Datalimiet

Datalimiet
De snelheid en impact van exponentiële ontwikkelingen verhouden zich slecht tot de lineaire ontwikkeling van ons brein en onze instituten. Slechts een beperkt deel van de mensheid schept genot uit de overgang van het ene tijdperk naar het andere. Genieten is slechts weggelegd voor wie net even wakkerder en dapperder op de kansen reageert.

Zo ook nu, lijkt het. De namen zijn bekend: Facebook, Amazon, Alibaba, Alphabet (Google), Apple... Deze mastodonten voorzagen en creëerden de nieuwe economische en maatschappelijke werkelijkheid. En ‘de rest’, nauwelijks wakker, voelt dat er iets gebeurt waar we geen grip op hebben. Omdat de klassieke corrigerende instituten te klein, te defensief, te weinig creatief en te traag denken en acteren.
Het oncomfortabele gevoel komt voort uit de rap groeiende macht van de famous five. De macht van deze superplatforms groeit exponentieel, dankzij onze welhaast naïeve data-vrijgevigheid. Met dat wat ze weten, voorspellen ze. In het belang van de gebruiker. Zo wil althans het verhaal en zo was waarschijnlijk ook de intentie. Maar voorspellen wordt een self-fulfilling prophecy als de voorspeller het aanbod beperkt tot hetgeen hij voorspelt. Als mijn vraag uit het verleden mijn aanbod van de toekomst bepaalt, ontwikkel ik mijn smaak niet, toets ik mijn meningen niet, worden mijn voorkeuren slechts voortdurend bevestigd. Van popmuziek tot politiek. Geestdodend. En dus gevaarlijk.

Het oncomfortabele gevoel neemt toe omdat alles waar we op vertrouwen ontoereikend blijkt. De wetten en regels van gister, op het gebied van antitrust en privacy bijvoorbeeld, passen niet bij vandaag. The Economist legde in een haarscherpe analyse bloot dat de criteria en maatregelen van antitrust-autoriteiten niet werken voor de marktmachthebbers van vandaag. In datzelfde artikel worden data vergeleken met olie: data drijven groei en verandering, zoals olie dat in de vorige eeuw deed. Onze economische wetten zijn geschreven ‘op olie’, een tastbare, schaarse grondstof, met een prijskaartje. Niet op data. De onuitputtelijke, zichzelf verrijkende brij. Gratis aan de bron.
Misschien ligt het begin van een oplossing wel in het waarderen van die enorm waardevolle grondstof die iedereen nu zo gul weggeeft: data financieel waarderen. Zoals we arbeid de afgelopen eeuw ook in geld zijn gaan waarderen. Steeds beter en eerlijker, althans in de westerse wereld, waar die betere beloning de doorslaggevende impuls bleek voor onze huidige welvaart en welzijn. Het in geld waarderen van data die we nu weggeven, zal de ‘donateur’ bovendien bewuster maken van wat we weggeven in ruil voor zogenaamde gratis diensten en producten. En het zal de winst en daarmee de macht van de spelbepalers beperken.
Wat is dan de waarde van mijn en uw data? Het antwoord op die vraag creëert een nieuw speelveld voor oude en nieuwe spelers. Albert Heijn heeft ons al geleerd dat je een dief van eigen portemonnee bent als je niet meedoet: geen bonuskaart, geen korting! Dat partijen bereid zijn te betalen, lijkt bewezen. De enorme bedragen die neergelegd zijn voor Snapchat en Twitter, zijn immers geen afspiegeling van de winst van die bedrijven, maar van de waarde van de assets – lees data.

facebook