Bonus voor duurzaamheid
30-08-2007 | Auteur: Rob van Tilburg
Dit jaar gaat het gebeuren: Toyota verdringt General Motors als kampioen op de markt voor personenauto's in de Verenigde Staten. Oorzaak: de tijdige anticipatie van Toyota op de behoefte aan duurzaamheid, door de introductie van kleine en zuinige modellen. Onlangs voelden PGGM en ABP de macht van de publieke opinie toen hun werd verweten te investeren in clusterbommen en landmijnen. En uit recent onderzoek blijkt dat getalenteerd personeel vooral de maatschappelijke prestatie van een potentiële werkgever belangrijk vindt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) wordt steeds belangrijker voor ondernemingen. Zowel om risico's te identificeren en af te dekken als om marktkansen te benutten.
Een stap verder
Daarmee wordt het een belangrijk onderwerp voor de raad van commissarissen, bij uitstek het orgaan dat moet beoordelen of het ondernemingsbestuur correct anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen. Als reactie op de toenemende roep om maatschappelijke verantwoordelijkheid bepalen steeds meer beursgenoteerde ondernemingen hun MVO-issues en rapporteren daar jaarlijks over. Bij sommige ondernemingen gaat het om omgang met klimaatverandering, bij andere om het uitsluiten van kinderarbeid of het respecteren van mensenrechten en bij een derde om extra aandacht voor gezondheid en veiligheid van medewerkers. Verschillende internationale richtlijnen bieden steun bij het bepalen van de relevante maatschappelijke onderwerpen, zoals de richtlijnen van het Global Reporting Initiative. Zij zorgen ervoor dat duidelijk over de MVO-issues wordt gerapporteerd, zodat de raad van commissarissen en de buitenwereld kunnen beoordelen of de onderneming er adequaat mee omgaat. Sommige ondernemingen gaan nog een stap verder. Bij drie Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen wordt de variabele beloning van de raad van bestuur mede afhankelijk gemaakt van duurzaamheidscriteria: postbedrijf TNT, olieconcern Shell en chemiebedrijf DSM.
In opdracht van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling onderzocht DHV in samenwerking met Hay Group hoe deze koppeling wordt vormgegeven. Dat blijkt sterk te verschillen. Over het algemeen wordt de beloning gekoppeld aan een beperkt aantal duurzaamheidsonderwerpen die van strategisch belang zijn voor de onderneming, variërend van lifestyle en anti-overgewichtinitiatieven bij McDonald's tot gezondheid en veiligheid bij olie- en energiemaatschappijen. Onderwerpen die bij TNT, Shell en DSM worden betrokken bij de beloning zijn veiligheid en gezondheid. Een van de drie ondernemingen legt een verbinding met CO2-emissies. Ook bij buitenlandse ondernemingen komen veiligheid en gezondheid het meest voor in de niet-financiële beloningscriteria.
De meeste ondernemingen koppelen de duurzaamheidsprestatie aan de jaarlijkse cashbonus. Dat is ook het geval bij de drie Nederlandse voorbeelden. Een beperkt aantal buitenlandse ondernemingen legt een verbinding met de langetermijnbeloning.
De geselecteerde duurzaamheidsonderwerpen en gerealiseerde prestaties wegen bij TNT, Shell en DSM voor vijftien tot dertig procent mee in de jaarlijkse cashbonus van de bestuursleden. Het percentage kan per bestuurder verschillen, afhankelijk van de invloed die hij gezien zijn portefeuille kan uitoefenen. Een COO kan beter worden afgerekend op CO2-reducties dan een CFO.
Sterke impuls
Een aantal vooraanstaande commissarissen is geïnterviewd over hun verwachtingen van de verdere ontwikkeling van de koppeling van duurzaamheidsprestaties aan beloning. Verrassend is dat allen het belang ervan inzien. Het merendeel vindt zo'n koppeling gewenst, ongeacht of van tevoren bewezen kan worden dat zij de continuïteit en de financiële prestaties van de onderneming dient. De commissarissen verwachten dat de koppeling in de toekomst meer toegepast wordt. Overigens wordt aangegeven dat duurzaamheid of de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de onderneming nog beperkt een gespreksonderwerp is bij de raden van commissarissen, maar dat de aandacht wel snel groeit. Verder bevestigen de commissarissen dat de koppeling aan beloning een sterke impuls geeft aan de duurzaamheid binnen de onderneming. Een bredere toepassing zou dus een krachtige stimulans voor duurzaamheid betekenen.
De koppeling van beloning aan duurzaamheid kan het verschraalde debat over topbeloningen een inhoudelijke impuls geven. En het is een grote uitdaging voor de remuneratiecommissie binnen de raad van commissarissen. Hoe kan zij zo'n traject het beste aanpakken? De volgende stappen zijn een handreiking.
Bepaal de belangrijkste maatschappelijke onderwerpen van de onderneming
Een onderneming kan zich het beste beperken tot de duurzaamheidsonderwerpen die gezien de kernactiviteiten wezenlijk zijn en waarop de onderneming invloed heeft. De richtlijnen van het Global Reporting Initiative bieden hierbij steun.
Bepaal de indicatoren die de duurzaamheidsprestaties het beste reflecteren
Als de maatschappelijke kernonderwerpen bepaald zijn, is de volgende stap het bepalen van passende prestatie-indicatoren. Doordat nog niet alle ondernemingen hun duurzaamheidsissues duidelijk hebben gekwantificeerd, beperkt de koppeling zich veelal tot onderwerpen als veiligheid en gezondheid, zoals het aantal ongelukken met verzuim per aantal gewerkte uren. De verbinding met bijvoorbeeld klimaateffecten of omgang met mensenrechten wordt nog zelden gemaakt.
Stel realistische en uitdagende doelen
De onderneming moet meetbare doelstellingen formuleren, waarop bestuurders beloningstechnisch worden afgerekend. Houd daarbij rekening met het huidige prestatieniveau, de beïnvloedbaarheid van de huidige situatie en de termijn waarop maatregelen effect hebben. Zo hebben investeringen in energiebesparing pas effect als de maatregelen daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Terwijl overschakelen naar groene energie weer sneller gaat door anders in te kopen.
Bepaal per bestuurder de mate waarin het beloningspakket afhankelijk is van het halen van de doelstelling
De laatste stap is de manier waarop het al dan niet halen van de doelstellingen wordt gekoppeld aan de beloning. Wordt een koppeling gelegd met de korte- of de langetermijnincentives? Wat gebeurt er als de doelstellingen worden overtroffen? Wordt de koppeling pas opportuun als óók de financiële doelen worden gehaald? Het handigste is aansluiting te zoeken bij de overige gekozen remuneratiecriteria.
Duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen is geen vrijblijvende exercitie meer. De directe continuïteit en de waarde van de onderneming zijn in het geding. Daarom zou het goed zijn als remuneratieverantwoordelijke commissarissen in de beloningspakketten van de raden van bestuur de relatie leggen tussen beloning en prestatie op het gebied van duurzaamheid.
Rob van Tilburg is manager van de adviesgroep duurzaam ondernemen bij DHV