Manon van Beek (TenneT): 'Zo laat je een systeemtransitie slagen'

Manon van Beek (TenneT): 'Zo laat je een systeemtransitie slagen'
Hoogspanningsnetbeheerder TenneT is een spin in het web van de transitie naar duurzame energie. Manon van Beek móest gewoon ja zeggen toen zij werd gevraagd als bestuursvoorzitter. Daarmee ging ze juni 2018 een grote uitdaging aan: ‘Duurzaamheid, leveringszekerheid en betaalbaarheid zijn eigenlijk niet in evenwicht te houden. Toch is dat de opgave waar we voor staan.’

Duty is calling: dat voelde Manon van Beek toen ze vorig jaar werd benaderd voor de functie van bestuursvoorzitter bij de Nederlands-Duitse hoogspanningsnetbeheerder TenneT. Het is de voorlopige kers op de taart van haar loopbaan. Voor organisatieadviseur Accenture begeleidde ze in de afgelopen kwart eeuw tientallen transformaties, met de energiesector als rode draad. 

‘Mijn allereerste project voor Accenture was bij energieleverancier Edon in Zwolle. Toen zag ik al hoe ontzettend veel er te gebeuren stond in die sector. Een paar jaar later heb ik bewust besloten meer en meer de kant van duurzaamheid en energietransitie op te gaan. Omdat er veel te transformeren valt, wat gewoon mijn vak is, én omdat de maatschappelijke impact ervan zo groot is. Ik kan mezelf veel beter motiveren voor dingen die ertoe doen. Alles wat ik belangrijk vind, komt hier wel heel ideaal samen. TenneT is met z’n hoogspanningsnetwerk een spin in het web van de transitie naar duurzame energie. Daar leiding aan geven: dat moest ik gewoon doen, hoe spannend ik het werken bij Accenture ook vond en vind.’

U heeft bij Accenture inderdaad ruim 20 jaar in allerlei rollen en functies gewerkt, op het laatst als country managing director Nederland. Wat neemt u van uw ervaring mee naar TenneT, naast uw kennis van de energiesector?
‘Het feit dat ik zo veel transformaties heb begeleid van zowel energie- als niet-energiebedrijven is natuurlijk heel waardevol. Ik heb gezien hoe het moet én hoe het niet moet, want je wordt ook vaak gevraagd om te helpen als het misgaat. Wat ik ook meeneem, is mijn visie dat het altijd mensenwerk is. TenneT is een mooi, succesvol en complex bedrijf met waanzinnig veel infrastructuur en 22 miljard euro aan assets op de balans, maar uiteindelijk zijn onze mensen de belangrijkste asset, net als bij alle andere bedrijven waar ik heb gewerkt. Niet onbelangrijk is verder mijn netwerk. Bij Accenture had ik klanten en relaties uit de hele keten van de energiesector, dus ik ken veel van de partijen met wie we nu samenwerken persoonlijk. Dat is essentieel bij de energietransitie. Je kunt heel veel regelen met techniek en voortschrijdende digitalisering, maar uiteindelijk gaat het om samenwerken en samen een visie op de toekomst ontwikkelen.’

Deze serie interviews gaat over transformeren. Hoe omschrijft u dat begrip en wat impliceert het voor de energiesector?
‘Een transformatie is voor mij iets dat onvergelijkbaar is met wat we vandaag hebben. Het gaat om een andere dimensie, iets dat niet meer kan en mag worden teruggebracht in de oude staat. Toegepast op deze sector betekent het dat het energiesysteem van de toekomst in niets meer lijkt op dat van vandaag. Het is echt een systeemtransitie. TenneT zit in het vakgebied van de elektriciteit en de elektronen, maar dat is uiteindelijk slechts een beperkt deel van de hele energievoorziening. Het netwerk van de toekomst gaat over de landsgrenzen en over de grenzen van alleen elektriciteit heen. Het gaat om vraagstukken als: hoe kunnen we de bestaande netten beter benutten? Hoe kunnen we innoveren? Hoe kunnen we systemen koppelen? Hoe kunnen bedrijven in de sector slimmer samenwerken? De energietransitie is enorm gebaat bij een veel beter op elkaar afgestemde Europese agenda, gebaseerd op een Europese visie en met de juiste prikkels – zoals een regelgevend kader – om die transitie daadwerkelijk te realiseren. Dat is een grote uitdaging.’

