Jan-Willem Ruisbroek (APG Asset Management): ‘Meer leiderschap in de energietransitie’

Jan-Willem Ruisbroek (APG Asset Management): ‘Meer leiderschap in de energietransitie’
De pot pensioenspaargeld van 1.500 miljard euro zou moeten worden ingezet voor grote investeringen die nodig zijn voor de energietransities, stelt Jan-Willem Ruisbroek van APG Asset Management. De pensioenbelegger pakt sinds enige tijd een voortrekkersrol in de energiesector. ‘We voelen ons verantwoordelijk om juist in Nederland het verschil te maken.’

Met welgemeende excuses verschijnt Jan-Willem Ruisbroek een half uur later op het kantoor van APG voor een interview met Arjan Vos, partner bij financieel- strategisch adviesbureau AXECO. Hij belandde in een hopeloze file op de A10 na een ongeval en kon geen kant op. Als hoofd investeringsstrategie infrastructuur bij APG schetst Ruisbroek hoe zijn autorit naar het werk in de toekomst soepeler zal verlopen. ‘Slimme technologie in wegen vertelt mij dan realtime dat het beter is om de auto bij het ArenA- transferium te parkeren en daar de trein of een elektrische step te pakken.’ Ruisbroek kan boeiend vertellen hoe APG de toekomstige infrastructuur mede vormgeeft. De pensioenbelegger heeft ook helder voor ogen hoe daarmee de energietransitie kan worden versneld. De beleggingsportefeuille van APG omvat naast transport (luchthavens, tolwegen, havens, treinen, spoorwegen) en telecom (zendmasten, glasvezelkabels) immers ook energieprojecten. 

Gedurfde koers
Aanleiding voor het gesprek is de nieuwe, gedurfde koers van APG, ontwikkeld op basis van de beleggingsfilosofie van haar grootste klant, pensioenfonds ABP. Terwijl institutionele beleggers normaal gesproken in bestaande grootschalige projecten beleggen, wil APG vaker direct investeren in lokale bedrijven en projecten die de energietransitie kunnen versnellen. De eerste stappen zijn al gezet. Zo is er het voornemen om voor de kust windmolens te gaan bouwen. Voor de kust van IJmuiden ligt het eerste project waarop APG namens ABP zal bieden. Daarnaast kocht APG in opdracht van ABP recentelijk Kenter en Groendus, twee gespecialiseerde bedrijven in duurzame energieoplossingen. ‘We kiezen voor meer leiderschap’, licht Ruisbroek toe. ‘Met 25 miljard in kas én een langetermijnhorizon van 30 jaar zijn we medebepalend voor het op tijd laten slagen van de energietransitie.’ Hoewel wereldwijd in infrastructurele projecten wordt belegd – van Franse tolwegen tot Australische zonneparken – ligt de focus op Nederland. Ruisbroek zet uiteen hoe ABP en APG de route naar een CO2-neutrale samenleving in 2050 willen bewandelen en roept nationale en internationale pensioenfondsen op het voorbeeld te volgen.

Wat motiveert APG om direct te investeren in projecten en energiebedrijven?
‘Sinds het Klimaatakkoord van Parijs heeft ABP klimaatdoelstellingen. Rond het jaar 2050 moeten we beschikken over een beleggingsportefeuille met netto nul CO2-uitstoot. In 2030 moet de CO2-uitstoot van al onze beleggingen zijn gehalveerd ten opzichte van 2019. APG heeft als pensioenuitvoerder het mandaat om in lijn met die doelen te beleggen. Elk team binnen APG heeft die doelen doorvertaald. Vooral binnen het infrastructuurteam, dat 42 mensen telt, hebben we de ambitie een flinke bijdrage te leveren. De energietransitie vindt immers grotendeels in onze sector plaats. Als APG kunnen we beleggen in het bouwen van wind- en zonneparken, aanleggen van warmtenetten, verbeteren van de infrastructuur voor elektrisch rijden en duurzaam transport. Maar ook de bouw van een goed werkend digitaal netwerk is evident om de energietransitie te kunnen realiseren; om vraag en aanbod van duurzame energie op elkaar af te stemmen, heb je een sterk digitaal landschap nodig. ABP streeft ernaar de positieve impact in de energietransitie vooral in Nederland te realiseren. We hebben een Nederlands klantenbestand, hier liggen onze roots, dus voelen we ons verantwoordelijk om juist hier het verschil te maken.’

