Een fraudefilmpje pakken

Een fraudefilmpje pakken
In elk bedrijf of organisatie gaat er wel eens iets mis. Met snel schakelen kan de fout hersteld worden en de klant tevredengesteld. Medewerkers zijn daarna weer een ervaring rijker. Constructief met fouten omgaan, leidt tot een leercultuur die de bedrijfsvoering beter maakt. Maar dan moeten fouten wel bespreekbaar worden gemaakt. 

Wat als zaken bewust anders voorgespiegeld worden dan ze in werkelijkheid zijn? In zo’n geval komt het management met resultaten die er betrouwbaar uitzien, waardoor ook de accountants geen reden zien om door te vragen, simpelweg omdat er niets ongewoons te zien is. Uit ervaring weet ik dat je dan als commissaris en lid van de auditcommissie geen tot weinig handvatten hebt om resultaten in twijfel te trekken. Dat kan jarenlang doorgaan. 

In een mij bekend geval kwam de fraude pas aan het licht toen het management van dat bewuste bedrijfsonderdeel met vakantie was, en de cijfers uit die periode plots afwijkend bleken. Zo kwam boven water dat het management jarenlang een spelletje gespeeld had om de zaken beter voor te stellen dan ze waren. Men wilde het bedrijfsonderdeel behouden en het werk voor de medewerkers veiligstellen. Toch is dat kruimelwerk vergeleken bij wat er bij ING jarenlang gebeurde en waarvoor nu een boete is opgelegd en de cfo de directiekamer heeft moeten verlaten. Of denk maar aan Volkswagen en andere automobielbedrijven, waar jarenlang met sjoemelsoftware werd gewerkt. Dat zijn fraudepraktijken waarvan het niet anders kan dan dat de top ervan weet.
Waarom blijft gesjoemel zo vaak zo lang onder pet? Misschien weten bestuurders zich er geen raad meer mee, of wordt het te groot. Dat blijft een mysterie. Wat wel duidelijk is: vaak komen bedrijven er toch nog redelijk ongeschonden uit. De film Diesel: The industry’s smokescreen laat zien hoe bedrijven zoals Volkswagen zo’n crisis overleven.

Dat gaat als volgt. De top van bedrijf x probeert eerst de fouten in de schoenen van het middelmanagement te schuiven, totdat het duidelijk wordt dat de top er wel van op de hoogte moest zijn. Dan gaat men duiken of de kop in het zand steken: niets zeggen en kijken of het overwaait. Als dat niet gebeurt, wordt er pragmatisch gehandeld. Boetes worden zonder morren betaald, net als de rekeningen van de advocatenkantoren. Na die tijd gaat men weer over op de orde van de dag. De stijgende verkoopresultaten worden weer met champagne gevierd.
Blijkbaar komt de top ermee weg. Ik vraag me dan oprecht af: is dit gebrek aan ethisch leiderschap, aan kritisch vermogen bij commissarissen of ligt het verwijt bij een sussende politiek die afhankelijk is van werkgelegenheid voor groepen kiezers?
Hoe krijg je antwoorden op zulke vragen boven water? Tijdens het Fraude Film Festival, dat begin oktober in het Amsterdamse filmmuseum EYE georganiseerd werd, kreeg een publiek van forensisch experts, accountants, fiscalisten, juristen, risk-officers en hier en daar een commissaris een rijk programma voorgeschoteld. Ik mag wel zeggen: je geloof in de wat als werkelijkheid voorgeschoteld wordt, is na het kijken danig aangetast. Dat is ook precies de bedoeling. Door de films en de toelichting leer je hoe geraffineerd dit soort frauduleuze processen is.
Fraude is een uiterst lucratieve bezigheid. Het is deel van het systeem geworden, lijkt het. Dus is het opletten geblazen. Ik raad iedere bestuurder en commissaris aan om fraude via films bespreekbaar te maken. Het levert gezonde discussie op, heb ik geleerd. Het er niet over hebben is bovendien het kwalijkste wat er kan gebeuren. Dus: fraudefilmpje pakken met z’n allen?

Annemieke Roobeek  is hoogleraar strategie en transformatiemanagement op Nyenrode Business Universiteit, founder/ceo van MeetingMoreMinds en commissaris bij diverse ondernemingen. Deze column is gepubliceerd in Management Scope 09 2018.

facebook