieven. Het opstarten gaat goed, we hebben in Nederland vooral een probleem met opschalen. Daarom is het zo belangrijk dat nu ook grote partijen gaan meedoen, dat zij gaan samenwerken met kleine partijen. Ook die verbinding willen wij als Top sector Energie graag leggen.’

Op welke grote partijen doelt u?
‘Nou, bijvoorbeeld de grote energiemaatschappijen. Toen we met de Topsector Energie begonnen, deden de grote energiebedrijven niet mee, die hadden allemaal hun eigen r&d-programma. Dat is nu gelukkig anders. Naast de energie maatschappijen zetten ook andere grote bedrijven zich in voor de energietransitie. Zoals Siemens. Of Shell, waar Marjan van Loon, sinds vorig jaar president-directeur van Shell Nederland, een andere wind laat waaien. Omdat onder andere Shell ervoor zorgt dat de windparken op zee bij Borssele voor een hele lage kilowattuur prijs gebouwd kunnen worden, profiteren kleine bedrijven en burgers daarvan mee. Als grote partijen de kleintjes meekunnen nemen op alle klimaatterreinen – denk aan wind op land of zee, energiebesparing in de gebouwde omgeving of energie uit biomassa – kunnen we echt stappen maken.’

Heeft de Topsector Energie in dat bijeenbrengen van partijen een verantwoordelijkheid?
‘Zeker. Een paar jaar geleden was ons mandaat om de programmalijnen uit te zetten van de zeven Top consortia Kennis &Innovatie; deze TKI’s richten zich onder meer op bio-energie, energiebesparing binnen de gebouwde omgeving, gas en zonne-energie. Toen stimuleerden we heel concreet zaken als zonnepanelen en warmtepompen. De laatste anderhalf jaar zijn we langzaam maar zeker opgeschoven richting makelaar in oplossingen voor klimaatproblemen. We brengen partijen met elkaar in gesprek, zorgen bijvoorbeeld dat bedrijven de overwegingen van EZ begrijpen en dat de overheid snapt wat bedrijven en burgers drijft. Belangrijk, want als je ervan uitgaat datje door de markt gewoon zijn werk te laten doen vanzelf de klimaatdoelstellingen realiseert, is dat een te naïeve gedachte. De overheid kan niet van een afstand toekijken. Een investering in biomassa heeft een lange terugverdientijd van zeven tot acht jaar. Als overheid zou je dan moeten overwegen dat te stimuleren door een bepaald industrie- of subsidiebeleid te voeren.’

Houdt u het als Topsector Energie bij regisseren, of wilt u ook sturen?
‘We proberen ook te sturen. Zo hebben we een aantal knelpunten in kaart gebracht die wij niet kunnen oplossen, maar die we wel willen aankaarten bij de juiste partijen. Zo heb ik mezelf niet geliefd gemaakt door vorig jaar bij de overheid een werkende prijs op CO2 te bepleiten. (Als het aan Janssen ligt, wordt er veertig euro per ton CO2 gevraagd, zei ze in 2016 bij BNR Radio, terwijl in dat jaar de prijs van een ton CO2 op acht euro lag, red.) Die prijs moet hoe dan ook omhoog, links- of rechtsom, want dan wordt het veel interessanter te investeren in alternatieve energiebronnen. Doe je niks, dan vertraag je de energietransitie enorm. De prijs van CO2 kan heus omhoog, zonder dat we bedrijven uit Nederland wegjagen.’

Mijn ervaring is dat de meeste energieconsumenten alleen kijken naar de laagst mogelijke prijs. De energietransitie zien ze als het probleem van de energiebedrijven. Probeert u als Top sector Energie iets te veranderen aan deze attitude?
‘We kunnen er als Top sector niet meer omheen dat we burgers bij de energietransitie moeten betrekken. Alleen al vanuit marketingoogpunt: je kunt prachtige warmtepompen maken, maar als de consument ze niet koopt, ben je weg. We hebben als Nederlanders de reputatie dat we altijd alles zo goedkoop mogelijk willen doen. Dat klopt niet altijd, maar wel is het zodat de Nederlandse consument zijn geld heel selectief uitgeeft. We moeten uitleggen dat energie niet een vanzelfsprekend, vrijwel gratis product is. En dat we voor schone lucht in de toekomst nu al geld moeten investeren.’

En als je dat niet doet? Welk doemscenario zou u de consument willen schetsen?
‘Dat we geen land willen zijn als Polen, waar kolencentrales goed zijn voor een enorme uitstoot van CO2. Dat we geen Shanghai willen zijn, een stad die zo vervuild is dat de inwoners een veel lagere levensverwachting hebben, vanwege met name longkanker. Zó concreet moet je in je communicatie durven zijn. En hoe beeldender je dat aanpakt, hoe beter. Laat in filmpjes en animaties zien hoe onze kinderen over pakweg dertig jaar met energie omgaan. En dan is het nog best ingewikkeld om dat verhaal pakkend, genuanceerd en tegelijk inspirerend over de bühne te brengen.’

Soms krijgt die urgentie een push vanuit de realiteit. Door de aardbevingen in Groningen zijn we in relatief korte tijd heel anders over gas gaan denken.
‘Dat is waar. De mens is van nature een lui beestje. We komen pas in beweging als er echt gevaar dreigt. Het is jammer dat we altijd eerst zo’n tik moeten krijgen voor we in beweging komen. De aardbevingen zijn verschrikkelijk voor de bewoners in Groningen, maar ze hebben wel een proces in gang gezet. De gas sector realiseert zich dat het roer om moet. De vraag is nu hoe we het resterende gas het beste kunnen inzetten de komende jaren.’

Hoe staan we ervoor wat betreft de verschillende pijlers voor duurzame groei?
‘Er zijn grote stappen gezet wat betreft wind op zee. Dat geldt ook voor wind op land, en de wijze waarop steeds meer stedenplannen maken voor het benutten van stadswarmte. Maar bij het isoleren en besparen van energie in woningen en bedrijven gaat het me dan weer veel te traag; terwijl dat niet ligt aaneen gebrek aan technologie, want die is er gewoon. Daarnaast kunnen we nog veel winst halen in de wereld van transport en logistiek. En voor het opslaan van energie hebben we echt een paradigmashift nodig.’

Op welke gebieden binnen de energietransitie is Nederland wereldwijd koploper?
‘Ik vind dat we echt vooroplopen in warmtetechnologie, denk aan onze warmtepompen. En in fotonica, het omzetten van elektriciteit in licht en andersom. Ook zijn we heel goed in de kennis van de energieketen en in systeemintegratie, het uitdenken hoe een nieuw energiesysteem kan gaan werken, zowel technisch, economisch als sociaal.’

Bent u per saldo positief over de energietransitie?
‘Absoluut. Bij mij is het glas sowieso altijd halfvol, dat zit inmijn natuur. Voor mij geldt wat voor veel mensen geldt: ik presteer beter naarmate ik meer weerstand krijg. Ik vind overigens wel dat we nu in roerige tijden leven, met veel politieke onrust. Maar goed, als mensheid kiezen we uiteindelijk altijd voor overleven, niet voor zelfdestructie. Ik heb dus goede hoop.’

> Lees hier meer over hoe Nuon in duurzame energie investeert

Martin Eimers is Vice President Business Development Customers & Solutions bij Nuon. Dit interview is gepubliceerd in de special Energietransitie, bijgevoegd bij Management Scope 05 2017

facebook