In hoeverre speelt ABP een voortrekkersrol?
‘ABP is het grootste pensioenfonds van Europa en ik durf te stellen dat we het meest vooruitstrevend zijn in ons beleggingsbeleid. Samen met windpark- ontwikkelaar SSE Renewables willen we onder de naam Noordzeker windparken bouwen op zee. Het zelf ontwikkelen van zo’n grootschalig project is een nieuwe koers. Die kwam voort uit een nieuw inzicht: je kunt als institutioneel belegger weliswaar bestaande duurzame projecten kopen en zo je portefeuille verduurzamen, maar uiteindelijk verduurzaam je daar de wereld niet mee. Feitelijk schuift een duurzaam project van de ene naar de andere eigenaar. We zijn ervan overtuigd dat we meer kunnen betekenen door nieuwe projecten te starten. Er moet nog heel veel gebouwd worden om de energietransitie te faciliteren. Toen we onze nieuwe ambitie aan ABP voorlegden, waren ze direct enthousiast.’

Welke rol ziet APG voor zichzelf weggelegd in de energietransitie?
‘Als maatschappij zullen we de komende jaren een nieuw, slimmer energiesysteem moeten bouwen. Terwijl onze energie voorheen centraal werd opgewekt en werd getransporteerd naar huishoudens en bedrijven, gebeurt dat tegenwoordig vaker decentraal. Dat vraagt om een ander en fijnmaziger energienet. Daarnaast zijn er de nodige bottlenecks. De komende jaren komt er veel meer wind van zee. Die hernieuwbare energie moet op een of andere manier aan land komen en op het toch al drukke stroomnet worden getransporteerd naar huishoudens en bedrijven. Namens ABP zouden we het liefst bijdragen aan het verzwaren van het net. Maar we mogen niet investeren in hoogspannings- en middenspanningsnetten omdat het netbeheer in publieke handen is. We zien echter wel mogelijkheden aan de voor- en achterkant van het net. Zo willen we aan de voorkant investeren in slimme oplossingen voor energieopslag. Batterijtechnologie begint steeds meer van de grond te komen in Nederland. Ook het opslaan van windenergie in waterstof zal straks grootschalig mogelijk zijn.
Daarnaast zien we kansen in slimme oplossingen áchter het energienet. We willen het bedrijfsleven onafhankelijker maken van het stroomnet. Dat is de reden waarom we – samen met het Canadese pensioenfonds Omers – energiebedrijven Groendus en Kenter hebben overgenomen. Zij kunnen ondernemers helpen aan geïntegreerde energieoplossingen.’

