Bas van der Veldt namens AFAS, winnaar van de Koning Willem I Prijs

'Deze prijs heeft zoveel allure'

Bas van der Veldt in gesprek met Gert van der Houwen

Bas van der Veldt namens AFAS, winnaar van de Koning Willem I Prijs
Softwareontwikkelaar AFAS Software is binnen de categorie grootbedrijf winnaar van de Koning Willem I Prijs, een prestigieuze ondernemingsprijs. Een mooie aanleiding ceo Bas van der Veldt te vragen naar zijn ondernemerswaarden. Hij blijkt allerminst een muurbloempje: ‘Of iedereen klant kan zijn bij ons? Natuurlijk niet!’

De daags ervoor gewonnen Koning Willem I Prijs, de prestigieuze ondernemingsprijs die tweejaarlijks wordt toegekend door de Koning Willem I Stichting en die aanleiding is voor dit interview, staat mooi uitgelicht te stralen op het podium van AFAS Live, de enorme Amsterdamse concertzaal waar softwareontwikkelaar AFAS sinds vorig jaar zijn naam aan heeft verbonden.
Vanaf dat podium sprak ceo Bas van der Veldt kort voor het interview met Management Scope zijn publiek toe als keynote speaker van de AFAS Open, de jaarlijkse klantendagen van het Leusdense bedrijf. Hij stond er om versie 7 van het succesvolle softwareprogramma AFAS Profit te presenteren. Dat was niets minder dan een ‘Steve Jobs-moment’: ‘Hier hebben we met zijn allen lang naar toegewerkt’. Dat cabaretier Martijn Koning op datzelfde podium het nieuwe product meteen daarna op de hak nam, verhoogde de pret alleen maar. Koning: ‘Profit 7 is echt veel beter dan versie 6. Maar eerlijk is eerlijk: veel minder goed dan versie 8. En vergeleken bij versie 9 is versie 7 eigenlijk waardeloos.’ Van der Veldt sloeg zich van het lachen op de knieën.
Een korte nacht was het. Om 00.30 uur ’s nachts reed Van der Veldt met AFAS-cfo Arnold Mars, weg bij Stadsschouwburg Nijmegen waar de Koning Willem I Prijs werd uitgereikt. Een paar uurtjes later stond diezelfde Mars alweer toeterend voor z’n deur: ‘We gaan 1.500 klanten entertainen joh, opstaan!’ Na dat ‘entertainen’ volgde direct dit interview. Het uitgebreide juryrapport dat bij de Koning Willem I Prijs hoort, heeft Van der Veldt dan ook niet gelezen. ‘Nog niet aan toegekomen, sorry, maar wat er gisteren is voorgelezen, was vleiend.’ 

Wat betekent het voor AFAS om de Koning Willem I Prijs te winnen?
‘Nu al heel veel. Je zou mijn telefoon moeten zien. Mijn WhatsApp is ontploft. Er is geen ondernemersprijs in Nederland met zoveel allure als deze. Als je kijkt wie de Koning Willem I Prijs allemaal hebben gewonnen, word je daar een beetje stil van. We staan in een rijtje met healthtech-concern Philips, zuivelcoöperatie FrieslandCampina, bierbrouwer Heineken en chemieconcern AkzoNobel. Wij passen daar qua grootte helemaal niet tussen! Philips heeft 116.000 medewerkers. Wij zitten op ruim 400. We stonden in de finale met kartonfabrikant Eska en advies- en ingenieursbureau HaskoningDHV, allebei klanten van ons. Haskoning is zoveel keer groter dan wij, het was logischer geweest als zij hadden gewonnen. Ja, deze prijs doet nu al heel veel. De koninklijke allure die bij zo’n prijs hoort straalt op ons af. Het is geweldig.’

Staatssecretaris Mona Keijzer, die de prijs heeft uitreikt, zei in haar toespraak dat de uitdaging voor de toekomst ligt in het zorgvuldig omgaan met de digitale revolutie. Eens?
‘Daar ben ik het zeer mee eens. AFAS loopt daarbij voorop. Wij willen die revolutie bij iedereen in de botten krijgen. We willen onze klanten meenemen de toekomst in. Het gaat ons niet alleen om het verkopen van software, we willen terug naar de menselijke maat. Software is niet meer dan een middel om dat te bereiken. Wij willen die software op een goede manier inzetten. Wij willen bullshit automatiseren zodat mensen ruimte en tijd overhouden voor wat echt belangrijk is: menselijk contact.’

