Richard den Drijver, Van der Moolen: Gewoon geld verdienen
22-12-2008 | Interviewer: Maarten Vijverberg | Auteur: Irene Schoemakers | Beeld: Mark van den Brink
“Kappen. Wegwezen.” Zo dacht Richard den Drijver op de valreep van 2007. Hij verkocht Van der Moolen Specialists aan de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers, likte zijn wonden, en maakte door de verkoop 145 miljoen dollar vrij. Daarmee eindigde het avontuur van Van der Moolen in Amerika. Achteraf had de timing niet beter gekund. “Je kunt veel bedenken, analyseren en logisch nadenken, maar je hebt ook altijd een beetje geluk nodig,” vertelt Den Drijver vanuit het hoofdkantoor van dit internationale handelshuis, aan de Amsterdamse Keizersgracht.
Den Drijver oogt zeer gedreven, spreekt en denkt snel, en weet waar hij het over heeft. Als geen ander is hij thuis in de technische materie, die maakt dat dit handelshuis zich inmiddels weer op de kaart heeft weten te zetten. Want Van der Moolen heeft de afgelopen jaren op z’n zachtst gezegd zware tijden doorgemaakt. Na een laatste koerspiek in 2001 maakte het aandeel een ware duikvlucht en verloor het maar liefst negentig procent van zijn waarde. Niet alleen zag het bedrijf de winsten verdampen, ook werd het in 2005 verwijderd uit de AEX-hoofdindex en werd het in de Verenigde Staten beschuldigd van handelsovertredingen. Beleggers zouden zijn gedupeerd, doordat orders tussen 1999 en 2003 verkeerd waren uitgevoerd. Van der Moolen schikte voor een bedrag van bijna 58 miljoen dollar, zonder schuld te bekennen.
Het zag er kortom heel lang slecht uit voor Van der Moolen. Tot het concern op vrijdag 27 mei 2005 bekendmaakte een bod te doen op het Amsterdamse derivatenhuis en online broker Curvalue. En dat is waar Den Drijver in het verhaal komt. Hij is namelijk de oprichter van Curvalue en was voor 79 procent eigenaar van het bedrijf. Van der Moolen kocht Curvalue voor een kleine 60 miljoen euro, de toenmalige bestuursvoorzitter Fred Böttcher ging een klein jaar na dato met pensioen en Den Drijver werd aangesteld als nieuwe bestuursvoorzitter. Sinds de komst van Den Drijver in 2006 gaat het een stuk beter met het handelshuis. Hij wist de miljoenenverliezen om te zetten in winst. Maakte het bedrijf vorig jaar in het tweede kwartaal nog 8,7 miljoen euro verlies, het afgelopen tweede kwartaal bedroeg de netto winst 10,5 miljoen euro. “Het zijn mooie winstcijfers, nu ik er zo naar kijk,” lacht Den Drijver terwijl hij een overzicht van de cijfers met ons doorbladert.
Maar zelfgenoegzaam achterover leunen is niets voor Den Drijver. “We zijn er nog lang niet. We hebben het bedrijf nu weer een beetje op de rails, maar er moet nog heel veel gebeuren.”
“ Het is niet leuk om je ongelijk te erkennen, maar het is nog vervelender als de verliezen verder oplopen”
Is het Amerikaanse avontuur wat u betreft mislukt?
“Nee, zo zie ik dat niet. Niet alles konden we vooraf voorzien. Maar één ding wist ik wel: ik kan betere dingen doen met het geld.”
U heeft destijds een cruciale beslissing genomen door dit onderdeel te verkopen aan Lehman Brothers. Was het moeilijk om de stekker eruit te trekken?
“Niet echt. Kijk, fouten maken we allemaal. Het gaat erom dat je leert van je fouten en dat je durft toe te geven dat je ze maakt. En begrijp me niet verkeerd, het is niet leuk om je ongelijk te erkennen, maar het is nog vervelender als de verliezen verder oplopen. Uiteindelijk hebben we het op deze manier netjes kunnen oplossen en hebben we net op tijd het schip verlaten. Het was een stoelendans en ik had geen zin om als laatste op het ‘feestje’ te blijven.”
