Drukker Joh. Enschedé gaat digitaal

Drukker Joh. Enschedé gaat digitaal
Koninklijke Joh. Enschedé staat al eeuwenlang bekend als drukker van bankbiljetten, postzegels en waardepapieren. Inmiddels is het ook producent van multimedia-oplossingen. “We móeten wel,” zeggen de neven Enschedé.

“Komt u maar verder,” zo klinkt het krasserig door het microfoontje bij de poorten van Koninklijke Joh. Enschedé op een Haarlems industrieterrein. Langzaam gaan de stalen hekken open. Ergens verderop op het terrein wapperen de rode vlaggen van de Sdu Identification. Tot zo’n zes jaar geleden waren beide bedrijven door middel van een joint venture gezamenlijk verantwoordelijk voor het drukken van het Nederlandse paspoort. Nu is Sdu Identification volledig in handen van de Sdu. “We hebben ons uit laten kopen,” vertelt Christiaan Enschedé. “Sdu maakt sindsdien uitsluitend gebruik van onze faciliteiten op deze bijzonder goed beveiligde locatie.”

Het drukken van paspoorten is dus niet langer het pakkie-an van Koninklijke Joh. Enschedé. Bankbiljetten zijn dat wel. Zo ook postzegels, banderollen, accijnszegels, spaarzegels, vervoersbewijzen, diploma’s, officiële documenten enzovoorts. Joh. Enschedé is namelijk de specialist in Nederland als het gaat om waardedocumenten met echtheidskenmerken. Het drukken van bijbels en kranten, waaronder het Haarlems Dagblad, is waar Koninklijke Joh. Enschedé furore mee maakte. En dat allemaal omdat Isaak Enschedé in 1703 toetrad tot het drukkersgilde en zich al snel de kunst van het drukken - en dan met name ingewikkelde werken - eigen maakte. Toen De Nederlandsche Bank in 1814 - nadat Napoleon met de zogenaamde ‘assignaten’ de voorloper van bankbiljetten had geïntroduceerd - een drukker zocht die bankbiljetten kon drukken, kwam ze terecht bij Joh. Enschedé. “Ons bedrijf won de ‘tender’,” lacht Christiaan Enschedé.

Samen met zijn neef Jan-Dirk zijn zij op dit moment vooralsnog de enige telgen uit het Enschedé-geslacht die ook daadwerkelijk werkzaam zijn voor het familiebedrijf. Christiaan is commissaris, Jan-Dirk is marketingmanager en geeft daarnaast leiding aan de afdeling ordermanagement. Bovendien wordt hij binnenkort verantwoordelijk voor de verkoop van bankbiljetten “Ik ben gewoon een van de medewerkers,” zo laat hij weten.

Samen vormen de heren alweer de negende generatie van dit bedrijf, dat voor 65 procent in handen is van de familie en voor 35 procent aan participatiemaatschappij NPM toebehoort. Maar voor deze generatie is alles anders. Zij staat namelijk meer dan ooit voor een uitdaging. Met de komst van de euro, verdwenen de guldensbiljetten en werd Koninklijke Joh. Enschedé één van de 13 eurodrukkerijen in Europa. Een groot aantal medewerkers moest gedwongen afscheid nemen van het bedrijf, en het werd tijd om het roer drastisch om te gooien. In de activiteiten buiten het gelddrukken heeft het bedrijf, net als andere bedrijven in de grafische industrie, veel te lijden onder de digitale economie zowel in de toename van het aanbod van drukcapaciteit als substitutie van de vraag naar drukwerk. Wie in deze markt wil overleven, zal innovatief moeten zijn. Zo ook Joh. Enschedé. Om die reden werd de focus verlegd van grafisch naar grafisch digitaal. Thans is een nieuw onderdeel bezig met de ontwikkeling en verkoop van digitale communicatieplatforms. Koninklijke Joh. Enschedé slaat onder de bezielende leiding van de 44-jarige Arie Piet, zijn vleugels uit en beschikt momenteel over vestigingen in Haarlem, Amsterdam en Brussel. Het bedrijf heeft nu zo’n 450 medewerkers in dienst en een omzet van circa 60 miljoen euro. “Het huis is weer op orde,” zo liet Piet vorig jaar weten. En daarmee lijkt een van Neerlands oudste familiebedrijven weer op de goede weg.

Er wordt dus weer geld verdiend.

Christiaan: “Ja. Onze nieuwe directeur heeft de boel in korte tijd goed opgeschud.”

Ik ben zelf een verwoed bankbiljettenverzamelaar. Heeft u alle bankbiljetten nog?

Jan-Dirk: “Bijna allemaal. Alleen de allervroegste ontbreken, maar De Nederlandsche Bank heeft ze wel. De biljetten die in ons bezit zijn, bevinden zich in ons museum in de kelder. Het is een behoorlijk uitgebreide collectie in een ruimte zo groot als een halve parkeergarage.” Christiaan: “Een van de merkwaardige eigenschappen van de Enschedés is dat we van verzamelen houden. Mijn ouders konden niets weggooien. Ieder envelopje werd hergebruikt. Het mooie daarvan is wel dat er veel bewaard is gebleven.”

