Carolina Wielinga (BDR Thermea): ‘Concurreer niet op duurzaamheid’
Carolina Wielinga is zichtbaar in haar nopjes. Een dag eerder opende Remeha de grootste fabriek voor hybride warmtepompen in Nederland. Jaarlijks zullen hier 140.000 hybride warmtepompen van de band rollen. Binnen drie jaar moet het totale aantal warmtepompen zijn opgeschroefd naar 800.000 stuks. Daarmee speelt het Apeldoornse bedrijf in op de groeiende vraag naar hybride warmtepompen. Niet alleen de volatiele gasprijs is daarvan de oorzaak, vanaf 2026 is het in Nederland voor mensen die hun cv-ketel vervangen verplicht om een hybride of volledige warmtepomp aan te schaffen. Sinds 2018 is Wielinga cfo van BDR Thermea Group, het moederbedrijf van Remeha, en helpt ze BDR Thermea te transformeren van cv-ketelproducent naar een aanbieder van slimme, duurzame klimaatoplossingen.
Maar Wielinga is om nog een andere reden opgetogen. Als commissaris van Gasunie is ze heel blij met de recente benoeming van de nieuwe ceo, Willemien Terpstra. Terpstra is bij chemiereus LyondellBasell nu nog verantwoordelijk voor het wereldwijd terugdringen van de CO2-uitstoot van het bedrijf en gaat haar kennis en ervaring per 1 maart 2024 inzetten om Gasunie naar de volgende fase te brengen.
In haar fraaie, zonovergoten tuin vertelt Wielinga, nummer 62 in de Management Scope Top-100 Corporate Vrouwen, over haar carrièrepad, hoe ze haar bestuursfunctie combineert met twee commissariaten en hoe ze – mede dankzij deze dubbelrol – bijdraagt aan de energietransitie.
U bent behalve cfo van BDR Thermea ook commissaris van Gasunie en president-commissaris van water- en drankfilterbedrijf NX Filtration. Deze functies zijn allemaal gelieerd aan de energietransitie. Was dat een bewuste keuze?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik koos zes jaar geleden voor BDR Thermea omdat er een transformatie nodig was. Voor die opdracht werd ik benaderd – het mede transformeren van organisaties is de rode draad in mijn cv. Ik wil graag dingen in beweging brengen. Dat was ook mijn drijfveer om te kiezen voor Gasunie. Er werd nagedacht hoe de gasinfrastructuur in de toekomst zou moeten worden ingezet bij de transitie naar waterstof en groen gas. De energietransitie leek toen nog ver weg, maar het gaat nu snel. De focus ligt op het creëren van nieuwe markten voor groen gas en waterstof en hoe Gasunie de CO2-opslag kan vormgeven als tussenoplossing. Als natuurliefhebber is het mooi om impact te kunnen maken en een bijdrage te kunnen leveren aan de energietransitie.
Als president-commissaris van NX Filtration, een sterk groeiend beursgenoteerd bedrijf in membraanfiltratie, kan ik een bijdrage leveren aan schoon water. Schoon water is een uitdaging die mogelijk nog groter is dan de energietransitie. Als watersporter, roeier, voel ik me op natuurlijke wijze verbonden met dat doel.’
Hoe combineert u uw bestuursfunctie bij BDR Thermea met uw toezichthoudende rol bij Gasunie?
‘BDR Thermea is producent van verwarmings- en warmwateroplossingen voor woningen en bedrijven. We richten ons op de eindgebruiker in de warmteketen. Bij Gasunie zitten we juist aan het begin: bij het transport en levering van gas. Ik ervaar dat beide rollen elkaar versterken. De energietransitie slaagt alleen als alle partijen in de sector samenwerken. Bij Gasunie kan ik delen waar de eindgebruiker zoal tegenaan loopt. Andersom is de ontwikkeling van de infrastructuur van belang voor de innovaties bij BDR Thermea. Zo beschikken we naast de hybride warmtepomp over toepassingen voor warmtenetten, heat interface units, en over cv-ketels die op waterstof kunnen draaien. Naar verwachting duurt de brede inzet van die ketels nog wel 10 tot 20 jaar, maar er zijn al pilots. Zo wordt in Lochem al een hele straat verwarmd met cv-ketels op waterstof.’
Welke transformatie heeft BDR Thermea onder uw vleugels doorgemaakt?
