Chapter Zero: ‘We willen niet activistisch zijn, maar activerend’

Chapter Zero: ‘We willen niet activistisch zijn, maar activerend’
Chapter Zero, het internationale platform van commissarissen die klimaatverandering willen tegengaan, heeft sinds 2023 een Nederlandse chapter. De scheidende en komende voorzitter, commissarissen Gisella Eikelenboom en Jolande Sap, gaan met elkaar in gesprek over wat er tot nu toe is bereikt en over toekomstige ambities en uitdagingen. ‘Ik zou willen dat iedereen binnen de doelgroep ons gaat zien als onmisbaar.’

Chapter Zero van het Climate Governance Initiative (CGI), een wereldwijd platform onder de paraplu van het World Economic Forum, wil bij commissarissen het bewustzijn van en de kennis over de zakelijke implicaties van klimaatverandering vergroten. Dat moet hen beter toerusten om hierover effectief in debat te gaan met medecommissarissen en bestuurders. De Nederlandse chapter werd in 2023 opgericht door advocatenkantoor Baker McKenzie, Rijksuniversiteit Groningen en advieskantoor Deloitte, met Gisella Eikelenboom als onafhankelijke eerste voorzitter. Eikelenboom: ‘We worden weliswaar gesponsord en gefaciliteerd door onze oprichters en een aantal bedrijven dat een lidmaatschap aangaat en daarmee hun hele rvc toegang geeft tot ons programma – zogenaamde bedrijfsleden – maar hun rol is op de achtergrond. Onze bijeenkomsten, zoals rondetafels, seminars en het jaarevent, zijn echt voor én door commissarissen. Zo is het ook vastgelegd in de governance van het CGI. Die onafhankelijkheid zorgt ervoor dat je als vakgenoten onder elkaar vertrouwelijke gesprekken kunt hebben, zoals over dilemma’s in de boardroom rondom duurzaamheid.
Het interview met Hans Bongartz, partner bij executive interim- bureau Boer & Croon, vindt plaats op een bijzonder moment. Gisella Eikelenboom en Jolande Sap zijn naar het hoofdkantoor van Baker McKenzie gekomen om er respectievelijk hun ontslag- en aanstellingsbrief (per 1 april 2025) als voorzitter van Chapter Zero Nederland te tekenen. Toen haar termijn na twee jaar afliep, zag Eikelenboom in Sap een gedroomde opvolger. Niet alleen vanwege het ‘groene hart’ van de voormalige partijleider van GroenLinks. ‘Ik heb zelf een achtergrond in de financiële sector’, aldus Eikelenboom. ‘Mede daardoor komen onze huidige bedrijfsleden met name uit die sector. Dat is goed en belangrijk, want zij hebben hun tentakels ook in veel andere werelden. Tegelijk is het net zo belangrijk nu verder te verbreden naar andere sectoren. Dan helpt het dat Jolande weer een heel ander netwerk met zich meebrengt.’

