Waarde(n)vol
Van waarden naar waarde dus – en wel via cultuur en het bijbehorende gedrag. In de code wordt cultuur omschreven als ‘een referentiekader op basis waarvan het eigen handelen en dat van anderen wordt beoordeeld’. Elk bedrijf heeft zo’n eigen referentiekader. Deze definitie past keurig binnen de decennialang wetenschappelijk beproefde definitie van Geert Hofstede: ‘culture is the programming of the mind that distinguishes the members of one group or category of people from another’. Op basis van de cultuur van een groep wordt bepaald gedrag gestimuleerd of ontmoedigd. Dit wordt vastgelegd in de gedragscode. In het bestuursverslag moet verantwoording worden afgelegd over de werking en naleving van de gedragscode. Hoe doe je dat in de praktijk? Natuurlijk kan worden geturfd hoeveel overtredingen bekend zijn, maar dat zegt weinig over de naleving, laat staan over hoe dit doorwerkt naar de langetermijnwaardecreatie.
Waardecreatie op lange termijn kan overigens niet dienen als legitimatie voor waarden. De maffia heeft duidelijke waarden en gedragsregels en dat leverde voor henzelf veel waarde op, ook op eeuwenlange termijn. Het winnen van fossiele energie en het produceren van sigaretten levert ook veel waarde op, maar daarover verschuiven de maatschappelijke waarden.
Hoe kun je over die waarde(n) verantwoording afleggen? Hier liggen marktkansen voor accountants: de hoeders van het maatschappelijk verkeer. Accountants kunnen waarnemen of de cultuur en het gedrag bijdragen aan de waardecreatie op lange termijn. Zij kunnen de notulen van vergaderingen napluizen en vervolgens rapporteren hoe het ermee staat, al dan niet met behulp van dashboards met multidimensionale spinnenwebben. Zo’n rapportage is wel vager dan een verklaring over de cijfers en sommige accountants deinzen er dan ook voor terug. Zij komen met het type teksten dat we ook over fraude kennen: ‘ons is niet bekend dat …’en dan weet je het wel – of eigenlijk: niet.
Ondertussen zijn er externe toezichthouders die onderzoek doen naar gedrag en cultuur. Ze houden dan diepgaande interviews, maar ook zij kunnen moeilijk meten. Om hun uitspraken toch te onderbouwen, kunnen zij die voorzien van geanonimiseerde citaten uit die interviews. Zoiets kan een toezichthouder maar eenmalig doen, want bedrijven zullen een volgende keer zorgen voor getrainde medewerkers die wenselijke antwoorden geven. Misschien moeten accountants en externe toezichthouders eens met elkaar gaan praten over hun methoden en technieken. Ze spreken elkaar toch al over de controles op de financiële huishouding van bedrijven. De onderbouwde gedrags- en cultuurbeoordeling kan dan ook aan de orde komen.
Uiteindelijk resteert de hamvraag: wie mag bepalen welke waarden het bedrijf kiest? De code corporate governance zwijgt hierover, externe toezichthouders mogen geen voorkeur uitspreken maar sturen soms indirect en de markt heeft zijn eigen moraal.
Fieke van der Lecq is deeltijdhoogleraar Pensioenen aan de Vrije Universiteit Amsterdam, eigenaar van Ecovisie en commissaris bij diverse ondernemingen.
Management Scope selecteerde diverse wetenschappers die in deze wisselcolumn voor het bedrijfsleven belangrijke actualiteiten becommentariëren.