‘BDR Thermea kent een bijzondere geschiedenis. Het komt voort uit het Apeldoornse familiebedrijf Remeha, producent van de gelijknamige cv-ketel. Door enkele grote overnames groeide de onderneming uit van een lokale speler naar een van de grootste spelers in de wereld op het gebied van slimme klimaatoplossingen. In 2004 werd de Franse branchegenoot De Dietrich Thermique overgenomen. Vijf jaar later volgde het Britse Baxi en zo ontstond BDR Thermea: BDR staat voor Baxi, De Dietrich en Remeha. Na de overnames wilde het bedrijf verder groeien. Daarvoor moest er meer geïnvesteerd worden in innovatie en organisatie, zoals het uitbouwen van de service business en het standaardiseren van processen en IT-systemen.
We hebben nog steeds verschillende merken. Zo verkopen we Baxi in het Verenigd Koninkrijk, De Dietrich in Frankrijk, Remeha in Nederland, Brötje in Duitsland, maar aan de achterkant opereren we veel meer als een organisatie. Inmiddels realiseren we rond 2,5 miljard euro omzet, zijn er 7.000 medewerkers in dienst, verkopen we in meer dan 100 landen en beschikken we over 15 productielocaties.’
In de nieuwe fabriek in Apeldoorn zullen jaarlijks 140.000 hybride warmtepompen worden geproduceerd. Zijn die ook bedoeld voor andere markten?
‘De productie van hybride warmtepompen zal zich concentreren in Nederland. Dat is de belangrijkste afzetmarkt, maar we zullen de apparaten naar de hele wereld, voor zover er een warmtevraag is, exporteren. De hybride warmtepomp wordt ook al in Duitsland en België verkocht. Verder zien we mogelijkheden in Engeland en elders in Europa.
Onze strategie hangt nauw samen met lokale wet- en regelgeving. Ondanks de Europese regelgeving is elke markt anders. In Nederland mogen er vanaf 2026 geen conventionele gasketels meer geïnstalleerd worden. Consumenten moeten dan overstappen op een warmtepomp óf een cv-ketel aanschaffen in combinatie met een hybride warmtepomp. Mede daarom blijven we cv-ketels produceren, maar voeren we tegelijkertijd de productie van hybride warmtepompen op.’
Het tekort aan installateurs blijft een bottleneck. Hoe speelt uw bedrijf daarop in?
‘Anders dan vorig jaar zijn de lange levertijden weggewerkt. Er waren toen problemen in de supply chain – sommige leveranciers konden de snel groeiende vraag naar onderdelen niet bijbenen. We hebben het aantal toeleveranciers uitgebreid en flink kunnen opschalen. Inderdaad, het tekort aan installateurs is nijpend. We proberen dat al enkele jaren terug te dringen door zelf mensen op te leiden. Jaarlijks leiden we bijvoorbeeld 5.000 installateurs op in Nederland, en we willen dat aantal verdubbelen. Het opleiden van vakmensen doen we samen met brancheorganisaties en roc’s. Met concurrenten hebben we de handen ineengeslagen om het imago van de installateur op te vijzelen.
Daarnaast investeert BDR Thermea in educatie op de basisschool. De aandeelhouder, BDR Thermea Foundation, is gericht op de lange termijn en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zo wordt ingezet op educatie op het gebied van installatietechniek. Onder andere met het jeugdeducatiefonds willen we scholieren betere kansen bieden, ze interesseren voor het technische vak én hen tegelijkertijd energiebewuster te maken. De manier waarop dat gebeurt, is fantastisch. We gaan met een badkamer op wielen langs scholen om kinderen van alles bij te brengen over gas, elektriciteit en water.
Op alle mogelijke manieren denken we na over oplossingen. Ik sprak bijvoorbeeld met minister Jetten voor Klimaat en Energie over de vraag of we de certificering van installateurs toegankelijker kunnen maken. Tegelijkertijd kijken we naar ons product. Door te innoveren moet het makkelijker worden om de hybride warmtepomp te installeren. Er is al een slimme app ontwikkeld die de installateur begeleidt. Ook hebben we de supportafdeling fors uitgebreid. We hebben een groot aantal engineers paraat staan, die installateurs op afstand kunnen helpen als zij tegen problemen aanlopen.’
