'Het gaat om het nastreven van meesterschap'
Veel van uw collega’s sporten, u houdt zich bezig met filosofie om scherp te blijven in uw werk. Ziet u parallellen?
‘Het aspect van jezelf in een bepaalde state of mind brengen zit ook in de sport. Bij zowel sport als filosofie neem je zelf het initiatief en beide komen het werk ten goede. Wie zich gedurende de dag door zijn mailbox laat regeren, heeft het gevoel dat er tien gillende mensen om zijn bureau staan. Liever begin ik de dag door te bedenken welke drie belangrijkste dingen ik vandaag tot stand wil brengen. Hoe ga ik dat aanvliegen? Ik kom in een staat van verwondering, het geeft creativiteit. Die creativiteit is fijn, omdat ik in een governance- context altijd verschillende dynamieken en belangen tegenover me zie en daar advies over moet uitbrengen.’
Bezig zijn met filosofie geeft u creativiteit, hoe gaat dat?
‘Het gaat niet om het vergaren van kennis, maar om het nastreven van meesterschap. De laatste tijd ben ik veel bezig met de dialogen van Plato. Daarin gaat het om de voorbeeldigheid waarmee mensen met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Dat beschavingsniveau is nastrevingswaardig. Dat geeft mij een boost voor de rest van de dag, dat niveau van opereren wordt voor mij de meetlat. Ook daar zit een parallel met de sport: kijken hoe iemand iets doet. Ik heb veel geschaatst en ooit clinics gehad van Kees Verkerk en Bart Veldkamp. Zien hoe precies zij hun slag maken, daar leer je van. Dat betekent niet dat ik het zelf ook meteen kan, maar het gaat me om het meesterschap. Dat fascineert me op alle terreinen van leven en werk: in aanraking komen met mensen die iets heel goed kunnen, waardoor ik dingen leer zien waarover ik eerder niet nadacht.’
Al die dingen inspireren u om beter te worden?
‘Ja. Aan het eind van de dag geeft proberen en je best doen – meesterschap nastreven – gemoedsrust. In mijn dagelijks werk probeer ik daar mijn steentje bij te dragen aan goede governance. Door zo zuiver mogelijk de dingen onder woorden te brengen en ze van zoveel mogelijk verschillende kanten te belichten.’
U houdt ook van zwemmen?
‘Ik probeer twee keer in de week te zwemmen en ik wissel de auto en de fiets naar kantoor af, en probeer zo 80 kilometer in de week te fietsen. Met het ouder en strammer worden let ik meer op de kwaliteit van de beweging, een mooie slag. Net als bij schaatsen: het gaat om zuinig rijden, zo lang mogelijk je zwaartepunt boven je ene schaats houden. Dat kost geen moeite en je gaat toch vooruit. Die metafoor is heel bruikbaar in werksituaties. Hard werken is een mogelijkheid, maar je kunt ook door je intelligentie aan te wenden, gebruikmaken van de energie die er al is. Sport en geest hangen zo met elkaar samen. De Romeinen zeggen niet voor niets: mens sana in corpore sano. Je lichaam is niet een stuk gereedschap dat buiten je ligt, je zit daar in. De geluksstofjes die vrijkomen zorgen dat ik lekkerder in mijn vel zit en geestelijke prestaties beter aankan. Zo komt het allemaal samen.’
Dit korte interview is gepubliceerd in Management Scope 10 2019.