John van Hoof (CSU): ‘De lat voor ons ondernemerschap is hoger komen te liggen’

John van Hoof (CSU): ‘De lat voor ons ondernemerschap is hoger komen te liggen’
Schoonmaakbedrijf CSU won in 2020 de Koning Willem I Prijs voor grote bedrijven. Volgend jaar wordt de prijs opnieuw uitgereikt, de inschrijvingen zijn recent geopend. Bestuursvoorzitter John van Hoof vertelt over de impact die deelname aan de prijs had en nog steeds heeft op CSU. ‘Het is een bijzondere manier van zelfreflectie, je leert veel over de sterke kanten en de verbeterpunten van je bedrijf.’

Er is markt op het Sint Gerardusplein in Eindhoven. Voorbijgangers werpen af en toe een blik op John van Hoof, voorzitter van de raad van bestuur van schoonmaakbedrijf CSU, die bij de open deuren staat van de Gerarduskerk. Een fotograaf draait om hem heen, voor het beste shot. Enkele mensen passeren en lopen naar binnen. Niet voor de eredienst, want die wordt al jaren niet meer gehouden in de kerk. Het voormalige godshuis is nu een van de vestigingen van SportCity, een goede relatie van CSU. De vestigingsmanager grijpt de gelegenheid aan om CSU te prijzen voor de goede kwaliteit van het schoonmaakwerk.
John reageert met een grote glimlach. Hier voelt hij zich als een vis in het water: dichtbij zijn klanten, waar het om gaat. ‘We willen vooroplopen in de nieuwste ontwikkelingen. Daarvoor moet je continu op de hoogte zijn van wat er leeft bij klanten en medewerkers.’
Daarna gaat hij naar een vertrek verderop, waar de deuren dichtgaan voor het gesprek met Gert van der Houwen, secretaris van de Koning Willem I Stichting. Gert wil weten hoe het met CSU is gegaan, nadat het bedrijf in 2020 de Koning Willem I Prijs voor grote bedrijven won. Welke impact heeft deze tweejaarlijkse Oscar voor bedrijven gehad op het schoonmaakbedrijf? 

Waarom zouden bedrijven zich moeten inschrijven voor de Koning Willem I Prijs?
‘Het is een hele leuke test. Waar sta ik nou te midden van al die andere bedrijven? Je laat je bedrijf beoordelen door mensen van buiten, waardoor je een heel andere indruk dan normaal krijgt van je eigen organisatie. Ben je voldoende onderscheidend, ben je innovatief genoeg, durf je vol in de markt te staan? Haal je het podium als finalist, dan geeft dat zoveel exposure in netwerken. Je komt met tal van mensen in contact die je normaal gesproken niet zo snel zult ontmoeten.’

Waarom schreef u CSU in voor de Koning Willem l Prijs?
‘We kregen een uitnodiging van bankpresident Klaas Knot om mee te doen. Daar zijn we ons toen in gaan verdiepen. De Koning Willem l Prijs is een echte ondernemersprijs. Als familiebedrijf vonden we het een mooie gelegenheid ons verhaal te vertellen aan onafhankelijke derden. Een mooi moment ook om te toetsen of onze strategie goed in elkaar zit. Daarnaast was de Koning Willem l Prijs een goed podium om onze trots uit te dragen. De waardering voor schoonmaak en hygiëne is enorm toegenomen, zeker sinds de coronapandemie. In de jaren van de pandemie stond de zorg vol in de spotlights, maar de helden daarachter waren er ook: de schoonmaakmedewerkers. De helden achter de helden, zo heeft Klaas Knot de schoonmaakmedewerkers omschreven. Wij willen staan voor onze mensen, zowel bij opdrachtgevers als in de hele maatschappij. De Koning Willem l Prijs zien we ook als een erkenning van de hele schoonmaaksector.’

Welke bijzonderheden vielen u op bij de finale?
‘De finale was een soort Wie van de Drie: op het podium breng je het beste van je bedrijf over. En dat terwijl er meer technici aanwezig waren dan gasten. In 2020 was het aantal mensen dat bijeen mocht komen beperkt vanwege de coronapandemie. Er was echter een prima livestream met onze vestigingen, zodat al onze medewerkers konden meekijken.’

