Multicommissaris Eelco Blok: ‘Greenwashing is onacceptabel’

Multicommissaris Eelco Blok: ‘Greenwashing is onacceptabel’
In de Top-100 Commissarissen staat hij inmiddels op de 29e plaats: voormalig KPN-ceo Eelco Blok heeft zijn draai meer dan gevonden als toezichthouder. Commissarissen spelen volgens Blok een cruciale rol bij het belangrijkste thema van nu: ‘Je kunt pas spreken van een serieus duurzaamheidsbeleid als je een agressieve tijdlijn neerzet. Commissarissen moeten het bestuur overtuigen dat dat de beste strategie is.’ 

Eelco Blok maakt naam als commissaris. Sinds zijn vertrek als ceo bij telecomconcern KPN, in 2018, is Blok voornamelijk in toezichthoudende functies actief, onder meer bij ‘verlichtingsdienstverlener’ Signify en bij de grote internationale telco’s Telstra en OTE. Hoewel Blok een veelgevraagd commissaris is, zegt hij lang niet op elke toezichthoudende functie ‘ja’. Want van één ding is hij overtuigd: ‘Een commissariaat moet bij me passen. Ik moet het gevoel hebben van toegevoegde waarde te kunnen zijn’, zegt hij in gesprek met Charles Honée, partner bij advocatenkantoor Allen & Overy. Bloks nieuwe carrière als multicommissaris smaakt naar meer. Hij vindt dat de tijd nu rijp is voor een voorzitterschap. ‘De dynamiek tussen chairman en ceo is cruciaal voor het reilen en zeilen van een bedrijf.’
Het is een goed jaar voor Eelco Blok. Hij mocht dit jaar drie nieuwe kleinkinderen verwelkomen, en hij geniet daarvan, maar niet op vaste opa-dagen. Daarvoor is Blok nog altijd veel te druk met commissariaten en adviesfuncties. De spaarzame tijd die overblijft, brengt de voormalig KPN-topman bovendien ook nog graag op het water door. Blok is fanatiek wedstrijdzeiler. Met zijn vrouw vaart hij graag met de motorboot. 

Ceo Eelco Blok is commissaris Eelco Blok geworden. Als ik zo naar u kijk, zie ik een ontspannen man. Klopt dat? Bevalt het?
‘Ja, ik heb veel plezier in alle dingen die ik op dit moment doe. Mijn commissariaten vind ik stuk voor stuk superleuk. Al is het eind van het jaar traditioneel een drukke periode, met veel meetings en overleg. Dus van heel veel ontspanning is momenteel geen sprake. Maar goed, de boot ligt in de winterstalling, dus er is voldoende tijd voor serieuze zaken.’

Laten we eens een blik werpen op uw huidige portefeuille als commissaris. Die bevat een aanzienlijke internationale component met twee buitenlandse telecombedrijven: het Australische Telstra en het Griekse OTE. Hoe zijn die twee concerns op uw pad gekomen?
‘Voor Telstra, het nummer 1 telecomconcern in Australië, werd ik benaderd door een executive searcher. De ceo van Telstra, Andy Penn, kende ik al goed uit mijn KPN-tijd. We hadden altijd al een klik. We zijn in gesprek gegaan en ik had al vrij snel het gevoel dat ik toegevoegde waarde kon hebben in die board, met name door mijn ervaring bij KPN. Er waren allerlei overeenkomsten. Telstra is net als KPN een frontrunner op vrijwel elk terrein. Het concern was bovendien bezig met een change-programma en ook dat kwam me bekend voor van mijn tijd als ceo bij KPN. Het leek me een aantrekkelijke organisatie. De ambities van dit bedrijf lagen helemaal in lijn met hoe ik vind dat een telco met verandering bezig zou moeten zijn.’

Was het voor ceo Penn niet spannend om de voormalig ceo van een ander groot telecombedrijf in zijn rvc te krijgen?
‘Nee, dat gevoel heb ik niet. Hij stond en staat juist heel erg open voor mijn input. Telstra wilde graag de diversiteit in de raad verbreden, een iets internationalere scope krijgen. Daarom hadden ze al twee buitenlanders aangetrokken. Ik was de derde. Die andere twee kende ik ook goed, dus dat was prettig.’

