Overregulering is kapitale fout

Overregulering is kapitale fout
Juist binnen private equity is het aantal mislukte investeringen of gedupeerde beleggers zeer beperkt. Toch is er sprake van overregulering van de sector.

De mogelijkheid van banken om risicodragend of achtergesteld vermogen te verschaffen, is sterk afgenomen als gevolg van de strengere wet- en regelgeving. Voor starters en snelle groeiers wordt er veel gedaan om venture capital te stimuleren, maar er is onvoldoende waardering voor het werk dat private equity doet – bijvoorbeeld het faciliteren van management buy-outs. De huidige wet- en regelgeving, die bedoeld is om de financiële sector verregaand te reguleren, helpt niet bij het dichter bij elkaar brengen van vraag en aanbod op het gebied van bedrijfskapitaal.

EXCESSEN
De overheid legt regels op aan institutionele beleggers, bijvoorbeeld in de vorm van kapitaalbuffers voor beleggingscategorieën als private equity. Het zijn restricties die vooral moeten functioneren als veiligheidsventielen: het aangeven van grenzen waarbinnen deze beleggers mogen opereren met private equity. De gedachte was dat daarmee de excessen van voor de financiële crisis voorkomen zouden worden. Het uitgangspunt is dat er veel is misgegaan. Maar juist in private equity is het aantal mislukte investeringen of gedupeerde beleggers zeer beperkt. De grootste directe impact op private equity heeft de AIFMD (Alternative Investment Fund Managers Directive), een Europese richtlijn specifiek gericht op alternatieve beleggingsinstellingen. Ook zijn er recent door PvdA-Kamerlid Henk Nijboer nieuwe voorstellen gepresenteerd die zich specifiek richten op private equity. Het bijeffect van deze stapeling van regels is helaas vooral een enorme toename van compliancekosten. Uiteindelijk is hierdoor minder kapitaal beschikbaar voor ondernemers.
Dat ligt anders als het gaat om venture capital (vc). Op dit vlak wordt veel energie gestoken om kapitaal richting startups en later stage ventures te krijgen. Het European Investment Fund (EIF) speelt hierin een belangrijke rol. Ook de Nederlandse overheid heeft stimuleringsmaatregelen opgetuigd, zoals de Seed Capital-regeling en regionale ontwikkelingsmaatschappijen (die in ons land goed zijn voor de helft van het aantal venture capital investeringen, en 28 procent van het totaalbedrag aan venture capital). Venture capital wordt sterk gestimuleerd, omdat de markt deze investeringen minder snel oppakt. In Europa is vc pas kort voor de bankencrisis echt opgekomen; die jonge geschiedenis wekt bij sommige beleggers ten onrechte de indruk dat ze daar hun vingers niet aan moeten branden. In vergelijking met de Verenigde Staten hebben we in Nederland een achterstand op het vlak van vc die ingehaald moet worden. De rol van startups als aanjagers van werkgelegenheid en bedrijfsleven wordt door de politiek gelukkig steeds meer erkend.

ONDER DRUK
Op dit moment is er, hoewel dat wel wordt nagestreefd, geen Europese markt voor private equity-fondsen. Een Amerikaanse private equity-speler die in heel Europa geld wil ophalen, moet voldoen aan Amerikaanse, Europese en nationale wetgeving. Hoogrenderende buitenlandse private equity-fondsen moeten keuzes maken en laten de Franse, Duitse en Nederlandse institutionele beleggers daarom steeds vaker links liggen. Nederlandse private equity-fondsen hebben hier ook last van. Door de kleine thuismarkt zijn zij voor het ophalen van geld sterk aangewezen op de internationale markt, waarvoor tegenwoordig een AIFMD-vergunning nodig is. Dit heeft als nadeel dat veel middelgrote Nederlandse investeerders ‘klein’ moeten blijven, of moeten opschalen om door alle compliance heen te bijten. Maar door specialisering en fondsfocus kunnen zij niet zo maar opschalen. Als je goed bent in het investeren in bedrijven van een bepaalde omvang, wil dat niet zeggen dat ook het investeren in grotere bedrijven gemakkelijk afgaat. In de situatie dat de middelgrote Nederlandse bedrijven de weg naar private equity goed weten te vinden, komt de toevoer van nieuw kapitaal onder druk te staan.