Wat vond u speciaal aan de presentatie?
‘Dora, een schoonmaakmedewerkster uit de Filipijnen, die boegbeeld was van de schuldhulpverlening die wij bieden aan onze medewerkers. Ze had schulden en heeft gebruikgemaakt van een van onze budgetcoaches. Ik vond het indrukwekkend hoe Dora vertelde wat dit voor haar heeft betekend. Toen ik in 2012 aantrad bij CSU, waren er loonbeslagen bij meer dan tien procent van het personeel. Daar moesten we iets mee. Schulden nemen we niet over, maar we bieden medewerkers wel een klankbord en een traject om uit de schulden te raken waar ze vrijwillig gebruik van kunnen maken. Medewerkers met een loonbeslag sturen we deze mogelijkheden toe, samen met de loonstrook. Sommige medewerkers hebben voldoende aan een consult, anderen maken gebruik van een traject. We verspreiden ook een boekje met bespaartips, samengesteld door onze schoonmaakmedewerkers. Het denkwerk van duizenden medewerkers hebben we gebundeld en uitgegeven. We delen dit boekje ook met andere bedrijven in ons netwerk. Wil je iets veranderen in je organisatie, zorg dan dat je er continu mee bezig bent, met alle aandacht die je hebt. Kennis over onderwerpen die iedereen aangaat moet je delen, daar wordt je hele netwerk sterker van en daardoor ook je eigen organisatie.’

Heeft deze aandacht voor medewerkers te maken met de populatie van CSU?
‘We hebben meer dan 15.000 medewerkers met 130 nationaliteiten in huis. Zij kennen niet alle mogelijkheden voor financiële ondersteuning, zoals huurtoeslag. Bestaanszekerheid is nu een politiek onderwerp, maar wij zijn daar al jaren mee bezig. Onze medewerkers zijn loyaal en trots omdat CSU zich voor hen inzet. Het is een kwestie van het nemen van verantwoordelijkheid. Daarom zijn we ook een van de voortrekkers van de Nationale Coalitie Financiële Gezondheid, een samenwerking tussen bedrijven, overheden en non-profitorganisaties. Werkgevers hebben een vanzelfsprekende rol in dit thema, daarvoor moeten we de handen ineenslaan.’

Welke lessen heeft u geleerd van deelname aan de Koning Willem l Prijs?
‘Dat de inzet van technologie nog breder kan bij ons. Wij zoeken naar de combinatie van high tech en high touch. CSU opereert in een business met veel arbeid. Als we kijken naar de demografische grafieken, dan zien we het aanbod van werknemers alleen maar kleiner worden in verhouding tot het werk dat er is. Dat proberen we op te lossen door het beschikbare potentieel maximaal aan te boren. We streven ernaar een aantrekkelijke werkgever te zijn voor iedereen. Ook mensen zonder diploma’s zijn van harte welkom. Kom je bij ons werken, dan kijken we samen welke talenten je hebt en waar je nieuwsgierig naar bent. Ons Fris in je Werk-programma biedt een gratis sportschoolabonnement, fysiotherapie en psychische ondersteuning. We investeren in duurzame inzetbaarheid en proberen zo als werkgever het verschil te maken voor onze medewerkers en op de arbeidsmarkt.’

Welke rek zit er nog in de arbeidsmarkt?
‘Mensen kunnen soms meer uren werken dan ze nu doen, maar ze zijn bang dat ze daar netto niets van overhouden of er zelfs op achteruitgaan. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, Nibud, heeft een mooie tool waarop je kunt zien wat je netto overhoudt als je meer gaat werken. Die tool hebben wij in samenwerking met Nibud aangepast voor ons bedrijf, met de bepalingen van onze branche-cao daarin verwerkt. Dat in een taal voor mensen die niet zo financieel onderlegd zijn, met alle gebruiksgemak die voor hen belangrijk is. We zijn de eerste partij die dit doet. Als mensen weten hoe ze met meer uren werken meer kunnen verdienen, hebben ze ook niet langer stapelbaantjes nodig om rond te komen. Geef mensen handvatten om zelf uit te zoeken wat werkt voor hen, daar geloof ik in. Het model van eigen regie werkt beter dan paternalisme.’

Op welke manier heeft technologie toegevoegde waarde voor CSU?
‘De uitdaging is om technologie op de juiste manier in te zetten, naast de arbeid die nodig blijft voor het vele werk dat er is. Technologie helpt om met minder uren meer te kunnen leveren. Dan praat ik over meer dan alleen een geavanceerde stofzuiger. We zijn bezig met datagestuurde schoonmaak, waarbij we met sensoren meten hoe intensief een ruimte wordt gebruikt. We hebben een algoritme ontwikkeld dat deze informatie vertaalt naar het werkprogramma. Schoonmaakmedewerkers geven daar feedback op, zodat we het systeem nog beter kunnen afstemmen op schoon te maken ruimtes. Ik zie deze vorm van robotisering als een mega-disruptie voor onze business. De grote uitdaging is hoe we de mens en de robot met elkaar samen laten werken. We moeten onze mensen leren om ermee te werken, zonder dat ze vastlopen in richtlijnen en procedures. Maak van je medewerkers geen boekhouders. Niet het systeem is de baas, jij bent de baas.’