De grote winststijging die u onlangs over het eerste halfjaar naar buiten bracht, is vooral te danken aan arbitrage waarmee u profiteert van verschillen in belastingsregimes, zo meldden berichten in de pers.
“Dat beeld klopt niet. We groeien al sinds vorig jaar, vooral door systematische arbitrage tussen producten en markten in drie continenten. Die groei is echt niet het gevolg van handigheidjes. We zijn eenvoudigweg een heel ander bedrijf geworden dat stabielere winsten laat zien.”
Hoe anders is het Van der Moolen van nu vergeleken met dat van een paar jaar geleden?
“Volkomen anders. Om te beginnen ons personeelsbestand. Een paar jaar geleden had Van der Moolen 400 medewerkers, nu hebben we nog iets meer dan de helft. En dat niet alleen. Van alle Van der Moolen-medewerkers van toen zijn er nu nog zo’n vijf over. Daarnaast is onze bron van inkomsten volledig veranderd. Haalde het bedrijf in 2005 zo’n negentig procent van zijn omzet uit het Amerikaanse Van der Moolen Specialists en tien procent uit Europa, nu zijn die cijfers precies omgekeerd. Negentig procent van onze omzet komt nu uit Europa, tien procent uit nieuwe activiteiten in Amerika. Kortom, het Van der Moolen van een paar jaar geleden bestaat niet meer. Ons DNA is volledig vernieuwd: nieuwe activiteiten, nieuwe medewerkers, een nieuw management en een nieuwe raad van commissarissen.”
Zijn al die veranderingen nodig geweest?
“Jazeker. De specialistactiviteiten van vroeger bestaan niet meer. Dat was een markt waar je op gevoel en ervaring geld kon verdienen. Dat is echt verleden tijd. We handelen niet meer op gevoel, maar middels digitale systemen en berekeningen. Dat vereist een heel andere manier van werken en dus ook andere competenties.”
Lukt het om de juiste mensen met de juiste competenties binnen te halen?
“Heel lang was dat een probleem. We hadden immers een niet al te best imago en stonden bekend als de ‘bad boys from Wall Street’. We zijn wat dat betreft zwaar gestraft, maar zijn inmiddels onschuldig gebleken. Desalniettemin schrikken mensen van zo’n imago. Maar het tij lijkt te keren. Het afgelopen halfjaar meldden mensen zich spontaan bij ons aan. Men ziet dat we niet ingeslapen zijn, dat we ondernemend zijn en dat ze hier kansen krijgen om zichzelf verder te ontplooien en dat we inmiddels heel aardig presteren. Het lukt ons nu prima om goede mensen aan te trekken.”
Wat doet Van der Moolen nu precies?
“We zijn effectenhandelaar. Oorspronkelijk waren we actief als ‘hoekman’ op de Amsterdamse aandelenbeurs, maar dit systeem van fysieke handel is jaren geleden afgeschaft. Daarna waren we vooral actief op de New York Stock Exchange waar onze handelaren, ofwel specialists, de handel in een groot aantal Amerikaanse aandelen op de beursvloer voor hun rekening namen. Nu, vandaag de dag, zijn we actief in arbitrage in derivaten, handelen we als broker in opdracht van institutionele beleggers en richten we ons op retail, ofwel de particuliere markt.”
Toch trokken jullie onlangs de stekker uit ‘Online Trader’, een beleggersplatform voor de particuliere markt. Het was nog geen paar jaar geleden dat jullie dit instrument in de markt hadden gezet als nieuwe concurrent van Alex en Binck. Waarom ineens die koerswijziging?