ESSENTIEEL
Terug naar Nederland. Het type ondernemer dat op private equity afkomt, verandert. Niet alleen de dga van 63 jaar met opvolgingsproblematiek kent de route naar private equity; steeds vaker willen ook jonge ondernemers met een minderheidsaandeelhouder in zee gaan. Gemiddeld krijgen ongeveer 350 bedrijven per jaar een investering van een participatiemaatschappij. Ongeveer tweehonderd daarvan zijn starters die venture capital ontvangen. Ongeveer honderd ‘meer volwassen’ bedrijven krijgen een groeifinanciering, waaronder bijvoorbeeld Nederlandse unicorns: jonge bedrijven met een waardering van meer dan een miljard, zoals betaalspecialist Adyen. En bij zo’n vijftig tot negentig bedrijven wordt een buy-out gefinancierd. Opvallend is dat het aantal kleinere buy-outs, tot 20 miljoen euro, toeneemt. Maar er is nog veel potentieel: terwijl de Amerikaanse staat Florida (19 miljoen inwoners) jaarlijks voor 34 miljard dollar aan private equity investeert, is dat in Nederland minder dan 3 miljard euro. De overheid steekt veel geld in manieren om mkb’ers kennis te laten maken met alternatieve vormen van financiering, waaronder private equity. EZ draagt daar, samen met de werkgevers en de rest van de financiële sector, aan bij door middel van de kortgeleden gelanceerde Nationale Financieringswijzer. De politiek in het algemeen heeft echter nog te weinig oog voor het feit dat management buy-outs, zowel grote als kleine, essentieel zijn om het bedrijfsleven gezond te houden.

MEER UITLEG
Sinds 2007 is er veel veranderd in de private equity-sector. Fondsen zijn verder geprofessionaliseerd, zowel in hun interne bedrijfsvoering als de rapportage aan beleggers en in hun investeringsbeleid. De aandacht voor gedragscodes, professional standards en kernwaarden is toegenomen. De sector staat nu voor de uitdaging om ook het grote publiek meer inzicht te geven in de werking van private equity. De meeste informatie zal blijven gaan naar beleggers, maar fondsen kunnen bijvoorbeeld beter uitleggen wat hun visie achter investeringen is. Te lang is dit neergekomen op ‘geen commentaar’. In dit opzicht is een geleidelijke verandering zichtbaar: zo heeft investeerder Waterland een uitgebreid interview gegeven aan NRC Handelsblad, en hebben 3i en KKR in de Tweede Kamer tekst en uitleg gegeven. De nieuwe NVP-voorzitter Annemarie Jorritsma zal actief naar buiten treden, wat zal bijdragen aan meer informatie en hopelijk begrip. Het besef dat je zelfs in een private omgeving bepaalde zaken publiek moet bespreken, groeit.

VAN REGULEREN NAAR STIMULEREN
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft behoefte aan slim risicodragend kapitaal. Dat zal steeds meer via de kapitaalmarkt moeten komen, in plaats van via banken. Private equity is daarvoor een uitstekend intermediair. Maatregelen moeten daarom worden gericht op het stimuleren in plaats van het reguleren van deze financieringsvorm, helemaal nu de groei aantrekt. Dat zou goed nieuws zijn voor beleggers die op zoek zijn naar rendement en voor Nederlandse ondernemingen die zich verder willen ontwikkelen. De sector is hier ondertussen volwassen en professioneel genoeg voor.

Felix Zwart
Manager Research en Regulatory Affairs bij de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP).

facebook