Spagaat

Spagaat
Winst maken met een moreel besef. Het blijft een lastige spagaat waar veel organisaties zich moeilijk raad mee weten. Want is een wereld die beheerst wordt door geld en groei wel te verenigen met een morele wereld?

Enerzijds is er de noodzaak om te groeien en te presteren, anderzijds is er de maatschappelijke druk om dat enigszins ethisch en transparant te doen. Welk belang weegt dan zwaarder, het economische of het ethische? Het is misschien niet te prijzen, maar wel begrijpelijk wanneer de moraal van een organisatie ondergeschikt is aan de economische doelstellingen. Toch lijkt het erop dat bedrijven zich het niet meer kunnen permitteren om alléén maar money driven te zijn. Dat heeft niet eens te maken met idealistische motieven die vallen onder de paraplu van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bedrijven moeten in dit digitale tijdperk vooral alert zijn op een natuurkracht die zich maar heel lastig laat beteugelen: beeldvorming. Als ze niet oppassen, kan publieke verontwaardiging zelfs leiden tot hun ondergang.

Een incident waarover ophef ontstaat, kan binnen no time niet alleen een organisatie beschadigen, maar ook een hele sector in het verdomhoekje zetten. Sociale media werken daarbij als katalysator, omdat de drempel om publiekelijk ons ongenoegen te uiten (je hoeft er niet eens een expert of autoriteit voor te zijn) bijzonder laag is geworden. Een snedige tweet over je bedrijf kan uitgroeien tot een veelkoppig monster van retweets. Dan wordt het heel moeilijk om tegenwicht te bieden aan deze golf van negativiteit. Hoe ga je hier als bestuurder of commissaris mee om? Laat het morele zich überhaupt managen? Je stilhouden en wachten tot de storm overwaait, lijkt in ieder geval geen optie meer.

Private equity is typisch zo’n sector die snel ten prooi valt aan negatieve sentimenten. Annemarie Jorritsma is sinds 1 september voorzitter van de NVP, de branchevereniging van participatiemaatschappijen in Nederland, en zegt (pagina 106): ‘Als je niet goed uitlegt hoe deze sector werkt, heeft het publiek de neiging allerlei verwijten richting de sector te doen. Op basis van incidenten wordt dan geprobeerd de hele sector te reguleren. Dat lijkt me niet verstandig, je kunt gemakkelijk iets kapot maken. Je moet er niet aan denken dat private equity niet meer beschikbaar zou zijn voor het mkb.’ Jorritsma ziet daarom meer in zelfregulering.

De roep om meer transparantie en meer regels is ook onderwerp van gesprek van de door Jan Hommen voorgezeten rondetafeldiscussie tussen Elco Brinkman, Cees van Rijn en Marc Staal. Laatstgenoemde is evenmin voorstaander van meer regelgeving, omdat meer regels de zoektocht naar een schuldige alleen maar in de hand zouden werken. Staal: ‘Het is belangrijk dat we ons blijven afvragen waarvoor al die regelgeving eigenlijk is bedoeld; schieten we niet ons doel voorbij?’ Maar het heeft volgens Staal ook geen zin om in je schulp te kruipen: een defensieve houding werkt contraproductief. In plaats daarvan zouden bedrijven moeten anticiperen op wat er fout zou kunnen gaan. Brinkman beaamt dat er meer risicobewustzijn moet komen: ‘Bij aanvang moet je al bedenken hoe je gezamenlijk naar buiten treedt, ongeacht of er iets goed of fout gaat, zodat je daarna snel kunt inspelen op gebeurtenissen.’ Want stilzitten als je geschoren wordt, mocht in vroeger tijden dan nog wel soelaas bieden – in het digitale tijdperk kunnen organisaties en managers er maar beter voor zorgen dat ze hun woordje klaar hebben, nog voordat de kritiek is geventileerd. Daarnaast kan het uiteraard geen kwaad om serieus na te denken over hoe je als decision maker de winkel op een fatsoenlijke manier kunt overdragen aan een volgende generatie.

Walter Vesters, Hoofdredacteur a.i. Management Scope

facebook