Duurzame productie: realisme, geen idealisme
Earth Overshoot Day, de dag waarop we evenveel grondstoffen hebben verbruikt als de aarde in 365 dagen kan produceren, viel dit jaar op 1 augustus: nog nooit eerder viel deze dag zo vroeg in het jaar. Het Global Footprint Network, ook bekend van de ecologische footprint, stelt deze datum jaarlijks vast op basis van de totale hoeveelheid land, water en biomassa die we gebruiken. Als iedereen zou leven zoals we dat in Nederland doen, hebben we 3,5 aardbol nodig – wereldwijd ligt het gemiddelde op ongeveer 1,7. We gebruiken dus veel meer dan de aarde aankan, terwijl onze bevolking de komende decennia alleen maar verder zal toenemen.
Het antwoord hierop is simpel: meer doen met minder. De uitvoering is echter een stuk ingewikkelder. Het betekent de productie van betere producten en het terugbrengen van de ecologische footprint-indicatoren, bijvoorbeeld CO2-uitstoot en niet-recyclebaar materiaal. Deze mentaliteitsverandering (zie ook ‘Dit kun je als bedrijf niet alleen’ op pagina 12) is niet ingegeven door abstracte idealen, maar werkelijke en dringende zorgen. Snelle technologische en digitale ontwikkelingen bieden gelukkig waardevol gereedschap om deze uitdagingen aan te gaan. Ook de sustainable development goals (SDG’s) ofwel duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties bieden een waardevol strategisch kader (Zie ‘innovatieve idealen op pagina 11). Het nastreven van deze doelen moet in 2030 een einde maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. Geen gemakkelijke opgave, maar met de nieuwe technologieën die de vierde industriële revolutie biedt, kunnen producerende bedrijven hun kosten omlaag brengen en bijdragen aan deze doelen.
In Nederland werken grote bedrijven als AkzoNobel, DSM, FrieslandCampina, Heineken, KLM, Philips, Shell en Unilever samen in de Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC), waarin zij elkaar en andere organisaties bijstaan en inspireren op het gebied van duurzamere bedrijfsmodellen. De coalitie heeft het ontwikkelingsdoel ‘duurzame consumptie en productie’ als een van de drie gemeenschappelijke prioriteiten geoormerkt.
Verslaafd aan overvloed
Onze maatschappij is verslaafd aan overvloed. De massale productie van goedkope goederen heeft de weg gebaand voor de historisch ongeëvenaarde welvaart die we nu genieten, maar ligt ook aan de basis van een schadelijke cyclus. Een steeds maar toenemende marktvraag heeft geleid tot het uitputten van natuurlijke bronnen en ruwe grondstoffen. Tot nu. Consumenten beginnen zich meer bewust te worden van hun impact op het milieu, overheden komen met regels om duurzame productie te stimuleren en investeerders baseren hun beleggingskeuzes steeds vaker op het credo ‘green is good’. Maar het is vooral de opkomst van ‘industrie 4.0’ waardoor nieuwe businessmodellen kunnen ontstaan en duurzame productie ook vanuit winstoogpunt aantrekkelijk wordt.
Een voorbeeld van zo’n technologische ontwikkeling is de toepassing van robotisering en kunstmatige intelligentie (ofwel artificial intelligence, AI) in het recyclingproces. Een essentieel onderdeel hierbij is het gebruik van sensoren en digitale labels die helpen bij het identificeren van componenten. Dit sluit ook aan bij de roep van consumenten om meer transparantie in de keten. Van koffie tot elektronica en luxegoederen, het moet duidelijk zijn waar voedsel en producten vandaan komen, hoe het productieproces in elkaar steekt en wat er vervolgens mee gebeurt – pas als de hele keten inzichtelijk is, is er sprake van transparantie van herkomst tot consumptie. Technologieën zoals blockchain zullen verbindingen in complexe ketens inzichtelijk maken en de efficiency helpen vergroten.
