Mikkel Lévelt van Simon Lévelt vindt zichzelf zakelijker dan haar vader
17-10-2007 | Interviewer: Cees Pronk | Auteur: Rita Jager | Beeld: Diederik van der Laan
Ben je ambitieus?
"Nee, wel een pietje precies. Ik wil dat dingen kloppen. We kunnen veel zaken beter organiseren en ik denk dat we betere resultaten kunnen halen als we veranderingen doorvoeren en de puntjes op de i zetten. Ik ben niet erg streng. Ik mag af en toe best strenger zijn, meer duidelijkheid geven naar medewerkers en franchisenemers. Als ik dat niet doe, wordt het alleen maar ingewikkeld om je koers vast te houden. Als je van begin af aan duidelijk bent en dat goed onderbouwt, dan loopt het wel."
Heb je niet de ambitie om deze tent over vijf jaar twee keer zo groot te maken of zoiets?
Lachend: "Waar ik graag heen wil, is dat we goede winkels in Nederland hebben op goede locaties. Tien jaar geleden zijn we met de franchiseformule gestart om voor onze kwaliteitsproducten een afzetmarkt te creëren. Locaties die in aanmerking komen, zijn plekken met een verzorgingsgebied van minimaal honderdduizend inwoners. We hebben nu 29 winkels en we kunnen nog door naar de veertig, dan is Nederland voor ons vol. We kijken ook naar het buitenland, met name naar België. Daar zie ik mogelijkheden om verder te groeien en te ontwikkelen. Verder zou ik willen dat we meer vet op de botten krijgen, waardoor we af en toe wat meer risico kunnen nemen. Dan zouden we er bijvoorbeeld een horecaformule naast kunnen zetten, dat zou ik graag willen uitproberen. Je kunt bij ons wel proeven, maar niet zitten en koffiedrinken. Daar heb je een ander type ondernemer voor nodig."
Wat is uniek in jullie winkels?
"De breedte van het assortiment. We hebben 24 soorten koffie en 180 soorten thee. Wij verkopen bovendien losse thee, terwijl 95 procent van de Nederlandse markt uit theezakjes bestaat. Mensen die bij ons binnenkomen, zoeken meestal een lekkere koffie of thee. Wat dat is, verschilt van persoon tot persoon. De franchisenemer zoekt dan de juiste koffie voor die persoon en maalt dat als de klant dat wil."
Wat is het geheim van lekkere koffie?
"Een groot deel van de smaak van koffie komt van het brandproces. Van een minder goede boon valt bij het branden altijd nog iets te maken. Andersom kun je een goede boon ook verknoeien. Dat koffiebranden is vrij ambachtelijk, het neemt vrij nauw, maar is op zich niet ingewikkeld. Je moet de temperatuur goed in de gaten te houden en ook het afkoelingsproces. Vroeger ging dat allemaal met de hand, men deed dat puur op gevoel. Nu is dat allemaal geautomatiseerd. Verder is het zetten van koffie belangrijk, daar kan ook nog van alles misgaan. Als je de machine bijvoorbeeld niet schoonmaakt, proef je dat. Koffie is heel vet van zichzelf, het zit vol met etherische oliën en dat vet blijft achter in het zetsysteem."
Is de geschiedenis van Simon Lévelt erg belangrijk voor je?
"Nee, eigenlijk niet echt. Mijn vader is de echte familieman. Hij wil op papier gaan zetten wat hij van de historie weet. Ik vind het allemaal prima, ik ga gewoon aan de slag."
Wat is het belangrijkste omslagpunt van het bedrijf geweest?
"Een markant punt voor ons was de directe inkoop. Het was vroeger heel normaal om via de tussenhandel te kopen, dus via handelshuizen in België of Duitsland. Daar betrokken we de koffie van en waar die koffie vandaan kwam, hoe het groeide, dat was geen issue. De omslag voor mijn vader kwam, toen hij in 1970 voor het eerst op koffiereis was en zag hoe de koffie werd verbouwd en wat de arbeidsomstandigheden waren. Dat was voor hem een moment om het anders te gaan doen en rechtstreeks van de plantages te gaan kopen."
Was dat ook het moment dat hij overstapte naar biologische teelt?
"Dat was een ander markant moment in de geschiedenis. Mijn vader zag steeds meer biologische producten op de markt komen en vond het maar vreemd dat er geen biologische koffie en thee was. Dus ging hij op zoek naar biologische producenten waar we direct van konden betrekken. Biologische teelt is veel meer handenarbeid. Normaal spuit je overal gif op, en ben je klaar. Een biologische producent moet nadenken over de bodemstructuur om de plant zo krachtig te maken, dat die bestand is tegen ziektes. We begonnen hiermee in 1980, als eerste in Europa."
