Nederland 2.0

Nederland 2.0
Nederland kan zoveel beter. Twee keer zoveel, om precies te zijn. Door onnodige regels en verboden laten we de helft van de potentiële economische groei liggen.
Met een beetje goede wil kunnen we de structurele economische groei in Nederland verdubbelen. Dat valt af te leiden uit onderzoek naar de Nederlandse arbeidsproductiviteit dat de consultants van McKinsey gisteren aan staatssecretaris Frank Heemskerk van Economische Zaken aanboden. Op basis van nieuwe macro-economische berekeningen en interviews met bedrijven in vijf sectoren, durven de onderzoekers de stelling aan dat de groei van de arbeidsproductiviteit twee procentpunten hoger zou kunnen liggen.
Dat zou een kleine verdubbeling zijn. Het niveau van de productie per gewerkt uur is in Nederland prima in orde - alleen de Amerikaanse werknemer is nog productiever - maar de groei is er uit. Met een gemiddelde productiviteitsgroei van 2,2 procent (tussen 1998 en 2004), blijven we achter bij landen als Duitsland en Zweden. De schuld voor deze matige prestatie ligt vooral bij de dienstverlening. Zowel zakelijke als financiële dienstverleners slagen er onvoldoende in om de productie per gewerkt uur te laten stijgen. De metaalsector en detailhandel zijn andere bleeders. Daar is onvoldoende concurrentie (bijvoorbeeld uit het buitenland) en de schaalgrote van het gemiddelde bedrijf is onvoldoende om arbeidsbesparende investeringen en innovaties rendabel te maken. Helemaal treurigstemmend is het feit dat - anders dan in bijvoorbeeld de VS - in Nederland de minst productieve bedrijven de grootste groei in arbeidsvraag laten zien. In plaats van weggeconcurreerd te worden, floreren de slechtste bedrijven in Nederland juist. Er is blijkbaar geen oude of nieuwe concurrent die ze van de markt gooit. Nederland ontbeert de noodzakelijke marktdynamiek. Volgens McKinsey ligt de hoofdoorzaak hiervoor in de vele regels en verboden die concurrentie, innovatie en flexibel gebruik van werknemers belemmeren. Niet de veelgenoemde ‘administratieve lastendruk’ - de geboden over wat bedrijven moeten doen - is het obstakel voor groei. De ‘regeldruk’ is de oorzaak - de verboden die voorschrijven wat bedrijven niet mogen doen. Vestigingsregels, die winkeliers verbieden om zich buiten het centrum te vestigen, bouwvoorschriften die innovatie belemmeren, arbeidstijdenregels die efficiënt gebruik van machines en gebouwen uitsluiten, en arbeidsrecht dat flexibel omgaan met werknemers onmogelijk maakt. Allemaal voorbeelden van verboden die de economische groei beperken. Tijdens de persconferentie zei staatssecretaris Heemskerk dat de onnodige regels zijn volle aandacht zullen krijgen. Van verminderen van de lastendruk gaat hij over op verminderen van de regels. Dat klinkt mooi. Maar een veeg teken is dat hij dit beleid zelf omschreef als “draaien aan de kleine knoppen”. De Scopist vroeg hem of hij niet eerst aan de ‘grote knop’ zou moeten draaien, door de ontslagbescherming te versoberen, want dat is toch zonder twijfel de ‘meest belemmerende regel’. We kregen geen duidelijk antwoord. Hopelijk later, als de eerste honderd dagen van het kabinet (eindelijk) voorbij zijn.
facebook