En OTE, wat is uw bijdrage daar?
‘Voor OTE ben ik indirect benaderd door Deutsche Telekom. Zij hebben een meerderheidsbelang in OTE en waren op zoek naar een nieuwe independent non-executive, iemand die de belangen van de minority shareholders kon vertegenwoordigen. Dat leek me buitengewoon boeiend om op te pakken, vooral vanwege de dynamiek tussen de kleinere aandeelhouders met de grootste aandeelhouder. In drie jaar is het me gelukt om een goede band op te bouwen met de kleinere aandeelhouders en een brug te slaan naar de grootaandeelhouder. Ik denk dat dat mede door mijn inbreng nu beter loopt en dat ik daar toegevoegde waarde bij OTE heb.’

Hoe komt het dat u dat gelukt is?
‘Dat komt voornamelijk door mijn achtergrond, door de ervaring die ik heb opgedaan als ceo en in andere board-posities. Door mijn ervaring weet ik hoe belangrijk de boardroom dynamics zijn en hoe belangrijk een goede relatie is tussen rvb en rvc – en dan met name de relatie tussen chairman en ceo.’

Daar kom ik zo op terug. Eerst nog even verder over uw portefeuille. Wat is uw toegevoegde waarde als commissaris bij Fairphone, een toch bescheiden Nederlandse telecomonderneming die een ‘eerlijke’ smartphone produceert?
‘Fairphone is een prachtig initiatief, maar van een totaal andere orde dan Telstra of OTE. Ze timmeren flink aan de weg, zijn inmiddels een scale-up met een op duurzaamheid gebaseerd businessmodel dat zich inmiddels ook heeft bewezen. Het bedrijf heeft de afgelopen twee jaar een mooie groei laten zien. Ik adviseer bij de volgende groeiversnelling en ik zet mijn netwerk voor ze in. Fairphone heeft nu bijvoorbeeld te maken met leveringsproblemen van de chips voor hun nieuwe smartphone, de Fairphone 4. Ongelooflijk zuur. Dan probeer ik te helpen door via mijn netwerk op wat knoppen te drukken.’

Waarom trok Signify u aan?
‘Signify is een razend interessant bedrijf, vooral vanwege de grote transformatie die daar plaatsvindt. Van traditioneel licht naar led en van producten naar diensten. Een heel interessante transitie, met veel oog voor duurzaamheid. Daar draag ik graag aan bij.’

Duurzaamheid is wel het thema van 2021. Hoe vindt u dat een commissaris met dat thema moet omgaan?
‘Ik vind het heel belangrijk dat ceo’s en raden van bestuur verantwoordelijkheid nemen op dit vlak. Hoe groter het bedrijf is, hoe groter de verantwoordelijkheid. Dat is mijn overtuiging. Verantwoordelijkheid nemen, betekent vooral zichtbare en relevante actie ondernemen. Geen woorden maar daden. Windowdressing of greenwashing vind ik onacceptabel. Het moet meer zijn dan alleen een mooi verhaal. Als commissaris eis ik dat er serieus aandacht voor is. Daarbij vind ik dat je pas echt kunt spreken van een serieus duurzaamheidsbeleid als je een agressieve tijdlijn neerzet. Een bedrijf moet verder willen gaan dan de klimaateisen van de overheid. Als je echt ambitieus bent, dan zit je agressiever in die wedstrijd. En bovendien, hoe groter je bent, hoe agressiever je zou moeten zijn. En ik vind dat je als raad van commissarissen een cruciale rol hebt om het management ervan te overtuigen dat dit op de lange termijn de beste strategie is.
Het goede nieuws is wel dat dit onderwerp veel prominenter op alle board-agenda’s staat dan vier jaar geleden. Als ceo van KPN vond ik duurzaamheid al een belangrijk onderwerp. Ik ben er ook trots op dat we destijds vooropliepen. Wij waren in 2015 al CO2-neutraal. Natuurlijk, dat was voor een klein deel ook door het kopen van certificaten, maar we toonden daadkracht. We waren een van de eerste investeerders in wind op zee. Sindsdien is duurzaamheid alleen maar een belangrijker thema geworden.’

