Problemen zijn handel
24-06-2008 | Auteur: Lizanne Schipper
Over de Nederlandse cultuur wordt door opinion leaders vaak wat schamper gedaan. Vroeger konden we nog schilderen, nu lijkt dat ene koekje bij de thee onze voornaamste karakteristiek. En de bij het volk opverende belangstelling voor vaderlandse geschiedenis en romantiek op het boerenland, wordt afgedaan als een provinciale huiver voor de mondialisering. Harry Starren, directeur van werkgeversadviesbureau De Baak, kijkt er heel anders tegenaan. Willen we verder komen in de wereld, dan is juist onze eigen cultuur het uitgangspunt. "Het identiteitsvraagstuk is heel relevant voor de economie. Om internationaal mee te tellen, moeten we zelfkennis ontwikkelen. Wie zijn wij? Wat hebben we te bieden en waarmee kunnen we ons onderscheiden?" Voortbouwen op ons imago heeft de meeste kans van slagen. Bruggenbouwers, meesters in watermanagement, voedselveredeling en milieutechnologie; zo worden wij in het buitenland gezien. Toen aan de sjeik van Dubai werd gevraagd waarom hij het opspuiten van de palmeilanden voor de kust aan Nederlanders had overgelaten, luidde zijn antwoord: Who else? Een opsteker die we hebben te danken aan een probleem: onze historische strijd met het water. Ook de lasten die het ruimtegebrek in ons land met zich meebrengen, hebben geleid tot expertise die we in het buitenland kunnen verzilveren. Als voorbeeld noemt Starren voedselveredeling: "In de agrarische periode hadden we te weinig land voor massaproductie. We waren wel genoodzaakt het in de veredeling en intensivering te zoeken. Hetzelfde geldt voor milieutechnologie. Doordat we met onze neus op elkaar zitten, is vervuiling hier een groter probleem dan in andere landen. Als we niet uitkijken, stikken we in het fijnstof. Een beperking die we moeten nemen als uitdaging. Zo is DSMheel goed in veilig chemisch produceren - het bedrijf moest zich daar wel op toeleggen; het stond middenin de stedelijke agglomeratie van Heerlen. De dichtheid in ons land is hoog en er is veel diversiteit, ook daarvan moeten we leren. We zien de instroom van allochtonen vaak als een probleem, maar als we ermee in het reine komen, hebben we de wereld met onze oplossingen iets te bieden."
Van oudsher staat Nederland bekend om zijn tolerantie. Die moeten we nu niet als te soft terzijde schuiven, maar koesteren, vindt Starren. "Die tolerante cultuur is een voorwaarde voor handel drijven, en dat is voor een klein land de enige manier om te groeien. Handel komt eigenlijk neer op het benutten van verschillen. In eerste instantie is een verschil lastig. Na een tijdje vind je een weg om het te tolereren en nog weer later kom je op een manier om het te vieren. Op zoek naar de schat, zitten we er bovenop."
Amsterdam als merk
Met zo'n perspectief is ook de concurrerende wereldeconomie niet bedreigend, maar kansrijk. "De wereld is een global workplace, we moeten allianties aangaan", zegt Starren. "Als in China duizenden ingenieurs worden opgeleid, geeft ons dat de ruimte voor andere dingen. Bijvoorbeeld om ons te specialiseren in producten en diensten op het raakvlak van techniek en emotie. Philipsneemt tegenwoordig meer sociologen en psychologen aan dan techneuten. De meerwaarde zit niet meer uitsluitend in technologie, maar in de combinatie met design. We zijn tegenwoordig bereid meer dan honderd euro voor een citruspers te betalen omdat hij zo mooi staat op het aanrecht."
Voorwaarde voor internationaal succes is dat we onze regionale gevoeligheden opzij zetten en samen optrekken. Heel simpel: wij zijn Amsterdam. Starren: "De wereld begint een netwerk van steden te worden, zij zijn de merknamen voor landen. Nederland is een stadsstaat. Daarbij horen ook de andere steden in de Randstad, maar wel onder de vlag van Amsterdam. Op dit moment heersen nog wat kinderlijke tegenstellingen, maar op een gegeven moment moet dat voorbij zijn. Akzo en Philips beseffen dit, daarom hebben ze het representatieve deel van hun bedrijf naar Amsterdam gehaald."
