Als bestuurlijk thema is maatschappelijke impact niet meer weg te denken. Maar nieuw is de thematiek geenszins. Een kort overzicht. Maar vooreerst: wat betekent dat eigenlijk, maatschappelijke impact? Het makkelijkst te begrijpen is de term als je deze in een zin zet. Bestuurders worden, tot op het niveau van de raad van bestuur (rvb), in toenemende mate gedwongen na te denken op de maatschappelijke impact van hun onderneming. Bedrijven zijn er, zo is de gedachte, niet alleen om winst te maken. Belangrijk is ook geworden: wat is de impact van de bedrijfsvoering: bijvoorbeeld op lokale gemeenschappen, op stakeholders zoals klanten en leveranciers, op het milieu. Eén stap verder nog, wordt in toenemende mate van ondernemingen gevraagd maatschappelijk nut te hebben. Vaak wordt daarvoor ook de term purpose ingezet. Het bedrijf moet dus van maatschappelijke waarde zijn.
Management Scope publiceert sinds 2017 jaarlijks de Management Scope Corporate Impact Index, om bedrijven die het goed doen op dit gebied, in het zonnetje te zetten. Het sturen op impact is niet zomaar komen aanvliegen in de bestuurskamers. De generatie van millennials is doordrongen van de thematiek en dwingt zo bedrijven na te denken.Ook de millennials zelf hebben de thematiek niet zomaar uit de lucht geplukt. Het huidige brede debat reikt ver terug. De meest succesvolle grootzakelijke ondernemingen dachten al decennia geleden terug na over hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Zo zorgden Philips en Heineken in de periode van de industriële revolutie in Nederland voor hun werknemers door hun woningen aan te bieden. Hele wijken in Amsterdam (Heineken) en in Eindhoven (Philips) zijn zo tot stand gekomen.
Minder ver in de tijd, 23 juni 1999 organiseerde de Tweede Kamer een debat met als titel: ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen in internationaal verband.’ Discussie was er met name of de overheid een rol diende te spelen in het dwingen van bedrijven tot maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), dan wel of dit een verantwoordelijkheid van bedrijven was – en de overheid vooral een rol had in het internationale debat over impact. Een aantal termen werden toen al met mvo in verband gebracht: corruptie, milieu, arbeidsomstandigheden enzoverder. MKB-ondernemingen gingen het meestal hebben over duurzaam ondernemen, de corporates kozen voor mvo. In de jaren die volgden, zou mvo in vele vertakkingen worden uitgediept. Met de corporate governance code voor goed bestuur kreeg Nederland in 2003 een gedragscode (zelfregulering) voor het beursgenoteerde bedrijfsleven. Maar denk ook bijvoorbeeld aan het Klimaatakkoord, dat in samenspraak tussen bedrijven, belangenorganisaties en de overheid tot stand is gekomen.In internationaal verband kwam de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) in 2010 met ISO26000: een internationale norm voor maatschappelijk verantwoord onderneming, met praktische handvaten. Ook kwamen wetgevers wereldwijd met strengere wetgeving op het gebied van corruptie, milieu, misbruik van werknemers, enzovoorts.
Het denken rondom mvo liep parallel met het shareholdersmodel. Het shareholdersmodel gaat er vanuit dat de aandelenkoers in the end altijd ook het gedrag op de lange termijn van bestuurders weerspiegelt. Ofwel: als bestuurders op lange termijn het goede doen voor hun klanten, maar ook voor werknemers en andere stakeholders, dan weerspiegelt dat zich in de beurskoers. Dat denken zou echter gebrekkig blijken. Vooreerst omdat niet altijd alle bestuurders het goede voor hebben met de rest van de wereld. Maar ook en vooral zou mvo vaak meer een ‘moetje’ worden voor bedrijven dan een gedragen bestuurlijk thema. Veel bedrijven stelden een chief sustainability officer aan, of vergelijkbaar, die dan als taak had te zorgen dat de onderneming niet iets mispeuterde. En daarmee was de kous af. Meer nog: zodra de economie haperde of aandeelhouders morden, ging een thema als duurzaam ondernemen vaak helemaal van de agenda.