Hoe brengt u die boodschap over het voetlicht?
‘Door op dit soort dagen, waarop duizenden klanten van ons langskomen, het podium te pakken en mijn visie te geven op het bedrijf en op de maatschappij. Ik laat voorbeelden zien van wat we willen en van wat we niet willen.
Zo begrijp ik niet dat de top van ING het salaris van topman Ralph Hamers zo buitensporig wilde verhogen. Dan sta je ver af van de rest van Nederland.’

Waarom de keuze dat in de openbaarheid te zeggen?
‘Omdat ik een betere wereld wil. Mijn collega’s zeggen wel eens: “Zeg dat nou niet, je weet nooit wat voor effect het heeft.” Maar dat doe ik dus wel.’

ING zou een klant van u kunnen zijn.
‘Dat zijn ze niet.’

Vreest u niet dat ze nu niet meer bij u aankloppen?
‘Dat weet ik niet. De directeur komt binnenkort heel toevallig bij ons langs, dus wie weet waar dat toe leidt. Ach, ik heb ook ABN Amro, wel een klant van ons, genoemd tijdens een presentatie. Ze schaften het gratis fruit voor hun personeel af, de kerstpakketten, de medewerkers mochten geen Spotify meer luisteren. Ik snap daar helemaal niets van en dat benoem ik.’

Hoe zou u uw relatie met medewerkers willen omschrijven, wat staat centraal?
‘Liefde staat centraal. Liefde is dat je iets doet voor anderen. Niet direct aan jezelf denken, maar oprecht zorgen voor de ander. Ik noem een voorbeeld. Hoe zorg je voor een medewerker met een burn-out? Ik heb die medewerker zelf gevraagd: hoe kan ik je helpen? Nu heb ik iedere dag contact. Iedere dag app ik een taakje om die medewerker te leren hoe mooi de wereld is. Opdracht 1: vandaag schoenen en sokken uit en op blote voeten het bos in. Ja, dat gaat best ver.’

Hoe zit het met de spagaat tussen liefde en de euro’s?
‘Als je je richt op liefde, komen de euro’s vanzelf.’

Nou, nou, u verkoopt toch geen ‘liefde’?
‘Vooruit, laat ik het corrigeren. We verkopen met liefde. Anders zou ik het niet kunnen. Ik zou geen sigaretten of wapens kunnen verkopen. Ik verkoop graag oplossingen. Natuurlijk kun je onze producten ook fout gebruiken, ik ben niet naïef. Maar wij leveren onze producten en diensten met vertrouwen uit aan de klant. In die producten zit transparantie, openheid en eerlijkheid ingebakken.’

Is die koers moeilijker vol te houden nu jullie groter groeien?
‘Nee, dat is wat iedereen zegt, maar we merken er niets van. We hebben nu een omzet van 140 miljoen euro, maar ik heb nog steeds geen personal assistant, we hebben nog steeds geen jurist. Meestal gaat het juist mis als er een jurist aan de bak gaat. Mensen zeggen: zodra je over de 100 miljoen gaat, zal het anders worden. Ik merk het niet. We bewijzen dat het wel kan. Je kunt er zelfs de Koning Willem I Prijs mee winnen.’

Maakt u zich zorgen over bijvoorbeeld veiligheid van software?
‘Natuurlijk. We pakken dat op onze eigen wijze aan. Wij moeten een oplossing bieden voor de klant en dat doen we door vast te houden aan onze manier. Wij leveren de twee-factor-authenticatie uit als standaard bij onze software. Onze concurrenten bieden dat als optie aan, maar wij zeggen nee, het is te belangrijk, dus we doen het op deze manier.’

U weet beter dan de klant wat het beste is?
‘Ja, je moet niet altijd inspraak van klanten willen organiseren. Ik noem een voorbeeld. Als we ziekenhuizen of onderwijsinstellingen de vraag stellen hoe ze hun software willen, dan komen er werkgroepjes, of beter gezegd: praatgroepjes. Dat levert bureaucratie op en weinig daadkracht. Daarom zeggen wij: dit is onze oplossing, daar hoeven we niet over te praten. Wij nemen wat stoerdere beslissingen dan anderen.’