Voor APG is de overname van Groendus en Kenter een relatief kleine investering. Is die stap het begin van een grotere strategie om de energietransitie vooruit te helpen?
‘We verwachten dat bedrijven behoefte zullen hebben aan integrale energiesystemen. Zie het als energy as a service. Een bedrijf wil zich niet bezighouden met een contract voor zijn zonnepanelen, laadpalen, meters, warmtepompen of batterijen. Ook de aanleg van zo’n energie-infrastructuur is ingewikkeld. Een bedrijf wil daarom bij een energiespecialist als Groendus of Kenter kunnen aankloppen die een geïntegreerde oplossing biedt. Daarbij is het verstandig als een bedrijf gebruik maakt van batterijopslag en de opgewekte energie onderling uitruilt met andere lokale ondernemers. Als de ene ondernemer een overschot heeft, kan die dat verhandelen aan de buurman. Bedrijven kunnen zo clusters vormen die hun eigen energiesysteem hebben. Groendus en Kenter kunnen dit faciliteren. Het zijn inderdaad relatief kleine bedrijven, maar we zien een groot groeipotentieel en zullen de activiteiten geleidelijk uitbreiden.
Als pensioenfonds kunnen we voor deze bedrijven van grote betekenis zijn. We steken ons kapitaal het liefst in assets, in dit geval infrastructurele energienetwerken. Voor bedrijven zijn het juist enorme investeringen die zwaar op de balans drukken en ten koste gaan van investeringen in hun core business. Het is een win-winsituatie. Bedrijven betalen maandelijks een vergoeding voor de duurzame energie die ze afnemen van het lokale systeem. Een pensioenfonds heeft zijn geld omgezet in toekomstige kasstroom. Pensioenfondsen en bedrijven vormen zo een mooie match.’

Dus ABP en APG willen nadrukkelijker de drijvende kracht zijn achter de ontwikkeling van integrale energiesystemen?
‘Tot dusver waren we wat meer volgend – we investeerden in bestaande projecten. We tonen nu meer leiderschap. Hoe kunnen we impact maken met het geld dat we beleggen? Welke puzzelstukjes zien we en hoe kunnen we die aan elkaar leggen om dingen voor elkaar te krijgen?’

Is het niet lastig nu al een inschatting te maken van toekomstige verdienmodellen? Niet alle puzzelstukjes zullen op hun plek vallen in het nieuwe energiesysteem.
‘We hebben als pensioenbelegger een aantal grote voordelen ten opzichte van veel andere spelers. Allereerst hebben we een langere beleggingshorizon, we hebben meer geduld. Daardoor hoeven de investeringen niet direct iets op te leveren. Verder kunnen we door onze omvang de risico’s beter spreiden. Het mag dus soms misgaan. Gelukkig gaat het vaker goed dan verkeerd. Wat ook in ons voordeel is: we beschikken over veel kennis en ervaring door ons grote portfolio. Met de technologie van batterijopslag hebben we al veel kennis opgedaan bij projecten in Californië en Nevada. Die expertise en ervaring gebruiken we in Europa voor gelijksoortige initiatieven.’

Het direct investeren in bedrijven brengt grotere risico’s met zich mee. Tegelijkertijd streeft u naar een goed rendement voor pensioengerechtigden. Hoe vindt u de juiste balans?
‘In onze visie kan er veel meer pensioenkapitaal in de ontwikkelingsfase gestoken worden. Voorwaarde is dat je de markt goed begrijpt. Binnen ABP en APG hebben we de kennis in huis om die risico’s goed in te schatten. En ja, die risico’s zijn groter, maar het rendement ligt daardoor ook hoger. Je pakt een paar procent extra als beloning voor het managen in de ontwikkelingsfase. Daarnaast maken we niet alleen in de beginfase rendement, maar ook op alle kasstromen in de toekomst.’

Belegt APG namens ABP nog in grote internationale infra-fondsen? Waarom wel of niet?
‘We hebben in het verleden veel fondsbeleggingen gedaan. Maar nu zit 80 tot 90 procent van ons kapitaal in directe investeringen. Dat is een bewuste keuze. We willen ons met een langetermijnstrategie richten op megatrends en hebben daarbij voor een holistische benadering gekozen. Die kunnen we beter in de praktijk brengen door direct te beleggen en niet in fondsen te investeren. Om twee redenen: als je in een fonds stapt, geef je de zeggenschap over je kapitaal op. Daarnaast is het model nogal duur. Een fonds kent 7-jarige cycli, waarbij de aan- en verkoop van bedrijven het kostbaarst is. Omdat ABP een beleggingshorizon van meer dan 30 jaar heeft, zouden we via deze fondsen wel vier of vijf cycli doormaken. Overigens kiezen we soms nog wel voor private equity-fondsen. Dat model werkt goed voor projecten voor de kortere termijn of in een situatie waarin specifieke kennis nodig is.’