Transformaties gaan altijd gepaard met pijn en dilemma’s. Wat is de grootste uitdaging als het gaat om de energietransitie?
‘De maatschappelijke acceptatie ervan. De duurzame energietransitie vraagt om een enorme uitbreiding van het net voor transport van elektriciteit. Voor de komende tien jaar heeft alleen TenneT al een investeringsagenda van 35 miljard in Nederland en Duitsland. Los van het geld dat ermee is gemoeid, gaat het om grote infrastructurele projecten. Over tien jaar staat er 25 gigawatt aan windparken op de Noordzee: genoeg om 30 miljoen mensen een heel jaar lang van duurzame energie te voorzien, elk jaar weer. Het wordt dus heel vol op de Noordzee en in allebei de landen waarin we opereren – Nederland en Duitsland – komt daar meer en meer weerstand tegen, terwijl het tegelijkertijd harder nodig is dan ooit. Behalve op het water komt de netuitbreiding ook op het land. Iedereen wil duurzame energie, maar niemand wil een windmolen of hoogspanningsmast in zijn omgeving, bij wijze van spreken. Daar toch acceptatie voor krijgen is een spannend en soms pijnlijk proces.’

Hoe denkt u in dat verband over autonome systemen, onafhankelijk van het energienet, zoals een park zonnepanelen?
‘Daar ben ik een grote fan van, maar je moet het wel in perspectief zien. Laatst was ik in gesprek met een minister van een Duitse deelstaat die alles decentraal wilde oplossen. Ik heb hem toen voorgerekend dat er om genoeg energie op te wekken alleen al in zijn regio 20 miljoen zonnepanelen nodig zouden zijn. Is dat realistisch? Ik ben niet trots op het feit dat we 35 miljard moeten investeren in hoogspanningsinfrastructuur op land en op zee, maar dat is helaas geen luxe. We hebben dit bedrag alleen al nodig om het basisnetwerk te bouwen dat de energietransitie moet faciliteren. Als autonome systemen eraan bijdragen dat de uitgaven niet nog verder groeien, is dat geweldig. Ook als TenneT proberen we extra investeringen te vermijden of te beperken door innovatie en slimme samenwerking. In dat kader hebben we onlangs samen met Gasunie de Infrastructure Outlook 2050 gepresenteerd. Daarin onderzoeken we welk netwerk er in 2050 nodig is om een duurzaam energiesysteem in Nederland en Duitsland goed te laten functioneren, uitgaande van de klimaatdoelstellingen van Parijs. Het feit dat we in Nederland van het aardgas af willen, is ook een kans. Wellicht kunnen we op momenten van overschotten aan zonne- en windenergie onze elektronen omzetten in waterstofmoleculen en die vervoeren door dat enorm waardevolle gastransportnetwerk. Zoals ze in het Duits zo mooi zeggen: “Wir sind alle vernetzt”, dus waarom zou je het bestaande gasnet niet gebruiken voor nieuwe, verstandige dingen? Onze onafhankelijke positie is daarbij een privilege, maar brengt ook de morele verplichting met zich mee om verder te denken dan de grenzen van ons eigen land en ons eigen netwerk. Niet voor niets hebben we onlangs een nieuwe afdeling energy system planning in het leven geroepen. Die gaat onderzoeken of er meer van zulke samenwerkingsprojecten als met Gasunie mogelijk zijn.’

Als eigenaar van het hoogspanningsnet in heel Nederland en in grote delen van Duitsland heeft TenneT als primaire taak het zorgen voor een betrouwbare, veilige en constante elektriciteitsvoorziening. In hoeverre staat dat op gespannen voet met verduurzaming?
‘TenneT staat inderdaad voor security of supply. Onze grote uitdaging is het om de leveringszekerheid – die nu 99,998 procent bedraagt – straks te handhaven in een compleet nieuw systeem dat uitgaat van duurzame, fluctuerende bronnen. Zon en wind kun je niet aan- of uitschakelen. Ze zijn er of ze zijn er niet. Het zal a hell of a job worden om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen als we meer dan 80 procent duurzame energie bereiken, helemaal om dat op een betaalbare manier te doen. Duurzaamheid, leveringszekerheid en betaalbaarheid zijn eigenlijk niet in evenwicht te houden. Toch is dat de opgave waar we voor staan.’

Hoe denkt u het onmogelijke toch mogelijk te maken?
‘Dat lukt alleen door het inbouwen van flexibiliteit. Grensoverschrijdend samenwerken, bijvoorbeeld door het rechtstreeks importeren van een overschot van een windmolenpark in Duitsland naar Nederland of andersom, is daarbij een mogelijkheid. Technisch kan dat, dus het gaat om de wil en de regelgeving. Flexibiliteit bereik je ook door opslag: kleinschalig door zonne-energie bijvoorbeeld op te slaan in thuisaccu’s, grootschalig door overtollige elektriciteit van windmolens om te zetten in groene waterstof. Daarmee zou je bijvoorbeeld de moeilijk te elektrificeren industrie kunnen verduurzamen. Aan de klantenkant zullen we de flexibele vraag moeten stimuleren: hoe prikkelen we afnemers meer energie te gebruiken als het waait en minder als het niet waait? Tenslotte hoort bij flexibiliteit wel degelijk ook de inzet van conventionele energiebronnen. Gascentrales blijven voorlopig nodig om snel te kunnen opschalen als er ergens disbalans in het netwerk dreigt te ontstaan. We zitten kortom niet in de luxepositie dat we kunnen kiezen voor één oplossing of strategie. Het is en, en, en...’