Hoe ziet de toekomst van AFAS Software eruit?
‘We willen doorgroeien. We zijn bezig met de bouw van een nieuw hoofdkantoor, met een theater erbij waar 850 mensen in passen. En we zijn bezig met een volledig nieuw softwareproduct. Maar als je me vraagt naar mijn droom, dan zeg ik: geef me over een aantal jaar vijf AFAS-klanten en zet ze naast vijf klanten van de concurrent. Dan willen we dat de AFAS-klanten leuker zijn, gezelliger, meer maatschappelijk verantwoord bezig en meer winstgevend – ik wil dat onze klant in alle facetten beter is dan de klant van de concurrent.’

En groei naar het buitenland?
‘We gaan pas punaises in de wereld steken als Nederland te klein wordt. We kunnen hier best doorgroeien naar een half miljard euro omzet, misschien wel naar 800 miljoen. Misschien dat het daarna in Nederland begint op te drogen en dat het dan tijd wordt voor een tweede thuisland na België, waar we ook actief zijn.’

Het bedrijf verkopen is geen optie?
‘Ik krijg iedere twee weken een verzoek van private equity om koffie te drinken. Dat sla ik steevast af. Als het je om geld te doen is, dan moet je de tent inderdaad verkopen. Alleen stopt dan mijn hobby. Mijn liefde voor medewerkers stopt, mijn liefde voor de klanten stopt. Het gaat ons om veel meer dan geld. En bovendien: genoeg is genoeg. Volgens mij kunnen we best afspreken dat het totale vermogen in Nederland niet meer mag zijn dan bijvoorbeeld tien miljoen euro per persoon. Niemand heeft meer nodig. Wat wil je nog meer? Laten we alles boven de tien miljoen aftoppen. Alles erboven gaat naar vadertje staat of naar het goede doel. En maak vervolgens openbaar hoeveel mensen precies bijdragen. Zou het niet mooi zijn te lezen dat Marcel Boekhoorn dit jaar 500 miljoen voor Nederland heeft verdiend? Wij bij AFAS geven jaarlijks ruim drie miljoen weg aan goede doelen. Daar geloven we in.’

Heeft u zich geërgerd aan de dividend-discussie?
‘Zeer! Je hoort gewoon fatsoenlijk belasting te betalen. Alles is goed geregeld in Nederland, de infrastructuur, de kennis is op peil – daar hoort iets tegenover te staan. Rulings met de belastingdienst? Ik vind dat zeer onethisch. Geld dat uit Nederland wordt weggehaald door private equity, dat vind ik echt schandalig.’

Wat vindt u van een werkgeversorganisatie als VNONCW?
(Diepe zucht). ‘Bij VNO-NCW voel ik me niet thuis. Ben je wel eens bij een meeting van die club geweest? Pfff. Al die grijze koppies. Ik herken me er niet in. Ze spreken een taal die ik niet ken. Het gaat niet over liefde voor klanten en ondernemen. Het gaat over belangen. Een club als nlgroeit is vele malen moderner en inspirerend. Elkaar helpen, daar heb je meer aan dan aan een lidmaatschap van VNO-NCW. Want wat krijg ik daar precies voor? Lobby! Maar waarvoor? Bij AFAS houden we die lobby buiten de deur.’

En de vakbond?
‘Daar heb ik geen ervaring mee. Van onze ruim 400 medewerkers zijn er slechts twee aangesloten bij een vakbond. Waarom? Omdat ze ooit, decennia geleden, lid zijn geworden. We hebben ook geen ondernemingsraad (OR) bij AFAS. We houden ons wel aan de wet op de OR, maar we geloven niet in het instituut OR.’

Hoe kun je je wel aan de wet houden, maar geen OR hebben?
‘Er staat in de wet niet dat je een OR moet hebben, er staat dat je inspraak moet regelen – en dat doen we. We hebben een raad van inspiratie. Daarmee gaan we in gesprek, die geeft ons advies. Werkgevers versus ondernemers, de vakbond, de OR, dat komt echt uit een andere tijd, de tijd van hullie en zullie, van met elkaar vechten, van tegenstrijdige belangen. Die tijd is voorbij. Wij doen het samen.’