Eerst een vraag voor Gisella als scheidend voorzitter. Wat is voor jou – terugblikkend op je voorzitterschap – het belangrijkste dat Chapter Zero tot nog toe heeft bereikt?
Eikelenboom:
‘We hebben laten zien dat een initiatief voor en door commissarissen echt meerwaarde heeft voor de deelnemers. Aanvankelijk was daar, ook intern, best veel discussie over. Het aanbod van seminars en trainingen op het gebied van duurzaamheid is immens, dus welk gat willen wij in die volle markt vullen? De conclusie was dat er bijna niets is enkel voor commissarissen, terwijl onze rol en insteek toch echt anders zijn dan die van bestuurders. Door de onderlinge dialoog krijg je perspectieven aangereikt van je collega’s die je vervolgens ook bij jouw board op tafel kunt leggen. Zo ging een van onze rondetafels over duurzaam leiderschap. Als toezichthouder is een van je rollen dat je over de beoordeling, hiring en firing van bestuurders gaat. De vraag hoe je duurzaamheid daarbij meeneemt, is specifiek relevant voor commissarissen. Het is goed om dat met elkaar in alle vertrouwelijkheid te kunnen bespreken. Wat die gesprekken extra relevant maakt, is dat we ons vooral richten op commissarissen van grote bedrijven: min of meer degenen uit de Top-100 Commissarissen en Next50 van Management Scope. Dat wil niet zeggen dat je niet welkom bent als je niet in die lijsten staat, maar om goede peer to peer-gesprekken te kunnen voeren, moeten de deelnemers wel uit organisaties komen die vergelijkbaar zijn qua omvang en problematiek. Je wilt dat elke commissaris begrijpt waarom de anderen aan tafel zitten.’
Sap: ‘De kracht van de formule is inderdaad dat je interessante peers ontmoet die min of meer dezelfde vragen en dilemma’s hebben, zodat deelnemers naar nieuwe bijeenkomsten willen blijven komen omdat ze telkens weer iets nieuws en relevants te horen krijgen. Ik zou het ook heel mooi vinden om gericht samen te werken met onderzoekers op dit terrein, zodat iedereen binnen de doelgroep ons gaat zien als onmisbaar. Chapter Zero Netherlands moet wat mij betreft hét centrum of dé beweging worden waar je als commissaris bij wilt horen omdat je er de laatste expertise op het gebied van duurzaamheid krijgt aangereikt, good practices uit de praktijk hoort en dilemma’s kunt delen met je peers. Informatie, inspiratie en empowerment: dat zijn de sleutelwoorden. Die ambitie wil ik als voorzitter helpen realiseren.’

Wat motiveerde jou om het voorzitterschap van Gisella over te nemen?
Sap:
‘In deze levensfase vind ik het heel erg leuk om naast mijn commissariaten een aantal dingen terug te geven aan de samenleving. Dit is een heel mooie manier om dat te doen. Een internationale beweging als Chapter Zero is nu meer dan ooit nodig. Enerzijds laat het ene gezaghebbende rapport na het andere zien dat we nooit eerder zo ernstig de planetaire grenzen hebben overschreden. Tegelijkertijd zijn er in delen van de wereld nu terugtrekkende bewegingen als het gaat om het klimaat. We zullen dus als rvc’s heel hard aan de slag moeten en we zullen daarbij nog meer dilemma’s tegenkomen dan vroeger. Hoe ga je vooruit in een veld waarin een aantal concurrenten in de Verenigde Staten wel voor de snelle korte termijn gaan? Waar pak je door? Waar moet je het laten vieren? Hoe stel je de goede vragen aan je bestuurders? Hoe daag je hen uit en hoe ondersteun je hen? Het helpt enorm om het daar met je collega’s over te hebben.’

Is het niet lastig voor commissarissen om in de huidige geopolitieke en economische realiteit wat duurzaamheid betreft hun rol als bewaker van de lange termijn vol te houden? Ook in Europa lijkt de pendule wat betreft regelgeving weer de andere kant op te slaan. Zo is de Green Deal afgezwakt ten gunste van de Clean Industrial Deal.
Sap:
‘In die omslag zit een terechte waardering voor de Europese industrie. Onze staalindustrie is een stuk groter dan die in de VS. ASML is een waardevol techbedrijf. Daar mogen we best trots op zijn. De Europese industrie is bovendien al heel hard op weg om te vergroenen en te verduurzamen. Als we dat combineren met innovatie, kunnen we misschien wel verrassend succesvol worden. Op dit moment zie ik ondanks het stroomlijnen en versoepelen van de rapportageverplichtingen in Europa nog weinig terugtrekkende bewegingen. De ruimte die vrijkomt, gebruiken veel bedrijven om juist meer tijd te steken in het verbeteren van de strategie zelf. Dat vind ik een positieve ontwikkeling. Natuurlijk moet je blijven meten en weten, maar dat de mate van detail wat minder wordt, is niet erg. Ik zie juist enorme bereidheid om door te gaan op de ingeslagen weg, omdat bestuurders van bedrijven ook wel weten dat hun huidige verdienmodellen beperkt houdbaar zijn. Ze lopen in de dagelijkse operationele praktijk aan tegen schaarste aan grondstoffen, hoge transportkosten, het grillige weer, consumenten die iets anders verwachten, de samenleving die zich opwindt… dat maakt het ook in het bedrijfseconomisch belang om met duurzaamheid bezig te zijn.
Europese bedrijven die ook in de Verenigde Staten willen blijven opereren, hebben het natuurlijk lastiger. Zij mogen formeel gezien geen duurzaamheidsbeleid meer voeren, maar ze hebben nog steeds hun eigen bedrijfswaarden en -normen. Ik hoor dat sommigen nu onderzoeken hoe ze datgene waarvoor ze staan onder een andere naam kunnen doorzetten. Dan voer je geen duurzaamheidsbeleid meer, maar doe je futureproof. Net zoals er bedrijven zijn die geen diversiteitsbeleid meer voeren, maar “gebalanceerde teams” creëren. Daar heb ik begrip voor. Het vereist wel dat je een heel zorgvuldige communicatielijn opzet richting interne en externe stakeholders. Je moet laten weten dat je nog steeds voor hetzelfde staat, maar dat je – juist om die normen en waarden hoog te kunnen houden – daar andere taal voor gaat vinden. En in die andere taal moet je je mensen dan meenemen.’
Eikelenboom: ‘Het helpt sowieso als we met elkaar ferm blijven staan voor wat we aan het doen zijn, ook al moet je daar op verschillende locaties gezien je reputatiemanagement wellicht iets anders over communiceren. Samen is het gemakkelijker om rechtop te blijven staan.’