Vraagt de energietransitie ook om veranderingen in de interne organisatie van TenneT?
‘We zijn de afgelopen jaren gegroeid van een paar honderd naar 4.500 mensen en een waarde van 22 miljard euro en we zijn een prachtig, gezond bedrijf. Toch hebben we een paar maanden geleden in de raad van bestuur geconcludeerd: what got us here, won’t bring us there. Als we op de huidige manier doorgaan, hebben we over een aantal jaren een uitdaging. Ook intern moeten we ons slimmer organiseren om klaar te zijn voor de gigantische groeiagenda die eraan zit te komen. We zijn begonnen aan de top, met nieuwe benoemingen en verantwoordelijkheden in de raad van commissarissen en de raad van bestuur. Binnenkort volgt de tweede managementlaag en zo gaat het verder. Dat is best een spannend proces. Je haalt mensen uit een warm bad en gaat de boel bewust opschudden. Soms is het pijnlijk, maar dat hoort erbij als je wilt transformeren. Anders boek je geen vooruitgang.’

Heeft TenneT de juiste mensen in huis voor de toekomst? Bij Accenture heeft u zich ingezet voor meer diversiteit. Is dat hier ook uw missie?
‘Diversiteit heeft bij TenneT veel aspecten: de balans tussen Nederlandse en Duitse werknemers, tussen mannen en vrouwen, technische en niet-technische functies, ervaren mensen en jong talent… Van onze werknemers is nu nog 78 procent man, maar het is te simpel om te zeggen dat het komt omdat het een technisch bedrijf is. De markt waarin we talenten zoeken, is nu te eenzijdig samengesteld en dus moeten we ervoor zorgen dat de taart groter wordt. Daarom hebben we een partnership met de TU Delft, waarbij wij een hoogleraar, overigens een TenneT-collega, betalen die twee tot drie dagen lesgeeft op de universiteit om zo studenten, ook vrouwen, te interesseren voor deze sector. Daarom hebben we tien stageplaatsen voor vluchtelingtalenten. Daarom voeren we momenteel een discussie over onze eis dat werknemers Nederlands of Duits moeten spreken. Waarom zou dat vanaf een bepaald niveau of functie niet ook Engels kunnen zijn? Dan zouden we onze talentpool meteen enorm vergroten. TenneT zelf heeft voor dit jaar alleen al honderden vacatures, maar voor de energietransitie zijn in de hele sector tienduizenden mensen nodig. Het heeft weinig zin om medewerkers bij elkaar weg te kapen, want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje en zijn van elkaar afhankelijk. Ik geloof in gelijke kansen, maar los daarvan kan niemand in deze sector het zich permitteren om niet naar vrouwelijk of etnisch talent te zoeken.’

U zet zich voor vluchtelingen in als voorzitter van het stichtingsbestuur van de Refugee Talent Hub, bent betrokken bij de stichting Topvrouw van het Jaar en heeft daarnaast nog een aantal andere nevenfuncties bij maatschappelijke organisaties. Hoe combineert u dat allemaal met uw functie bij TenneT?
‘In mijn hoofd zijn het geen dingen die ik erbij of ernaast doe. Ik zie vooral verbinding en samenhang. Voor een aantal stichtingen kan ik alleen al veel betekenen door mijn netwerk ter beschikking te stellen. Ik hoef er dus niet per se hele avonden door te brengen. Tegelijk heb ik het nodig om me op deze manier in te zetten. Ik krijg er energie van en ik kan er mijn passie voor mensen in kwijt. Het maakt me denk ik ook een betere leider. Bij TenneT ben ik met miljardeninvesteringen bezig. Als ik dan ’s avonds of in het weekend naar een van de stichtingen ga en we proberen daar in een piepkleine begroting ruimte te vinden voor het inhuren van een paar vluchtelingen of het laten doorstromen van een jonge vrouw, dan voel en ervaar ik dat grote impact uiteindelijk begint met zulke kleine acties. Een beroemd lied uit de film The Lion King is The Circle of Life, met daarin de zinsnede: You should never take more than you give. Dat probeer ik na te leven. De kringloop van het leven is een natuurwet, maar geldt ook voor leiderschap. Als leider van een bedrijf mag – en voor mezelf geldt: moet – je best een deel van je tijd en inzicht als ambassadeur inzetten voor maatschappelijke thema’s.’

Gepubliceerd in Management Scope 06 2019.

facebook