“Omdat de markt de afgelopen zes maanden enorm is veranderd. De particuliere belegger heeft zich teruggetrokken uit de markt. En niet alleen staat de groei in de aandelenmarkt onder druk. Hetzelfde geldt voor de marges en commissies. En die trend zal zich alleen maar verder doorzetten. We hebben het kortom geprobeerd, maar het werkte niet. Wat mij betreft kun je dan beter je verlies nemen en verder gaan, in plaats van blijven trekken aan een dood paard. Het ging niet goed, de vooruitzichten waren evenmin goed en dus moet je je conclusies trekken: stoppen ermee. Inmiddels hebben we een andere, wat mij betreft veel betere manier gevonden om die particuliere markt voor ons te winnen onder de naam VDM Global Markets (VDMGM.COM).”
Wat is dat?
“Het is een manier van handelen die in het Verenigd Koninkrijk in de afgelopen vijf jaar een marktaandeel van maar liefst zestig procent heeft weten weg te halen bij de traditionele aandelenhandel via de London Stock Exchange (LSE). Contract for Difference (CFD), zo heet dit alternatief. Dit is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij het verschil tussen openingsprijs en slotprijs wordt uitgewisseld. Bij CFD is het niet nodig dat een particulier een deel van zijn vermogen aanspreekt om aandelen te kunnen kopen. Hij koopt namelijk niet de aandelen, maar hij heeft een overeenkomst dat het verschil, ofwel de winst of het verlies van de transactie, voor zijn rekening is. En in feite kan hij in alles investeren: goud, grondstoffen, aandelen, wat hij maar wil. Het CFD aanbod is veel groter dan bijvoorbeeld bij turbo’s, warrants of speeders. Bovendien is het veel eenvoudiger en goedkoper. Er hoeven geen commissies of beurskosten te worden betaald en de particulier bepaalt zelf de inzet. We verwachten dat CFD ook in andere landen een vlucht kan nemen. Mensen zijn meer en meer op zoek naar flexibele, simpele en goedkope opties. We zijn het product nu aan het testen en zullen vervolgens besluiten in welke landen we het gaan uitrollen.”
In hoeverre draagt CFD bij aan de vorming van luchtbellen? Het is immers een abstrahering van de fysieke handel waardoor mensen verder af komen te staan van waar het werkelijk om gaat: het investeren van geld in bedrijven. Nu kunnen ze met weinig middelen toch posities innemen.
“Ik denk dat dat wel meevalt. Juist omdat men minder hoeft te investeren, loopt men ook minder risico om veel geld te verliezen.”
Toch kan dit soort producten mijns inziens de volatiliteit van de markten versterken.
“Dat vraag ik me af. Afgeleide producten hebben doorgaans juist de neiging om markten te stabiliseren. Bovendien zijn het vaak de banken en institutionele beleggers die de echte klappen veroorzaken. Niet de particulieren.”
Is CFD voor Van der Moolen op dit moment het “gouden ei”?
“Ik geloof niet in gouden eieren. Ik geloof wél in goede producten en in het uitrollen van die producten op verschillende continenten. Zoals gezegd is CFD in Engeland erg succesvol. Op dit moment zijn er slechts vijf grote spelers in de wereld die CFD aanbieden. Wat mij betreft is er in de wereld plaats voor meer dan één ‘hamburgerketen’.
Hoe staat Van der Moolen er nu voor?
“We hebben achter de schermen hard doorgewerkt met een nieuwe bezetting. We hebben nieuwe business opgebouwd, onze risico’s gespreid over heel Europa en nu zijn we langzaam maar zeker begonnen met winst maken. De komende tijd willen we vooral gewoon geld verdienen. Dat is onze eerste prioriteit. Hiervoor zullen we ook echt nog efficiencyslagen moeten maken. We hebben geleerd dat we zuinig met ons geld moeten omgaan en zullen elk dubbeltje drie keer omdraaien. Daarnaast zetten we in op arbitragehandel tussen verschillende continenten. Hiertoe werken we sinds eind vorig jaar samen met GSFS Asset Management. Dit is een specialist op het gebied van fiscaal gedreven beurshandel. Bij arbitragehandel profiteren we in feite van de prijsverschillen wereldwijd tussen aan elkaar gerelateerde effecten. Een aandeel doet niet iedere dag precies hetzelfde in alle landen. En als hetzelfde aandeel op verschillende beurzen tegen andere prijzen handelt, kunnen we de laagste prijs kopen en tegelijkertijd ‘short gaan’ in de hoger geprijsde aandelen. Maar deze vorm van arbitragehandel is alleen maar interessant wanneer je een groot netwerk hebt. Dat hebben we inmiddels.”