Er is waanzinnig veel geld nodig om het bedrijfsleven volledig over te laten stappen naar een duurzaam energiesysteem. Hoe groot is die investeringsopgave en zal ABP hiervoor nog meer vermogen reserveren?
‘ABP heeft nu zo’n 475 miljard euro in kas. De afgelopen jaren is er geleidelijk meer kapitaal richting infrastructuur geschoven. Onze portefeuille beheert nu 25 miljard euro aan vermogen. Ik verwacht dat dit bedrag nog zal groeien. De energietransitie is een mondiale uitdaging. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) is er tot 2050 ongeveer 4 biljoen euro per jaar nodig aan investeringen. Met een wereldbevolking van 8 miljard mensen betekent dat jaarlijks 500 dollar per persoon. Als je dit verdisconteert met het bruto nationaal product van landen – in het Westen zijn we rijker – komt het voor Nederland neer op 2.000 euro per persoon per jaar, tot aan 2050. Dat is een gigantische uitgave, die groter is dan destijds de Deltawerken.
Ik vind niet dat de burger dit bedrag moet ophoesten. Ook de overheid zal dat niet financieren, want dan is het uiteindelijk ook de burger die via de belastingen betaalt. Het is logischer als we institutioneel kapitaal aanwenden voor de noodzakelijke energietransitie. In Nederland hebben de pensioenfondsen 1.500 miljard euro op de balans staan. Ik herhaal het nog eens: 1.500 miljard. Het inzetten van pensioenspaargeld is een enorme kans die we moeten benutten. Pensioenfondsen zijn daar ook in geïnteresseerd. Uiteindelijk zijn er mooie investment cases van te maken die een goed rendement opleveren tot 2050 en zelfs daarna.’

Hoe zouden pensioenfondsen hiertoe aangezet kunnen worden?
‘Bijvoorbeeld Den Haag zou er meer op kunnen sturen. Als je in de helikopterview van bestuurlijk Nederland naar pensioenportefeuilles kijkt wordt vaak geen verschil gemaakt tussen investeren in een windpark of het zelf ontwikkelen van een windpark. Financiële regelgevers als De Nederlandsche Bank (DNB) en AFM (Autoriteit Financiële Markt) zijn sterk gedreven vanuit de risicomanagement- gedachte. Organisaties worden aangespoord om grote risico’s te mitigeren en de negatieve effecten op de maatschappij te verkleinen. Dat is ook zeker nodig, maar je zou ook kunnen overwegen om positieve risico’s te belonen. Pensioenfondsen moeten veel meer worden gestimuleerd om geld ter beschikking te stellen aan de bouw van bijvoorbeeld wind- of zonneparken.’

Ziet u het pensioenlandschap al wel de goede richting op bewegen?
‘Ik ben positief. In Nederland durven andere grote pensioenfondsen, zoals PFZW, ook direct te beleggen in bedrijven en projecten. Dat vergt visie en vooral lef, pensioenfondsen dragen toch een enorme verantwoordelijkheid; het gaat immers om grote bedragen. Tegelijkertijd mogen ze deze maatschappelijke kans niet laten liggen.’

Welke ontwikkelingen zijn er wereldwijd?
‘De Canadese pensioenfondsen zijn begonnen met het direct beleggen in infrastructurele energieoplossingen. Ook Australische fondsen doen het al enige tijd. Het is een internationale trend dat pensioenfondsen vaker zelf de touwtjes in handen nemen over hun kapitaal en zelf met hun kennis gaan investeren. Dat is een goede ontwikkeling, maar het mag wat mij betreft nog wel wat sneller.’

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 07 2023.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 29-08-2023

facebook