Wat waren moeilijkste periodes voor Joh. Enschedé?

Christiaan: “In ieder geval tijdens de financiële crisisperiode eind jaren twintig. Onze belangrijkste klant, De Nederlandsche Bank, gaf ons geen orders meer. Dat was een groot probleem. Maar ook in de jaren negentig hebben we het zwaar gehad. We hebben ons personeelsbestand toen fors moeten terugbrengen.”

Hoe kwam dat?

Dirk-Jan: “Los van de komst van de euro had dat alles te maken met de veranderende markt voor de grafische industrie. Er waren eenvoudigweg te veel drukpersen. Bedrijven gaan failliet, maar de persen blijven bestaan. Tegen die overcapaciteit moet je als bedrijf concurreren.”

Hoe zou u de business van Joh. Enschedé vandaag de dag samenvatten?

Jan-Dirk: “We zijn nu een bedrijf dat high security, commercieel en digitaal drukwerk maakt. Daarnaast verrichten we zogenoemde mediawerkzaamheden. In 2005 introduceerden we een nieuwe richting voor het bedrijf met JEA Plus: het ontwikkelen en bouwen van digitale communicatieplatforms. We bedenken internetcommunicatie oplossingen voor bedrijven. Zo hebben we bijvoorbeeld voor de Universiteit van Utrecht een digitaal platform gecreëerd, waarmee de universiteit jaarlijks snel en gemakkelijk haar studiegidsen kan wijzigen.”

Dat is wel wat anders dan het traditionele drukken...

Jan Dirk: “Dat klopt, maar het is een logische stap die goed bij onze traditionele activiteiten aansluit. De digitale markt is er een die wij serieus nemen en waar nog veel te winnen is.”

De digitale revolutie is dus ook aan uw bedrijf niet onopgemerkt voorbijgegaan.

Christiaan: “Dat kun je wel zeggen. Identificatie gebeurt steeds vaker met digitale middelen en aan de hand van fysieke kenmerken. Joh. Enschedé ontwikkelt hiervoor sinds 2002 al biometrische herkenningsmiddelen. Een voorbeeld is de irisscan die we ontwikkeld hebben in samenwerking met Schiphol International. Onze missie luidt ook niet voor niets dat we authentiek vakmanschap optimaal willen combineren met nieuwe technologie en vooruitstrevend denken. Op die manier willen wij komen tot innovatieve, op maat gesneden communicatieoplossingen. En dat behelst meer dan drukwerk alleen.”

Maar de irisscan heeft nog niet het succes opgeleverd waar u op hoopte.

“Klopt,” zegt Jan-Dirk, de commerciëlere van de twee neven. “De stand alone toepassing van het product werkt uitstekend, kijk maar eens naar het succes van de Privium - een pas waarmee je als frequent reiziger door de douane kan - op Schiphol. Alleen voor ons was het doel om een integratieoplossing naar het paspoort te realiseren. Toen de overheid koos voor biometrische herkenningsmiddelen die gestoeld zijn op gelaatsuitdrukkingen en vingerafdrukken werd het product voor ons van minder strategisch belang en hebben wij ons aandeel aan Schipol verkocht.”

De organisatie bestaat inmiddels uit een holding en vijf werkmaatschappijen. Hoe ver kan dit bedrijf doorgaan met het diversificeren?

Jan-Dirk: “Daar zitten wel degelijk grenzen aan. We hoeven niet langer per se uitsluitend een drukkerij te zijn, en de ontwikkeling zit zowel binnen als buiten ons vakgebied. Dat betekent dat wij zowel nieuwe mensen aantrekken op de nieuwe terreinen als wel blijven innoveren binnen ons vakgebied. En dat is ook precies wat we doen.”

Er breken dus andere tijden aan voor de familie...

Christiaan: “Dat is zeker waar. De oudere generatie trekt zich terug en maakt plaats voor de nieuwe: Jan-Dirk en ik. Maar we moeten het ook niet overdrijven. We zijn eigenlijk altijd al een innovatief bedrijf geweest. Ooit zijn we overgestapt van bijbels naar kranten en bankbiljetten. Dat is ook een enorme verandering voor het bedrijf geweest.”

Vraagt een veranderende markt niet om een nieuw type leider?

Jan-Dirk: “Jazeker. De tijd dat het bedrijf bestuurd kon worden door een behoudend en conservatief leider, is voorbij. De huidige markt vraagt om een leider die ondernemend is. Die lef en durf kan laten zien.”

Terug naar het drukken van bankbiljetten. Hoe is het gesteld met de markt hiervoor?

