De nevenfunctie van Wilco Jiskoot

'Na elke meeting kom ik fluitend thuis'

Wilco Jiskoot in gesprek met Gert van der Houwen

De nevenfunctie van Wilco Jiskoot
In deze rubriek vertellen bestuurders en commissarissen over een bijzondere nevenfunctie die zij vervullen. Wilco jiskoot is voorzitter van de raad van commissarissen van Hema, commissaris van Jumbo en oud-bestuurder van ABN Amro maar ook voorzitter van het bestuur van Right To Play Nederland. 

Hoe is deze nevenfunctie op uw pad gekomen?
‘Ik werd benaderd door een Amerikaanse kennis. Hij wilde me eigenlijk een rol geven bij een grote private- equityfirma, maar daar had ik geen zin in. Toen vroeg hij me of ik van sport houd. Nou, ik ben een absolute sportfreak! Hockey, voetbal, golf, schaatsen… Hij bleek een vriend van Johann Olav Koss te zijn, de Noorse schaatslegende en de grote man achter Right To Play. Twee maanden later heb ik Koss ontmoet. Ik was meteen verkocht. Wat een gepassioneerde kerel is dat.’

Waarom is een nevenfunctie als deze voor u belangrijk?
‘Als je in de gelukkige omstandigheid bent dat je een goede positie hebt, dan is het leuk om iets terug te doen voor de maatschappij. Als je niet oppast, kun je hier trouwens 7 dagen per week, 24 uur per dag mee bezig zijn. Het houdt nooit op, je moet altijd weer nieuwe dingen bedenken, nieuwe dingen doen, nieuwe mensen benaderen. Ik probeer het werk tot anderhalve dag per week te beperken. Ik krijg er veel voor terug, een hoop energie. Als ik een meeting heb gehad, kom ik altijd weer fluitend thuis.’

Beveelt u een dergelijke nevenfunctie aan de jonge generatie aan?
‘Zeker. Het is goed om te zien dat niet alles vanzelf komt en gaat. Het werkt ook louterend. Ik moet zeggen: als ik het leven nog een keer over moest doen, zou ik mijn mensen meer stimuleren er iets naast te doen. Ik denk dat je daar een beter mens van wordt. Het helpt je in ingewikkelde situaties anders te denken.’

Hoe zit het met de professionaliteit van de organisatie?
‘Ik was verbaasd over de kwaliteit en de professionaliteit. Stel dat ik bij een houtje-touwtje-club terecht zou komen? Het tegendeel bleek waar. Het is bijna te professioneel. De jaarstukken gaan gepaard met uitgebreide verslagen van zowel interne als externe accountants. Er worden oeverloos veel rapporten gemaakt. Van mij zou dat best een tandje minder mogen.’

Hoe belangrijk is een boegbeeld als Johann Olav Koss?
‘Heel belangrijk. Deze man is zo inspirerend. Ik heb wel eens bijeenkomsten bezocht waar mensen na afloop met de portemonnee geopend op hem af kwamen.’

Was Koss uw grote schaatsheld?
‘Nou, ik kom uit de tijd van Ard en Keessie hè... Kees Verkerk was mijn held, een klein boefje, heerlijk. Maar Koss is natuurlijk ook een van de hele groten. Ik vind het altijd leuk om hem een beetje te plagen met de Nederlandse schaatssuccessen. Stuur ik hem een sms’je als we goud winnen, haha. We lachen veel.’

Gepubliceerd in Management Scope 07 2019

facebook