De Baak, verbonden aan werkgeversorganisatie VNO-NCW en van oudsher aanbieder van opleidingen voor managers, wil bij de groei van Amsterdam een stimulerende rol spelen. Daarom heeft de organisatie onlangs een vestiging geopend aan de Zuidas. Starren: "Amsterdam is vrij klein en er wonen 177 nationaliteiten, vijf meer dan in New York. Dat moet je niet als een probleem zien, maar feestelijk benaderen." Een eerste project heeft zich al aangediend. De organisatie is door de gemeente gevraagd mee te denken over diversiteit in Noord. De dialoog op gang brengen, ziet Starren als de eerste stap. "We willen nieuwe combinaties vinden, bijvoorbeeld tussen jongeren en bedrijven. Wie weet is de stagenood de oplossing voor de talentennood. Daarbij moet je creatief zijn. Zoals Joop van den Ende die voor zijn theater jongeren gaat inzetten, niet individueel maar in teams. Met het idee dat ze elkaar tot steun kunnen zijn. We moeten onze naïveteit heruitvinden. Succesvolle ondernemers hebben ook vaak iets naïefs in hun ambities. Problemen? Daar moet een ondernemer om lachen. Problemen zijn handel." Starren wil niet afwachten tot de overheid bij hem aanklopt, maar zelf ook initiatieven nemen. Dat past bij deze tijd, vindt hij. "Het model van een symfonieorkest met een dirigent ervoor is passé.
" Als we met diversiteit in het reine komen, hebben we de wereld iets te bieden"
Overheid, bedrijfsleven, opleidingsinstituten en burgers vormen samen een improviserend jazzgezelschap, waarin iedereen zijn bijdrage levert. De lineaire processen zijn verdwenen, het gaat om de configuratie en interactie van verschillende partijen. Om ergens te komen moeten we de grenzen van de normale taakopvatting overschrijden." Dat klinkt mooi, maar is de overheid daar al wel aan toe? "Er ontstaat een slimmere overheid. Zo is de ambitie om de slimheid van de massa te gebruiken. Met internet kunnen we massaal gebruikmaken van individuele creativiteit en collectieve wijsheid. Rita Verdonk doet daartoe een wel heel onbeholpen poging." Mensen met elkaar in contact brengen, dat ziet Starren als de missie van zijn organisatie. "Wij richten ons niet op de technologische kant van ondernemen, maar op de menskant, de emotie en interactie. Wij willen zorgen voor de context waarin muziek wordt gemaakt, het proces tot leven brengen. Voorheen werkten we alleen voor bedrijven, nu werken we ook met hen en proberen bredere verbanden te leggen. Een onderneming alleen kan niet zoveel uitrichten, er moeten connecties komen. Neem een bedrijf als Philips dat zijn krachten bundelt met branchegenoten, maar zich daarnaast ook lieert aan heel andere werelden, zoals de medische. Op zo'n moment kunnen er echt bijzondere dingen tot stand komen."
Feminiene cultuur
Bij dit proces kunnen we een typisch Nederlandse eigenschap inzetten, meent Starren. "Samen bouwen en tegenstellingen overstijgen, daar zijn we in Nederland goed in. We hebben een feminiene cultuur." Ook dit is vrij eenvoudig op de historie terug te voeren. Toen begin de zeventiende eeuw de VOC werd opgericht, konden de burgers niet terugvallen op een rijke adel, want die ontbrak in ons land. Iedereen nam een aandeel in een schip, zodat de lasten werden gedeeld en het risico daalde. "Zo hebben we geleerd alles bij elkaar te leggen, coalities te vormen, verschillen te overbruggen. Onze emotionele vaardigheden zijn beter ontwikkeld dan in andere landen, waar ze nog steeds erg op functionaliteit gericht zijn. Als ik in België aan ondernemers vraag wat hun drijfveren zijn, zeggen ze: Allez, da's privé hè?"
Dé handicap waar Nederlandse zakenlieden in het buitenland tegenaan lopen, is onze directe omgang die vaak averechts uitpakt. Om ergens te komen, moeten zij op hun tong bijten en omzichtiger omgangsvormen aanleren. Toch moeten we onze onbevangenheid niet overboord zetten, zegt Starren. "Er is in Nederland een merkwaardige mix van individualiteit en collectiviteit. We zijn interactief, gaan uit van gelijkheid, adresseren het gevoel en maken geen onderscheid tussen privé en zakelijk. Dat kan op anderen bot overkomen, maar deze mentaliteit vormt wel de voorwaarde voor een ideeëneconomie."
Lees ook
> cv Harry Starren
> Directeur Harry Starren stopt bij De Baak