Christiaan: “We hebben zeer turbulente tijden achter de rug. Het drukken van Nederlandse guldens is verleden tijd. Maar we focussen ons nu op de eurobiljetten. Er zijn in de wereld maar een paar private ondernemingen die bankbiljetten kunnen en mogen produceren. Wij zijn er daar een van en willen daarin graag excelleren. We drukken overigens niet alleen de euro. Ook andere bankbiljetten worden door ons gedrukt. Zo klopte de Centrale Bank van Hongkong, geïnspireerd door het laatste Nederlandse tienguldenbiljet, in 2002 bij ons aan met het verzoek om in vier maanden een nieuw biljet te ontwerpen en drukken. Op advies van Hongkong klopte toen ook het nabijgelegen Macao, dat een nieuwe serie bankbiljetten wilde laten ontwerpen, bij ons aan.”

Kijkt u met weemoed terug naar de gulden?

Christiaan: “Toch wel. De euro is een bulkproduct geworden. Dat is jammer. Het drukken van de guldenbiljetten gaf wat dat betreft meer voldoening. Nederland had namelijk - dankzij ontwerpers als Oxenaar en Drupsteen - een van de mooiste bankbiljetten van de wereld.”

Hoe zit het met uw aandeel in de markt voor postzegels?

Jan-Dirk: “Bijzonder goed, mogen we wel stellen. We hebben een leidende positie in Europa en de wereld. We drukken post- en waardezegels voor meer dan zestig landen.”

Maar de markt voor postzegels neemt steeds verder af...

“Klopt. Maar dat geldt niet voor alle landen. In Oost-Europa, Latijns-Amerika en Azië bijvoorbeeld is de markt voor postzegels groeiende. Daar richten we onze pijlen dan ook op. Maar ook in Europa willen we onze leidende positie vasthouden. Wij kunnen als geen ander postzegels drukken. Neem de nieuwe dierenpostzegels van TNT. In die postzegels zit een geheime code die je met een bijgeleverde scanner kunt aflezen. En ook hebben we postzegels gedrukt die - nadat je er met je vinger overheen hebt gewreven - geuren vrijgeven.”

Een knap staaltje drukwerk, zo lijkt me.

“Inderdaad. En dat is precies waar wij goed in zijn. Grafisch, speciaal en digitaal. Dat zijn de drie kernwoorden die op ons van toepassing zijn. We zijn kortom traditioneel én innovatief. Ik denk dat daarin onze kracht schuilt. Speciaal en toch gewoon.”

Het drukken van bankbiljetten en waardedocumenten vraagt om een enorme veiligheidsgraad in en om het bedrijf. Hoe waarborgt u die?

Jan-Dirk: “Dat is uiteraard het geheim van de smid. Beveiliging is een aspect dat in al onze bedrijfsprocessen is verweven.”

U telt het geld?

“Absoluut. We tellen het aantal bankbiljetten de hele dag door. Dat is een tweede natuur geworden. Als de aantallen niet kloppen, weten we dat meteen.”

Wat heeft u zelf met geld?

Christiaan: “In de tijd van de Nederlandse bankbiljetten was geld nog leuk. Met de euro heb ik eerlijk gezegd wat minder affiniteit.” Jan-Dirk: “Het grappige is dat ik tijdens het drukken van de biljetten het geld niet als geld beschouw. Feitelijk is het dat ook niet. Het is pas geld zodra het wordt uitgeven door een Centrale Bank. Hoe dan ook, ik zie het als een product dat feilloos gedrukt moet zijn. Vergeet niet dat ieder biljet exact hetzelfde moet zijn. Dat klinkt eenvoudig, maar geloof me, dat is het niet. Dat is zelfs voor een goede drukker een forse uitdaging. Dus let ik in de drukkerij vooral op de aanwezigheid van pitjes, kleur enzovoorts. Wat dat betreft fascineert geld me wel.”

U kijkt er dus vooral naar door de ogen van een drukker.

Jan-Dirk: “Absoluut. Er is overigens een groot verschil tussen het drukken van een postzegel en het drukken van een bankbiljet. Bij bankbiljetten gaat het om enorme orders. Deze drukkers moeten dus een maand lang acht uur per dag hetzelfde product zien te maken. Of het nu het eerste, het middelste of het laatste bankbiljet is, ze moeten allemaal identiek zijn. Het zijn ware specialisten die dit voor elkaar kunnen krijgen. Het drukken van postzegels is weer een ander verhaal. Deze drukkers moeten drie verschillende postzegels op een dag drukken en moeten beter zijn dan de filatelisten die nadien de postzegels onder loepen gaan bekijken. Ook dit is secuur en specialistisch werk.”

Wat gebeurt er met misdrukken?

Christiaan: “Die verdwijnen meteen in de versnipperaar. En vergis je niet: dit soort versnipperaars is big business. Het bedrijf Kusters Engineering in Venlo dat deze versnipperaars levert is een wereldspeler.”

Tot slot. Hoe zou u de bedrijfscultuur binnen uw bedrijf omschrijven?

Jan-Dirk: “Er zijn drie zaken die vooropstaan binnen Koninklijke Joh. Enschedé en die de bedrijfscultuur goed typeren. De speerpunt is de continue innovatie. Een tweede belangrijk aspect is het belang van beveiliging en betrouwbaarheid en de derde peiler is loyaliteit.”

facebook