Is dat ook waar jullie kracht zit?
“Ja. Absoluut. We beschikken over veel kennis en schaalgrootte. We hebben onze eigen netwerken gebouwd in New York, Londen en straks ook Hong Kong. Vanuit onze data centers aldaar kunnen we lijntjes leggen naar de beurzen. Daarnaast is het bij arbitragehandel altijd belangrijk dat je de snelste bent. Alleen dan kun je profiteren van de prijsverschillen per aandeel in de verschillende tijdzones.”
Heeft u nu voldoende schaal om de concurrentie in de wereld aan te kunnen?
“Ja. Zeker daar waar het gaat om Europa. En vergeet ook niet dat veel grote banken niet over de kennis beschikken die nodig is om ons vak uit te oefenen. Het is een vrij specialistisch vakgebied.”
U bent volgens mij een harde werker. Hoe ziet uw werkweek eruit?
“Ach. Ik werk hard. Dat klopt. Maar dat doen we allemaal. Ik werk zo’n tachtig uur per week en zit gemiddeld twee keer per week in het vliegtuig.”
“ Ik ben pas trots als we weer terug zijn in de AEX”
U heeft ook een gezin?
“Jazeker. En dat gaat prima. Mijn zoon is nu negen en heeft inmiddels op zeven verschillende scholen gezeten en spreekt drie talen. Mijn vrouw en zoon wonen op dit moment in Zwitserland.”
Waarom Zwitserland?
“Niet vanwege de belasting. Ik ben gewoon belastingplichtig in Nederland. Maar Zwitserland heeft goede scholen. Kinderen leren er discipline en ze leren hun talen spreken. En ik ben er heilig van overtuigd dat een goede opleiding de beste basis vormt voor later.”
Hoe is het om de hele dag met geld bezig te zijn?
“Prima. Ik denk dat groenteboeren meer problemen hebben om hun fruit uit de schappen te krijgen. Wij zijn liquide. Wij kunnen kopen en verkopen zonder dat onze waren bederven. Dat is een mooie uitgangspositie.”
U leidt nu in uw eentje de onderneming. Hoe dat zo?
“We hebben twee commissarissen en inderdaad één bestuurder. Het is een eenmansbestuur, maar geen ‘one-man-show’, zo zeg ik altijd maar. Er is een executive committee van zeven zeer talentvolle en ervaren mensen. En we bevinden ons bovendien in een tussenfase. Ons doel is om de organisatie veel centraler aan te sturen dan in het verleden plaatsvond. We willen het komend halfjaar zoals gezegd nog een efficiencyslag maken en daar maken we nu ook tijd voor. Tegelijkertijd zijn we aan het kijken welke commissarissen en bestuurders het best passen bij de onderneming. Ik ben er bovendien van overtuigd dat een goede organisatie niet afhankelijk is van het opperhoofd dat er zit.”
Terugkijkend op de afgelopen twee jaar, waar bent u trots op?
“Het is nog veel te vroeg om trots te zijn. Ik ben pas trots als we weer terug zijn in de AEX. Er is nog heel veel werk aan de winkel. We zullen keihard moeten werken. Het bedrijf was ooit veertig euro per aandeel waard. Nu schommelen we rond de vijf. We hebben dus nog een lange weg te gaan.”
Lees ook:
> Biografie Maarten Vijverberg