In sommige Nederlandse en Europese bedrijven staat duurzaamheid niet al te hoog op de agenda. Bereikt Chapter Zero ook commissarissen uit die groep?
Eikelenboom:
‘De commissarissen van onze bedrijfsleden worden sowieso voor elke bijeenkomst uitgenodigd. Daarnaast kan iedere commissaris uit de doelgroep zich aanmelden, en er zijn geregeld deelnemers van bedrijven die in de ogen van sommige ngo’s niet als heel groen worden bestempeld. Meestal komen ze op individuele titel, ook omdat een bedrijfslidmaatschap van een weinig duurzaam bedrijf vanuit onze kant geredeneerd toch wat ingewikkeld ligt, maar hun commissarissen zijn uiteraard welkom aan tafel. Juist deze groep kan heel veel kennis en inspiratie halen. Vaak zijn ze lid van de ESG-commissie in hun organisatie en zijn ze oprecht geïnteresseerd in hoe anderen het aanpakken.’
Sap: ‘Vanuit de Europese regelgeving zijn alle beursgenoteerde ondernemingen sowieso verplicht om stappen te zetten, dus er zijn geen rvc’s meer die daar niet op de een of andere manier mee bezig zijn. In sommige sectoren is het gewoon gemakkelijker om te scoren op duurzaamheid dan in andere. Ik zou het heel leuk vinden als Chapter Zero eraan bijdraagt dat juist de bedrijven waar het lastiger is de Europese regelgeving – zeker nu die wat soepeler wordt – niet langer voelen als een last maar als een belangrijke eyeopener. Het biedt een mooi kader om te kijken waar je als bedrijf staat, hoe je jezelf kan verbeteren en waar je de meeste impact hebt. Dan wordt het veel meer een strategisch onderwerp dan een compliance-thema.’

Hoe empowert Chapter Zero commissarissen concreet om het gesprek over duurzaamheid aan te gaan, zowel in de rvc als met bestuurders?
Eikelenboom:
‘Naast de dialoog vooral door het uitnodigen van sprekers die inhoudelijk een stevig verhaal hebben en waarvan we kunnen leren als het gaat om duurzaamheid. Van veel onderwerpen op de rvc-agenda heb je als commissaris kennis en kunde, omdat je het zelf in eerdere functies hebt gedaan. Als je bestuurder bent geweest, weet je hoe je iemand in die rol kunt challengen. Als je risk manager bent geweest, weet je hoe je de cfo kunt uitdagen om verder te kijken. Voor duurzaamheid geldt dat in beperktere mate. In het begin van mijn lidmaatschap van de ESG-commissie van a.s.r vond ik het bijvoorbeeld lastig om te weten welke vragen ik überhaupt kon stellen, omdat de medewerkers die er de hele dag mee bezig zijn zo veel meer wisten dan ik als commissaris. De kennis die je opdoet – ook bij Chapter Zero – helpt je om meer in de buurt te komen van wat de uitvoerende organisatie allemaal weet en doet op een terrein waarin je zelf nooit een uitvoerende rol hebt gehad of brede ervaring mee hebt opgedaan. Dat helpt je om diepere vragen te stellen.’

