Shell CEO Peter Voser stelt vraagtekens bij subsidie windmolenpark
02-11-2010 Shell vindt de miljardensubsidie van de Nederlandse overheid voor twee windmolenparken op de Noordzee onverstandig. Dat schrijft het Financieele Dagblad (FD) vandaag op de voorpagina.
Op de uitreiking van de jaarlijkse FD Henri Sijthoff-Prijs voor de beste financiële verslaggeving, heeft topman Peter Voser van Shell geuit dat de aanleg van windparken tientallen keren duurder is dan de bouw van een moderne gasgestookte centrale, zo meldt het FD.
Topman Peter Voser
'Deze twee parken hebben een gezamenlijke capaciteit van 600 megawatt', zegt Voser tegen de krant. 'Maar gezien de schommelingen in de productie komt dat feitelijk neer op dezelfde hoeveelheid elektriciteit als een moderne gasgestookte elektriciteitscentrale van 200 megawatt.' Die kost volgens de bestuursvoorzitter van Shell 280 miljoen euro.
Bard Groep
Het ministerie van Economische Zaken schreef de 4,5 miljard euro aan subsidie voor windenergie op zee uit aan de Duitse Bard-groep. Deze parken mogen 55 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog worden aangelegd.
Bezwaar Nuon en Eneco
Tot groot ongenoegen van Eneco en Nuon, die destijds formeel bezwaar indienden tegen de toekenning van de subsidiepot aan Bard. Beide energieconcerns zijn van mening dat het Duitse bedrijf naast de subsidie onvoldoende kapitaal heeft om de bouw van de windparken te realiseren.
Windmolenpark Egmond aan Zee
Shell is er echter niet zeker van of de subsidie van de overheid überhaupt wel zinvol is, stelt het FD. De oliemaatschappij is zelf deeleigenaar en -exploitant van het eerste Nederlandse windmolenpark op de Noordzee, voor de kust bij Egmond aan Zee. Zonder overheidssteun had de bouw van dit windenergiepark nooit plaats kunnen vinden. 'Misschien is dat iets om in gedachten te houden' bij de plannen voor miljardensubsidies, oppert Voser tegen het FD.