Sinds een aantal jaren is dat veranderd. Onder druk dus van de maatschappij, zoals hierboven beschreven, maar er is meer. De Verenigde Naties voelde de tijdsgeest perfect aan en kwam in 2015 met de zogeheten United Nations Sustainable Development Goals (SDG’s). In het Nederlands vertaalt dit zich naar duurzame ontwikkelingsdoelen. De SDG’s zijn maatschappelijke doelen zoals geen honger, geen armoede en schoon water en sanitair voor iedereen. Met als doel om die agenda tegen 2030 te hebben uitgevoerd. Die SDG’s hebben in het bedrijfsleven een revolutie veroorzaakt. Waar mvo niet of nauwelijks op de bestuurlijke agenda kwam, zijn de doelen van de Verenigde Naties zo ambitieus, dat grote bedrijven er perfect hun strategie (en tegenwoordig ook vaak: missie) op kunnen enten. Het shareholdersdenken wordt steeds nadrukkelijker ingeruild voor een strategie met als uitgangspunt langetermijnwaardecreatie. Zo stelt Philips er naar te streven in 2025 het leven van 3 miljard mensen te hebben verbeterd, en heeft DSM als missie: betere levens voor iedereen. Ceo Feike Sijbesma geldt in Nederland als pionier op het gebied van impact.Ook in de uitvoering tot slot worden inmiddels flinke stappen gezet. Maatschappelijke impact en duurzaam ondernemen staan tegenwoordig hoog op de agenda. Denk aan trends als integrated reporting, een esg-beleid, of duurzame innovaties. Op naar een betere wereld!
Hoe kun je boeren helpen te investeren in duurzame melkproductie en het terugverdienen daarvan? Zijn consumenten bereid extra te betalen voor klimaatneutrale zuivel? Hoe meet en rapporteer je over nietfinanciële kpi’s? Hans Janssen van FrieslandCampina over de rol van de cfo bij sturen op duurzaamheid en de bijbehorende dilemma’s. ‘We willen de hele keten in kaart brengen: van gras tot glas.
Lees verderHoe kunnen bedrijven het beste tot verdere verduurzaming worden aangezet? En hoe zorgen we ervoor dat ze meer rekening gaan houden met de externe effecten van hun activiteiten? Naast bestuurders is volgens David Veredas, hoogleraar finance and sustainability en directeur van het Centre for Sustainable Finance van Vlerick Business School, ook de overheid aan zet: ‘Die zou marktpartijen moeten stimuleren om zich verantwoord te gedragen.’
De pot pensioenspaargeld van 1.500 miljard euro zou moeten worden ingezet voor grote investeringen die nodig zijn voor de energietransities, stelt Jan-Willem Ruisbroek van APG Asset Management. De pensioenbelegger pakt sinds enige tijd een voortrekkersrol in de energiesector. ‘We voelen ons verantwoordelijk om juist in Nederland het verschil te maken.’
Hoe kunnen bedrijven het beste tot verdere verduurzaming worden aangezet? En hoe zorgen we ervoor dat ze meer rekening gaan houden met de externe effecten van hun activiteiten? Naast bestuurders is volgens David Veredas, hoogleraar finance and sustainability en directeur van het Centre for Sustainable Finance van Vlerick Business School, ook de overheid aan zet: ‘Die zou marktpartijen moeten stimuleren om zich verantwoord te gedragen.’
De pot pensioenspaargeld van 1.500 miljard euro zou moeten worden ingezet voor grote investeringen die nodig zijn voor de energietransities, stelt Jan-Willem Ruisbroek van APG Asset Management. De pensioenbelegger pakt sinds enige tijd een voortrekkersrol in de energiesector. ‘We voelen ons verantwoordelijk om juist in Nederland het verschil te maken.’
Multicommissaris Jolande Sap is optimistisch over de transitie naar duurzaamheid in het bedrijfsleven. ‘Veel krachten bewegen nu in de goede richting.’ Wel zou het veel sneller gaan als leiders minder door geld en meer door intrinsieke motivatie werden gedreven. ‘Veel bestuurders en commissarissen voelen dat dingen anders moeten, maar willen of durven er professioneel niet op te acteren. Dat blijft me verbazen.’
Het internationale platform Chapter Zero krijgt deze maand een Nederlandse tak. Het platform verenigt commissarissen van Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met de gevolgen van klimaatverandering, met als belangrijkste doel: commissarissen en hun bedrijven toekomstbestendig maken. De auteurs dagen alle commissarissen uit lid te worden.
Achter ESG-doelstellingen gaat een enorm aantal aan vraagstukken schuil. De hoeveelheid werk die het doorvoeren van doorlopende verbeteringen op het vlak van duurzaamheid met zich meebrengt is zó groot, dat dit vertragend (en voor sommigen zelfs verlammend) werkt. De aan Valcon verbonden auteurs raden bestuurders dan ook een pragmatische aanpak aan: begin met datgene dat de snelheid uit de voortgang haalt en knip de enorme opgave in delen op.