Betekent dat ook dat er bij AFAS geen hiërarchisch leiderschap is?
‘Nee hoor, we hebben hiërarchische lagen. Het streven is dat je in twee stappen bij de directie bent. 8 procent van onze medewerkers is leidinggevend. Iets te veel als je het mij vraagt, dat mag best iets naar beneden. Maar vergis je niet: mensen hebben behoefte aan sterk leiderschap. Er is zoveel slecht leiderschap dat er een trend is ontstaan naar geen leiderschap. Maar er is iets dat veel beter is dan geen leiderschap, en dat is goed leiderschap. Alleen zie je goed leiderschap zo weinig. Leiders die het voortouw nemen, die inspireren, die zich niet verstoppen, die met de poten in de klei staan.’

U voelt de vraag vermoedelijk al aankomen: bent u een goede leider?
‘Vraag dat maar aan mijn mensen. Vraag het ze als ik er niet bij ben, dan krijg je het eerlijke verhaal.’

U ziet uzelf als inspirator?
‘Dat probeer ik wel te zijn.’

Heeft u ondernemers die u als voorbeeld ziet?
‘Ik heb niet direct een naam. Ik hoef geen Elon Musk of Joop van den Ende te zijn, maar ik word wel geïnspireerd door bepaalde eigenschappen van dergelijke succesvolle mensen. Het entertainen van Van den Ende, de risico’s die Musk durft te nemen, de liefde voor de details van Steve Jobs. Daar laat ik me door inspireren.’

U bent nogal een direct man.
‘Heel direct! Ik verwacht ook van anderen dat ze op die manier met mij omgaan. Zeg maar wat je van me vindt. Als je me een eikel vindt, zeg het me! Liefst met wat uitleg – dan kan ik er wat mee.’

Heeft de bedrijfsvisie iets te maken met de christelijke achtergrond van AFAS?
‘Die christelijke achtergrond komt vaak ter sprake als het over ons gaat. Ik vind het een compliment hoor, maar het klopt niet. Ongeveer 20 procent van onze medewerkers heeft een christelijke achtergrond. Bij ons werken ook mensen met een andere levensovertuiging. Als jij ons bedrijf christelijk noemt, vind ik dat prachtig, maar ik noem het menselijk. Je mag het ook boeddhistisch of zen noemen. We hebben bepaalde normen en waarden over hoe je met medewerkers en klanten omgaat. Ik ben zelf niet christelijk, maar katholiek.’

Kan iedereen klant bij jullie zijn?
‘Goede vraag. Nee, natuurlijk niet. Een wapenbedrijf wil ik niet als klant. Een overduidelijk onethisch bedrijf zullen we weigeren.’

Hebt u wel eens een klant geweigerd?
‘Nee, dat niet, maar er zijn wel klanten die we hebben besproken. We hebben een abortuskliniek als klant. Er zijn medewerkers die daar niet naartoe willen. Dat begrijp ik. Daar hebben we het over. En dat lossen we dan netjes intern op door iemand anders te sturen.’

Waar staat Bas van der Veldt over een jaartje of tien?
‘Nog steeds bij AFAS, denk ik. Ik kan me geen toekomst buiten AFAS voorstellen. Ik ga niet bij AFAS weg.’

Ik hoor de bevlogenheid van een politicus...
‘Nee! Houd op! Ik zou gek worden in de politiek. Te veel mensen, te veel meningen, te weinig daadkracht. Hoewel: ik zou best een paar jaar ‘de baas’ van Nederland willen zijn. Daar hoef ik geen geld voor te hebben. En dan mag je me ook nog iedere maand wegstemmen. Mag ’ie blijven, ja of nee? Duimpje omhoog of duimpje omlaag. Dat zou een superexperiment zijn – zo krijg je wellicht een echt goede leider aan de macht, een heel interessant model.’

Interview door Gert van der Houwen, algemeen directeur van Nive, de Nederlandse Vereniging voor Managers, en secretaris Koning Willem I Stichting. Zijn bijdragen zijn terug te vinden bij zijn profiel. Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 06 2018.

facebook