Angélique de Vries over de autonomie van SAP Nederland

Kijkt u nu, terwijl de economie moeilijke tijden doormaakt, verder vooruit in de toekomst? Of richt u zich juist vooral op de korte termijn? ‘Dat verschilt. We zijn marktleider in business applicaties en dat willen we graag blijven. Dat doen we door ons te focussen op de lange termijn daar waar het productontwikkeling betreft.’

Wat merkt u van het feit dat sommige bedrijven IT-projecten vanwege hoge kosten stopzetten en terughoudend zijn met het investeren in nieuwe IT-zaken? ‘Zo zwart-wit is het gelukkig niet. Het klopt dat er grotere projecten wordt stopgezet of uitgesteld, maar de kleinere projecten die wél blijven doorgaan worden steeds diverser. We zien dan ook dat het aantal projecten niet af- maar toeneemt, maar de omvang van de projecten is nu kleiner dan voorheen. en alles moet minder kosten.’

Hoe lastig is dat? U bepaalt de prijs immers niet alleen. U werkt ook veel met partners. ‘We doen dat bijvoorbeeld door bedrijven hapklare implementatiebrokken aan te bieden. Rapid Deployment Solutions, zo noemen we dat. “CRM in twintig dagen, een call centre operabel in vijftien dagen”, enzovoorts. We koken zoveel mogelijk voor, waardoor de implementatietijd van een applicatie drastisch wordt teruggebracht. Dat scheelt een bedrijf tijd en geld. En bedrijven accepteren dit nu ook. Heel lang dacht elk bedrijf dat het uniek was en dat applicaties volledig op maat moesten worden gemaakt. Voor sommige onderdelen geldt dat nog steeds, maar veel kan worden gestandaardiseerd. Men hoeft niet per se het wiel opnieuw uit te vinden. Die kant-en-klare producten vinden nu gretig aftrek.’

SAP is een Duitse onderneming. Wat merkt u daarvan? ‘We mogen dan een Duitse oorsprong hebben, we zijn vooral een internationaal bedrijf. We hebben twee ceo’s. De ene is een Amerikaan, de ander een Deen. Ik rapporteer aan een Fransman die in Engeland woont. En de voertaal binnen het bedrijf is Engels. We kennen daarnaast een opendeurencultuur en van hiërarchie is in deze organisatie niet of nauwelijks sprake. Het enige waaraan je kunt merken dat we een Duitse onderneming zijn, is het feit dat we gründlich und pünktlich zijn. Onze producten zijn goed van kwaliteit en we doen wat we zeggen.’

Hoe is het gesteld met het aantal vrouwen in deze onderneming? Bent u een uitzondering? ‘Nee. Bepaald niet. Onze sector mag dan gedomineerd worden door mannen, binnen ons bedrijf valt dat erg mee. We hebben diversiteit hoog in het vaandel staan. In Nederland is een kwart van het personeelsbestand vrouw. En dat heeft alles te maken met het feit dat een groot deel van ons werk eruit bestaat om vragen van de klant te vertalen naar concrete oplossingen. Communicatie is kortom erg belangrijk en veel vrouwen zijn daar goed in.

Wat is uw stijl van leidinggeven? ‘Ik ben wel een echt mensenmens. Ik word blij wanneer ik met mensen kan werken. Ik hoop dat ik toegankelijk ben als eindverantwoordelijke. Mijn deur staat altijd open en ik sta wat mij betreft niet hoger op de ladder dan welke andere medewerker dan ook. We moeten het echt samen doen. Zonder anderen ben ik nergens.’

Hoe zelfstandig is SAP Nederland? Met andere woorden: kunt u veel zelf beslissen of is het hoofdkantoorleidend? ‘We zijn gelukkig erg zelfstandig en autonoom. De doelen komen weliswaar vanuit de internationale organisatie, maar we hebben veel vrijheid als het gaat om de invulling ervan. Nederland loopt vaak voorop met nieuwe initiatieven. Een voorbeeld hiervan is het lead program, een intensief en hoogwaardig opleidingsprogramma tot enterprise architect. Nederland was 25 jaar geleden de eerste niet-Duitstalige vestiging die geopend werd. Die voorsprong hebben we altijd gehouden.’