Multicommissaris Jolande Sap is optimistisch over de transitie naar duurzaamheid in het bedrijfsleven. ‘Veel krachten bewegen nu in de goede richting.’ Wel zou het veel sneller gaan als leiders minder door geld en meer door intrinsieke motivatie werden gedreven. ‘Veel bestuurders en commissarissen voelen dat dingen anders moeten, maar willen of durven er professioneel niet op te acteren. Dat blijft me verbazen.’
Het internationale platform Chapter Zero krijgt deze maand een Nederlandse tak. Het platform verenigt commissarissen van Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met de gevolgen van klimaatverandering, met als belangrijkste doel: commissarissen en hun bedrijven toekomstbestendig maken. De auteurs dagen alle commissarissen uit lid te worden.
Achter ESG-doelstellingen gaat een enorm aantal aan vraagstukken schuil. De hoeveelheid werk die het doorvoeren van doorlopende verbeteringen op het vlak van duurzaamheid met zich meebrengt is zó groot, dat dit vertragend (en voor sommigen zelfs verlammend) werkt. De aan Valcon verbonden auteurs raden bestuurders dan ook een pragmatische aanpak aan: begin met datgene dat de snelheid uit de voortgang haalt en knip de enorme opgave in delen op.
De visie van internationaal toezichthouder en commissaris Dick Boer op stakeholdermanagement is glashelder: voor elk bedrijf zijn álle stakeholders van even groot belang. En nee, het draait niet stiekem toch nét wat meer om de aandeelhouder. ‘Als je alleen maar shareholder friendly bent, kun je de andere stakeholders verliezen en uiteindelijk minder performen dan de concurrentie.’
Lees verderHoe gaat Cindy Kroon, chief commercial officer van energieleverancier Vattenfall Nederland, om met de energietransitie en energiecrisis, met de verduurzamingsopdracht en met de sociale verantwoordelijkheid bij een groeiende energiearmoede? En omgaan met kritiek? ‘Het schuurt, onze ambitie is oprecht.’
Zijn bedrijven en beleggers onder het mom van ESG alleen maar bezig om nog meer geld te verdienen? Of bedreigt de roep om duurzaam ondernemen en investeren het rendement en daarmee een gezond bedrijfsleven en de banen van gewone burgers? Professor Robert Eccles, schetst de polarisatie en pleit voor pragmatisme.
Toepassing van het aloude principe ‘de vervuiler betaalt’ levert in het stikstofdossier de nodige problemen op. Hoe bepaal je wie verantwoordelijk is voor depositie op Natura 2000-gebieden? En in welke mate? Wat is de juiste methode voor het meten van uitstoot? Ondanks deze terechte vragen is drastische emissiereductie nú noodzakelijk om kwetsbare natuurgebieden te beschermen, betoogt Ingeborg Wind-Middel van advocatenkantoor Van Doorne.
Sylvo Thijsen, directeur van Staatsbosbeheer, is dagelijks bezig met de gevolgen van klimaatverandering voor de natuur. Toch heeft hij wel degelijk begrip voor het verzet van boeren tegen de stikstofplannen van het kabinet. Hij ziet manieren om uit de impasse te komen, te beginnen bij het creëren van een level playing field waarin de positie van de boer gelijk is aan die van de industrie en de hele keten. ‘Beleidsmakers zouden niet de existentie van bedrijven ter discussie moeten stellen.’
Toepassing van het aloude principe ‘de vervuiler betaalt’ levert in het stikstofdossier de nodige problemen op. Hoe bepaal je wie verantwoordelijk is voor depositie op Natura 2000-gebieden? En in welke mate? Wat is de juiste methode voor het meten van uitstoot? Ondanks deze terechte vragen is drastische emissiereductie nú noodzakelijk om kwetsbare natuurgebieden te beschermen, betoogt Ingeborg Wind-Middel van advocatenkantoor Van Doorne.
Sylvo Thijsen, directeur van Staatsbosbeheer, is dagelijks bezig met de gevolgen van klimaatverandering voor de natuur. Toch heeft hij wel degelijk begrip voor het verzet van boeren tegen de stikstofplannen van het kabinet. Hij ziet manieren om uit de impasse te komen, te beginnen bij het creëren van een level playing field waarin de positie van de boer gelijk is aan die van de industrie en de hele keten. ‘Beleidsmakers zouden niet de existentie van bedrijven ter discussie moeten stellen.’