Was er in die tijd al een markt voor biologische koffie en thee?
"Nee, helemaal niet, mijn vader startte dat echt uit idealisme. Wij zaten in het begin ook met enorme voorraden. We hadden afnameverplichtingen naar de producenten, zodat ze konden omschakelen naar biologische teelt. Maar we konden het nog maar moeilijk kwijt. Soms wisten we niet waar we het neer moesten zetten."
Wat me opvalt, is dat jullie niet echt het duurzame benadrukken.
"Ik word langzamerhand een beetje gek van al die bedrijven die maar maatschappelijk verantwoord ondernemen en zeggen dat ze duurzaam bezig zijn. Daarvan denk ik vaak: wat een wassen neus. Ik ervaar het meer als buitenkant om te kunnen roepen: kijk eens hoe goed wij bezig zijn. Maar intern gebeurt er dan heel weinig. Wij zijn als bedrijf zo geworden, ook omdat mijn vader zo verweven is met dat duurzame. En om een toekomst te hebben moet je samenwerken met je producenten en aandacht hebben voor de manier waarop producten worden verbouwd. Het is voor ons zo'n natuurlijk onderdeel, we hebben geen behoefte om dat te benadrukken."
Hoe zit het met kinderarbeid?
"Dat komt voor. Vooral bij de koffie is er een piekmoment in het seizoen, bij thee oogst je het hele jaar door. Koffie moet binnen een maand worden geoogst en dan gaan de scholen allemaal dicht en helpt iedereen mee om de oogst binnen te halen. Ook de kinderen. We proberen er wel wat aan te doen, maar dat is heel moeilijk, omdat het vaak zo vanzelfsprekend is om kinderen mee te nemen naar de oogst. De ouders zijn de hele dag op het veld en kinderen hobbelen daar wat mee."
Ben jij idealistisch?
"Ik ben zakelijker en nuchterder dan mijn vader, maar ik geloof wel erg in de principes. Toen ik bijvoorbeeld de eerste keer in Darjeeling was, zag ik stukken waar hele hellingen naar beneden waren gekomen omdat alles plat gespoten was. Daardoor was er niets meer wat die aarde nog vasthield. Dat vond ik heel ernstig. Als de producenten daar van tevoren meer aandacht aan hadden besteed, dus aan bodemgebruik en veel meer gevarieerde planten hadden gezet onder de theestruiken en bomen ertussen, dan was dit niet gebeurd."
Was het de bedoeling dat jij je vader zou opvolgen?
"Het was helemaal niet de bedoeling dat ik in het bedrijf zou komen. Mijn vader komt uit een gezin met tien kinderen, maar niemand wilde het bedrijf overnemen. Hij is gepushed door zijn ouders en dat vond hij vervelend. Hij heeft mijn zus - ik heb nog een oudere zus - en mij daarom zelf laten beslissen. Tijdens mijn studie orthopedagogiek kwam ik erachter dat ik toch de commerciële kant op wilde. Ik had een bijbaan in een winkel van Simon Lévelt en ik vond dat verkoopproces ontzettend leuk. Ik heb mijn studie afgemaakt, ben heao small business gaan doen en ben daarna gaan werken. Ik heb diverse banen gehad. Bij elke baanwisseling ging ik drie maanden op reis en zes jaar geleden wilde ik dat weer gaan doen. Toen zei mijn vader: 'Na je reis kom je hier, of ik ga iemand anders zoeken'. Toen heb ik besloten om hier te komen. Ik ben gestart als accountmanager met de bedoeling dat ik binnen drie à vier jaar zou doorgroeien om dan de zaak over te nemen."
Wist je toen al dat het een goede keuze was om in het bedrijf van je vader te komen?
"Nee. Ik ben een ontzettende twijfelaar, maar mensen zeiden: 'ga het nou doen, want je weet niet waar je ja of nee tegen zegt'. Af en toe heb ik me wel afgevraagd of ik de juiste beslissing had genomen, maar de laatste jaren denk ik: dit past wel heel goed."
Hoe zijn de rollen verdeeld tussen jou en Rob Sikkema?