Zijn investeringen beter mogelijk in een familiebedrijf dan in een corporate omgeving?
‘Mijn ervaring is dat geld meer vooropstaat in beursgenoteerde en corporate omgevingen in vergelijking met een familiebedrijf. Ik heb gewerkt in beide soorten organisaties. Natuurlijk gaat het ook in het familiebedrijf om winst onder de streep. Maar het familiebedrijf kijkt iets meer naar de lange termijn, met meer aandacht voor de mens en de klant. De vraag is of dat ten koste gaat van het rendement. Ik ben ervan overtuigd dat aandacht voor mens en klant zich op den duur terugbetaalt, bijvoorbeeld in de vorm van een lager verzuim. Veel mensen die bij ons kwamen werken vanuit een corporate omgeving bevestigen dat. Het familiebedrijf vinden ze een verademing, omdat er ruimte is voor ondernemerschap en er minder aan politiek wordt gedaan. Niet voor niets doen familiebedrijven het goed, zeker ook in het mkb.’

Raakte u geïnspireerd door andere prijswinnaars?
‘Ja, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met de winnaar van de Koning Willem I Plaquette voor Duurzaam Ondernemerschap. We deden al veel aan duurzaamheid, vooral op het sociale vlak, de S van ESG. Maar we willen ook vooroplopen in de E en de G. Een van onze aandachtspunten is mobiliteit. Het woon-werkverkeer is in onze dienstverlening een van de grootste vervuilers. Schoonmaakwerk gebeurt vaak aan de randen van de dag, soms tweemaal op dezelfde locatie, waardoor medewerkers meer moeten reizen. We gaan nu vaker over op dagschoonmaak, want dat scheelt enorm in het woon-werkverkeer. Dit vergroot ook de tevredenheid van onze schoonmaakmedewerkers, want die komen liever overdag en hoeven minder te reizen. Hierover kunnen we met onze klanten goed in gesprek gaan, zij zien ook de impact op de CO2-uitstoot, waardoor schoonmaak overdag alleen maar winnaars oplevert.’

Is het mogelijk klanten te overtuigen van de toegevoegde waarde van duurzaam werken?
‘Vaak gaat bij duurzaamheid de aandacht uit naar consumenten, maar werkgevers hebben hierin minstens zo’n grote rol te vervullen. Er zijn negen miljoen werkenden die CO2 uitstoten op hun werk. Niet alleen moeten wij energieneutraal zijn, we moeten ook de klant uitleggen welke duurzaamheidsnormen we hanteren. We stellen niet alleen eisen aan onze leveranciers, maar ook aan klanten. Wij kopen bijvoorbeeld veiligheidsschoenen in die volledig circulair zijn in Nederland, gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daar wijken wij niet vanaf, ook al zijn andere veiligheidsschoenen wellicht goedkoper. En wij stellen eisen aan de opkomstruimtes voor onze schoonmaakmedewerkers. Dat kunnen niet meer vochtige, koude of tochtige ruimtes zijn. Moet hier iets aan verbeterd worden, dan investeren we desnoods samen. Deze boodschap heeft effect op de klantbeleving. Die werkt door naar de schoonmakers, die zich prettiger voelen. Ik ben ervan overtuigd dat dit terugkomt in de kwaliteit die ze leveren.’

Hoe belangrijk is het om hierover te rapporteren in de duurzaamheidsverslaggeving?
‘Meten is weten, anders wordt duurzaamheid vrijblijvend. Duurzaamheid wordt sterker als je weet waar die vandaan komt, waar je heen wil en welke stappen je te nemen hebt. Zolang je je maar niet verstopt achter verplichte rapportages, anders verwordt dit tot greenwashing. Wil je als bedrijf een maatschappelijke bijdrage leveren, doe dat dan uit volle overtuiging.’

Voelt u als ondernemer meer verantwoordelijkheid sinds het winnen van de Koning Willem l Prijs?
‘De verantwoordelijkheid om het familiebedrijf relevant te maken voor de volgende generatie voelde ik al. Ik wil ondernemen op de goede manier, luisteren naar wat er gebeurt. Het winnen van de prijs heeft dit gevoel versterkt. De lat is in dat opzicht niet lager komen te liggen.’ 

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 08 2023.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 03-10-2023

facebook