En dit nieuwe kantoor? Heeft u hiervoor alles zelf kunnen beslissen? ‘Ja. Dat hebben we zelf mogen beslissen. Als management hebben we besloten voor één pand waar openheid en flexibiliteit centraal staan. We kunnen hier door makkelijker bij elkaar naar binnen lopen en één mooie locatie draagt bij aan een gevoel van trots.’

Waar haalt u zelf uw inspiratie vandaan? ‘Uit veranderingen. Ik begon in deze functie drie jaar geleden, toen de economische crisis net losbarstte. Aan veranderingen geen gebrek. Ik kon meteen aan de slag. Het leuke is dat je altijd het meeste leert in spannende tijden.’

Wat heeft u toen het vooral geleerd? ‘Dat je trouw moet blijven aan de kracht van het bedrijf. Je moet je vooral niet gek laten maken. Doe maar normaal en blijf met beide benen op de grond staan. En eerlijkheid duurt nog altijd het langst. Ook daar geloof ik in. En ik heb geleerd dat – hoe moeilijk de economie ook is – er altijd nog kansen zijn. Die moet je blijven zien en die moet je grijpen. Stilstaan is geen optie.’

Wat doet u om uzelf te blijven ontwikkelen? ‘Ik lees veel, houd ogen en oren open bij klanten en voel en zie wat er in de markt gebeurt. Op die manier blijf ik scherp. Ik ben bovendien een persoon die zelf veel initiatieven neemt. Ook daar leer ik van.’

Wat zijn spannende producten of innovaties binnen uw sector waar we naar uit kunnen kijken? ‘We zijn druk doende met de lancering van nieuwe toepassingen op basis van de zogenoemde ‘in-memory technologie’. Dat zal een enorm effect hebben op bedrijven zodra we de techniek in de applicaties hebben geïntegreerd. In het kort komt het erop neer dat bedrijven met behulp van deze technologie heel snel kunnen zoeken binnen hun databestanden. Een voorbeeld. Als een internationale producent van ijsjes wil weten in welk land welk ijsje het best wordt verkocht, dan duurt het wel even voordat die data boven tafel zijn gehaald en geanalyseerd. Straks kan een bedrijf met een druk op de knop dit soort data in binnen enkele seconden achterhalen. En dat heeft enorm veel invloed op de wijze waarop bedrijven opereren. Als je weet dat als gevolg van een bepaalde actie een ijsje ergens op de wereld goed verkoopt, kun je die actie meteen ook uitvoeren in andere landen. Bedrijven kunnen hierdoor kortom sneller reageren op de markt. Dat wordt heel spannend. Verder zien we dat ‘mobility’ steeds belangrijker wordt. Medewerkers gaan steeds vaker op andere manieren werken dan via hun pc. Smartphones en tablets maken dat mogelijk. Sommige bedrijven zijn terughoudend wat dit betreft omdat ze bang zijn dat mobiel werken niet veilig genoeg is. Maar je houdt het niet tegen. Mensen gebruiken toch wel hun telefoons voor zakelijke aangelegenheden en zetten er toch wel toepassingen op die volgens het bedrijf niet mogen. Bedrijven kunnen dit soort nieuwe ontwikkelingen dan ook beter omarmen dan tegenhouden. Op een zo veilig en beheersbaar mogelijke manier.’

Interviewer Monique Noomen is CEO van Eiffel.
Tekst: Irene Schoemakers
Fotografie: Anouck Wolf

Lees ook:
> CV Angélique de Vries
> Cloud computing staat in de kinderschoenen
> Telewerken kan altijd overal