"We hebben het eigenlijk de afgelopen drie weken net helemaal omgegooid. Eerst was het simpel: inkoop, productie, magazijn en financiën vielen onder Rob en ik deed verkoop en marketing. Nu doet hij franchise, financiën en inkoop en ik doe productie, magazijn en verkoop en marketing. We moesten in de franchise wat slagen maken en daarnaast vonden we het ook leuk om een keer te wisselen."
Je hebt echt geen behoefte aan één kapitein op het schip?
"Nee, nee. Het is een samenwerking die heel goed gaat. Als Rob weg zou gaan, weet ik niet of ik het bedrijf alleen zou willen leiden. Ik denk wel dat ik het zou kunnen, maar ik zou het geloof ik niet zo leuk vinden. Maar iemand erbij zoeken, zou ook lastig zijn. Ik ben nu gewend aan onze samenwerking. Die is heel plezierig. We staan op dezelfde manier in het leven. We houden allebei niet van uiterlijke schijn en hoge salarissen. Als dat ongelijk is, is het lastig om samen te werken."
Je vader zit ook nog in het bedrijf.
"Mijn vader is nu 65 en gaat eind dit jaar met pensioen. Hij komt hier nu alleen nog om de post op te halen, maar bemoeit zich nog steeds met van alles. Soms krijg ik e-mails dat hij in een winkel is geweest en daar iets gezien heeft en hoe dat dan zit. Hij let heel erg op de details. Af en toe vind ik dat ook wel vervelend. Dan heb ik het druk en wil ik me niet met die details bezighouden. Maar als ik het vanuit zijn perspectief bekijk, dan weet ik ook wel dat dit zijn manier is om contact en feeling te houden met het bedrijf."
Is het handig dat je vader er is? Of groeien jullie toch langzaam uit elkaar?
"We willen meer consolideren en verstevigen waar we goed in zijn, zoals de specialiteitenwinkels en onze kwaliteitsproducten. Dan is het heel lastig als je elke dag andere, nieuwe ideeën hebt, zoals mijn vader. Hij ziet overal kansen en mogelijkheden, maar door altijd alles te willen, laat je veel liggen. We moeten meer focussen en minder met 180 dingen tegelijk bezig zijn."
Jullie hebben geen externe commissarissen?
"Nee, we hebben wel een participatiemaatschappij, die twintig procent van de aandelen heeft en een vinger aan de pols houdt."
Wat moet je nou heel goed kunnen in deze business?
"Ik denk stressbestendig zijn, snel kunnen schakelen en met verschillende mensen om kunnen gaan. Franchisenemers zijn heel erg emotioneel. Als er iets gebeurt, vragen ze daarvoor meteen alle aandacht en het verhaal gaat dan direct de hele keten rond. Daar moet je goed op in kunnen spelen. Het leiding geven aan de mensen op kantoor, in de productie of het magazijn, dat is toch ook weer anders."
Het zit 'm dus niet in de inkoop?
"We hebben een heel goede inkoopafdeling."
De lange traditie en ervaring misschien?
"Voor dit bedrijf is vakkennis en kwaliteitskennis eigenlijk het meest gevoelige punt. We hebben iemand op de keurkamer die al 25 jaar in dienst is. Hij proeft zo ontzettend goed. Dat proeven krijg je niet snel onder de knie. Mensen opleiden is heel lastig. We hebben drie jaar geleden een keurpanel ingesteld van willekeurige mensen uit het bedrijf die elke dinsdagochtend een uur aan het keuren zijn, maar dat is veel te weinig om het echt goed te leren. Dat proeven is iets wat Rob en ik ons nog veel meer eigen moeten maken."
Wat gebeurt er als de keurmeester weggaat?
"Dan hebben we de inkoopafdeling en mijn vader nog als achterwacht. En als hij het om wat voor reden niet kan doen, moeten we het zelf gaan doen. Maar Rob en ik kunnen dat toch minder goed. Het is wel belangrijk dat we ons daar meer op toeleggen en veel meer meekeuren. Dus elke dag een halfuurtje meeslurpen."
Simon Lévelt
Generatie aan de leiding: zesde
Sector/markt: levensmiddelen
Omzet: 8,5 miljoen euro
Aantal medewerkers: 43 fte
Aantal winkels: 29
Mikkel Levelt (35)
Geboorteplaats: Heemstede
Opleiding: orthopedagogiek, Universiteit van Amsterdam; heao small business Haarlem
Loopbaan: accountmanager Simon Lévelt; inkoopmedewerker zoetwaren Sligro; bedrijfsleider in Amsterdamse winkel van Simon Lévelt
Hobby's: roeien, zeilen
Mikkel Levelt is ongehuwd en heeft geen kinderen