Zoeken naar alternatieven
De technologische revolutie vindt in verschillende sectoren tegelijk plaats. Zo wordt er steeds meer gekeken naar alternatieven voor niet-duurzame materialen. Een voorbeeld is het gebruik van schimmels in de verpakkingsindustrie als alternatief voor plastic. Ook elders gebeurt van alles. De chemische industrie bootst fotosynthese na om natuurlijk zonlicht een grotere rol te geven in productieprocessen. Binnen de landbouwsector, een sector waarin Nederland wereldwijd voorop loopt, passen bedrijven sensoren, machine learning en andere intelligente oplossingen toe om de voedselketen te verbeteren en verspilling te minimaliseren. Urgente ingrepen die helpen een groeiende wereldpopulatie te voeden en ook een betere return on investment opleveren voor hun investeringen. Hetzelfde is het geval in de maakindustrie waar robots en AI-toepassingen de productieomgeving in hoog tempo veranderen.
Dit is geen trend die weer overwaait: het is een toekomstvisie die steeds meer tractie krijgt: bij consumenten, investeerders, overheden en bedrijven overal ter wereld. Maar dit wil niet zeggen dat elk bedrijf hierin mee kan: het afleren van oude gewoontes is misschien wel de grootste uitdaging bij de slag naar duurzame productiemethodes. Circulaire modellen vergen een radicaal andere benadering dan de oude, lineaire ketens. Typerend is dat bedrijven al snel buiten de grenzen van hun eigen organisatie op zoek moeten naar verbeteringen. Wanneer dit het geval is, zoals in het geval van AkzoNobel en Eneco die samen zoeken naar het efficiënter inregelen van (over)capaciteit op het elektriciteitsnet, ben je als bedrijf bezig met het aanjagen van een cultuurverandering buiten de eigen bedrijfsgrenzen.
Neem verantwoordelijkheid
Technologische vooruitgang en financieel potentieel zijn belangrijke drijfveren voor duurzame productie, maar om de gewenste transformatie te maken, is menselijke toewijding onmisbaar. Om de vruchten van duurzaamheid te plukken, moeten bedrijven hun business en waardeketen vanuit een volledig nieuw perspectief bekijken – een fundamentele verandering.
De vraag is dan ook welke leiders de weg banen voor duurzame productie en verantwoordelijkheid nemen voor de transitie. Dit leiderschap is cruciaal, want gebeurt er niets, dan blijft alles bij het oude. Vergeet ook niet: duurzame productie is geen idealistische onderneming, maar de enige manier om relevant te blijven als bedrijf. Het duurt misschien nog decennia voordat we de volledige impact van duurzame productie gaan meemaken, maar het begin is al gemaakt. En als het gaat om verandering geldt: beter vandaag dan morgen.
Innovatieve idealen
De Sustainable Development Goals (SDG’s, ofwel duurzame ontwikkelingsdoelen) die de Verenigde Naties hebben opgesteld, moeten in 2030 een einde maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. SDG’s zijn niet zomaar idealistische doelen om armoede, ongelijkheid en klimaatverandering te bestrijden. Steeds meer bedrijven zijn overtuigd van het belang en de noodzaak ervan. Ze beseffen dat de SDG’s een langetermijnagenda bieden en een aanjager vormen voor nieuwe businessmodellen, producten en diensten. Deze innovaties zijn nodig om in de huidige wereld te blijven groeien, maar wel met oog voor de maatschappelijke verhoudingen en binnen de grenzen van de planeet. Om dit waar te maken, is samenwerken noodzakelijk. Het 17e en laatste doel focust op samenwerking als randvoorwaarde om de doelen in 2030 te realiseren. Bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, overheden en burgers slaan de handen ineen om uitdagingen aan te pakken.
Tekst door Ynse de Boer, managing director Accenture sustainability strategy. Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 08 2018.