Wat interessant is: alle spelers in de warmteketen strijden om het klantcontact. De installateur, de leverancier van de (hybride) warmtepomp en het energiebedrijf: ze willen allemaal toegang tot data over het energiegebruik. Hoe werkt dat in de praktijk?
‘In de hybride warmtepomp zitten meetpunten die verschillende data verzamelen, bijvoorbeeld over het verbruik. Die data delen we met eindgebruikers en zouden we ook met anderen kunnen delen, onder meer met energiebedrijven. We hebben elkaars data nodig en moeten samenwerken. Een kans is gebruikmaken van slimme, dynamische energiecontracten om het netwerk zo optimaal mogelijk te gebruiken zonder dat er comfortverlies is voor de eindgebruiker, die op die manier zelfs kan besparen op zijn of haar energierekening. We investeren fors in connectiviteit. Het is essentieel om met hulp van data toegevoegde waarde te bieden aan de klant en die gegevens in een app op een rij te zetten. Interconnectiviteit is belangrijk: de warmtepomp moet kunnen praten met de slimme meter of het energiemanagementsysteem in huis.
Ik vind het bijzonder hoe het warmtesysteem is veranderd van een low-interest- naar een high-interest-product. Vroeger wist nauwelijks iemand wat voor ketel er in huis stond, nu is de consument zich veel bewuster van het energieverbruik en geïnteresseerd in de juiste oplossingen.’
Wat is er nodig om de markt voor hybride warmtepompen verder te laten groeien?
‘Het is ongelooflijk belangrijk dat bedrijven binnen de industrie niet onderling gaan concurreren op duurzaamheid. We moeten gezamenlijk de norm en een standaard zetten en oplossingen op de markt brengen die de energietransitie daadwerkelijk vooruit helpen, zoals in Nederland met de hybride warmtepomp-norm. Daarnaast is het belangrijk dat de overheid warmtepompen blijft subsidiëren. Zonder subsidie komt de markt niet verder op gang. De hybride warmtepomp is nog betaalbaar. Die kost met subsidie en installatie rond de 4.000 euro. Een volledig elektrische warmtepomp kost met subsidie rond 7.000 euro. Toch zal een warmtepomp voor veel huishoudens een grote uitgave zijn. Ik ben blij met creatieve financiële constructies die worden bedacht. Bij sommige bedrijven kunnen medewerkers via de werkkostenregeling voordelig een warmtepomp kopen. Ze krijgen korting als zij een aantal vakantiedagen inleveren.
Voor eigenaren van een bestaande woning is de hybride warmtepomp de beste oplossing. Het apparaat, dat iets groter is dan een schoenendoos, wordt geïnstalleerd naast de cv-ketel. De cv-ketel springt alleen bij als het erg koud is. De combinatie van een nieuwe cv-ketel en een hybride warmtepomp kan een gasbesparing opleveren tot 70 procent. Met de hoge gasprijzen is de investering binnen enkele jaren terugverdiend.’
U wilt graag dingen in beweging brengen, zegt u. Gaat dat wel samen met een toezichthoudende functie bij een staatsbedrijf dat zich richt op de langere termijn?
‘Binnen Gasunie heerst een andere dynamiek dan binnen een commerciële onderneming. Het speelveld is anders. We hebben te maken met de ministeries van Financiën en Economische Zaken en Klimaat, maar ook met de Autoriteit Consument & Markt. Ik vind het uitdagend om te begrijpen hoe dat werkt. Voor een belangrijk deel gaat het om toezicht op tariefstelling en het gebruik van de juiste methodieken. Maar het gaat ook om belangrijke investeringsbeslissingen, zoals over de CO2-opvang. Recent werd door de rechter groen licht gegeven voor het Porthos-project. In de toekomst zal daarmee de CO2 van de industrie in de Rotterdamse haven worden getransporteerd naar en opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee. Doen we dit niet, dan haalt Nederland de klimaatdoelstellingen van Parijs simpelweg niet. Er komen nog meer grote investeringen aan die cruciaal zijn voor het slagen van de noodzakelijke energieomwenteling. De impact van al die projecten zal tot een aanzienlijke CO2-reductie leiden. Het vergt lef om de juiste investeringsbeslissingen te durven nemen.’
Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 08 2023.
Dit artikel is voor het laatst aangepast op 03-10-2023