U zit ook nog in de rvc van VolkerWessels, dat in 2020 de beurs verliet. Kent dat een heel andere dynamiek?
‘Dat valt mee hoor. Ik zie niet meteen heel grote verschillen tussen niet-beursgenoteerd en genoteerd. Het belangrijkste verschil is misschien dat het in de huidige setting als commissaris net iets makkelijker is om in het bedrijf een rol te spelen. Ik zit iets dichter op de business, de lijntjes zijn wat korter, je kunt iets makkelijker informatie krijgen. Een beursgenoteerd bedrijf heeft wat meer te maken met regelgeving en formaliteiten. Dat is allemaal net iets strikter, buiten de beurs is het net iets minder formeel.’

U loopt nu een tijdje mee als toezichthouder in zowel Nederland als het buitenland. U kunt dus goed vergelijken. Wat valt u op op het terrein van regulering? Kan Nederland nog iets van het buitenland leren?
‘Nederlandse bedrijven zullen het niet leuk vinden, maar ik denk dat we in Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan de consumentenbescherming in Australië. Dat is daar veel beter geregeld, de regels zijn scherper, het toezicht beter geregeld. We zouden in Europa iets meer die kant op moeten bewegen. En we hoeven daar ook geen angst voor te hebben: bedrijven die het goed doen, hebben helemaal geen last van de regelgeving. Bedrijven die willen verbeteren hebben er evenmin last van. Alleen bedrijven waar het niet goed gaat en die niet bereid zijn stappen te zetten, komen in de problemen. Maar hoe erg is dat? Dat is alleen in het voordeel van de consument.’

Hoe kiest u uw commissariaten eigenlijk?
‘Een commissariaat moet bij me passen. Ik moet het gevoel hebben van toegevoegde waarde te kunnen zijn. Dat begrip komt steeds terug. Ik vind dat je alleen ergens commissaris moet worden als je inhoudelijk iets in te brengen hebt. Idealiter moet je altijd eerst kijken waar het bedrijf staat, waar ze naartoe willen en of jij daar als commissaris inhoudelijk iets aan toe te voegen hebt. Als de toegevoegde waarde ontbreekt, heb je weinig bij een bedrijf te zoeken. Dan kan een commissariaat misschien best interessant of eervol zijn, maar ik zou er geen energie van krijgen.’

Pleit u voor een soort van industrie-expertise?
‘Laat ik voor mezelf spreken: als ik ergens voor word gevraagd ga ik alleen in op posities bij bedrijven in de telecomsector, of sectoren die daar heel dicht tegenaan zitten. Omdat daar mijn expertise ligt en omdat ik daar toegevoegde waarde kan hebben. In deze sector ben ik op de hoogte van alle ins en outs, ik weet wat er speelt. De ontwikkelingen gaan zo razendsnel, als je even niet actief bent in een sector, loop je heel snel achter.’

U had het net al even over boardroom dynamics. Wat is daar een belangrijk inzicht dat u als commissaris hebt opgedaan?
‘Wat ik uitermate belangrijk vind, is de rol van de voorzitter van de rvc. De dynamiek tussen chairman en ceo is van cruciaal belang voor het functioneren van zowel de rvb als de rvc, is cruciaal voor het reilen en zeilen van een bedrijf. Dat wist ik al uit mijn tijd bij KPN, maar die mening is door mijn werk als toezichthouder alleen maar versterkt. Een goede dynamiek tussen chairman en ceo staat voorop.’

Ambieert u zelf de positie van chairman?
‘Zeker, absoluut. Ik denk dat ik inmiddels voldoende bagage heb om ergens voorzitter te worden. Je moet echt ervaring hebben om te kunnen weten hoe belangrijk de rol van de voorzitter is en hoe je die moet invullen. Ik heb het gevoel dat ik de benodigde kilometers daarvoor inmiddels op mijn teller heb staan.’

Dit artikel is gepubliceerd in Management Scope 01 2022.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 15-12-2021

facebook