Zou Chapter Zero in deze tijd niet een meer activistische rol moeten spelen?
Sap:
‘Als je de mogelijkheid hebt om direct invloed uit te oefenen, in ons geval in de dialoog met bestuurders, dan heeft het geen meerwaarde om activistisch te zijn en heel breed de publiciteit te zoeken. Dat laatste doe je als je geen mogelijkheden hebt tot directe invloed en dat hebben wij als commissarissen wel. We willen niet activistisch zijn maar activerend. Hup, de schouders eronder.’

Jullie komen zelf uit de rvc-community. Wat heeft Chapter Zero jullie als commissaris persoonlijk gebracht?
Eikelenboom:
‘Ik moet meteen denken aan een rondetafel waarbij Luke Disney, vp climate policy & strategy van Rabobank, een interne simulator presenteerde waarmee je de impact kunt meten van allerlei mogelijke maatregelen op het klimaat en duurzaamheid. Wat is het effect als we meer zonne-energie gaan produceren? Wat gebeurt er als we simpelweg veel minder energie gaan gebruiken? Wat zijn de gevolgen voor het klimaat als de bevolking krimpt of juist groeit? Heeft het zin om minder te investeren in de auto-industrie? Die simulator is best technisch, maar kan je echt helpen om meer inzicht te krijgen in de meest effectieve hefbomen om als organisatie mee aan de slag te gaan. Dat biedt context voor zowel de discussie in de rvc als voor het gesprek met bestuurders.’
Sap: ‘Dat model liet ook zien hoeveel er al bekend is over de impact van bepaalde factoren. Bijna elke maatregel kun je tegenwoordig in euro’s uitdrukken. Dat heeft mij tot het inzicht gebracht dat kennis nog geen verandering is, omdat er vaak emotie tussen zit. Bij veel bijeenkomsten hebben we het er met elkaar over hoe we als commissarissen die emotie bij bestuurders kunnen aanboren door hen de juiste vragen te stellen en uit te dagen op de juiste dilemma’s. Ook al denk je dat je het zelf allemaal veel beter weet, het is veel effectiever om vragen te stellen dan om zelf te orakelen. Wat willen bestuurders echt graag en wat houdt hen tegen? Waarom is iets een dilemma voor ze? Waar zit de pijn en wat hebben ze nodig om stappen te zetten? Bij een aantal bedrijven waar ik commissaris ben, heeft die discussie geleid tot een strategie op biodiversiteit. Niet omdat de impact ervan zo enorm groot is, maar omdat we het zelf echt belangrijk vinden om hieraan bij te dragen. Het is heel mooi als je die emotie weet aan te boren.’

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 05 2025.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 20-05-2025

facebook

ManagementScope.nl gebruikt cookies

Voorkeuren

Basis

Basis cookies:
Scope Business Media anonimiseert de data van personen die op de site terechtkomen. Hierdoor heeft managementscope.nl nauwelijks persoonlijke data van onze websitebezoekers in beheer en mogen wij selecte datapunten verzamelen die geenszins aan u als persoon te koppelen vallen. Onder noodzakelijke cookies vallen alle datapunten die Scope Business Media gerechtigd is om te plaatsen zonder expliciete toestemming van de bezoeker. Dit betreft enkel volledig geanonimiseerde data die noodzakelijk is voor het functioneren van de site.

Compleet (aanbevolen)

Overige cookies, bij het kiezen voor ‘compleet’:
Onder de noemer ‘Overige cookies’ vallen cookies waarvoor wij expliciet toestemming van u nodig hebben. Hieronder vallen bijvoorbeeld onze marketing cookies die wij tevens volledig anonimiseren. Deze cookies zijn echter wel essentieel voor Scope Business Media, om ervoor te zorgen dat managementscope.nl kan blijven voortbestaan als site.

Cookie- en privacyverklaring