De nevenfunctie van Henk Markerink
'Sport emancipeert, dat geldt zeker voor gehandicapten'
Henk Markerink in gesprek met Gert van der Houwen
11-04-2019 | Interviewer: Gert van der Houwen | Auteur: Angelo van Leemput | Beeld: Martine Spranger
Hoe bent u op deze plek terechtgekomen?
‘Oud- Ajax-bestuurslid Uri Coronel heeft mij gevraagd of ik voor deze functie voelde. Ik zat toen al in de raad van advies van Fonds Gehandicaptensport. Uri vroeg het me bij een optreden van Beyoncé bij ons in het stadion. Hij zou me er na het weekend over terugbellen. Maar in plaats van zijn telefoontje ontving ik bericht dat Uri plotseling was overleden. Toen wilde ik helemaal geen nee meer zeggen.’
Heeft u zelf een gehandicapte sporter in uw omgeving?
‘Nee, ik heb geen persoonlijke relatie met een gehandicapte sporter, maar ik voel wel grote affiniteit met sport en topsport. Die affiniteit komt voort uit mijn functie bij de ArenA en uit het feit dat ik zelf jarenlang topsport heb bedreven. Ik heb een jaar of acht in de eredivisie gevolleybald. Sport is een geweldig middel om je leven te verrijken en dat geldt zeker ook voor gehandicapten. Sport kan deuren openen, nieuwe doelen in het leven geven, het geeft je kracht, je emancipeert.’
Wat is uw drive om deze nevenfunctie te vervullen?
‘Ik zie het als een maatschappelijke plicht om iets terug te doen voor de samenleving. Op een gegeven moment kom je in een positie waarin je mensen kunt verbinden, waar je je invloed aan kunt wenden om bepaalde zaken een zetje te geven of te veranderen. Er zijn 1,7 miljoen gehandicapten in Nederland, ongeveer een half miljoen van hen sport. Ons streven is om dat op te tillen naar 1,2 miljoen.’
Waar moet een nevenfunctie voor u aan voldoen?
‘Ik zoek mijn nevenfuncties vooral uit op algemeen nut. Een aantal van mijn nevenfuncties speelt zich af op het gebied van stadseconomie en mobiliteit. Ik geloof in livable cities, in een inclusieve stad, een inclusieve samenleving waarin iedereen meedoet.’
Welk sportmoment heeft indruk op u gemaakt?
‘Dat zijn er heel veel, bijvoorbeeld het werelduurrecord handbike van Jetze Plat. Die man is een topsportfenomeen. Zijn armen zijn dikker dan mijn bovenbenen. Of een ander voorbeeld: onlangs was ik bij de presentatie van het team voor de Special Olympics, een groot internationaal sporttoernooi voor mensen met een verstandelijke beperking. Daar sprak een sporter met het syndroom van Down de zaal toe. Ze vertelde dat ze door haar sport enorme stappen had gemaakt, ook verstandelijk. Dat is mooi om te zien. Als we bij ons jaarlijkse gala in de ArenA een half miljoen ophalen, geeft dat ook een kick, al is die kick wat platter.’
Zijn er dingen die u vanuit het fonds meeneemt naar uw functie als ceo?
‘Ik ben vooral onder de indruk van de drive van de mensen bij deze club, daar put ik veel motivatie uit. Het is een ontzettend moeilijke klus om zo’n fonds te runnen en om altijd maar om geld te moeten leuren. Het is de vasthoudendheid die ik bewonder. Deze nevenfunctie levert me veel op: ik krijg er energie van, ik krijg er andere ideeën van, ik ontmoet andere mensen. Zo kom ik uit mijn kokertje.’
Gepubliceerd in Management Scope 04 2019.