Mannen versus vrouwen: brekers en bouwers

Mannen versus vrouwen: brekers en bouwers
Welke lessen leert de kredietcrisis? Mannen vinden dat commissarissen voortaan slimmere vragen moeten stellen. Vrouwen denken juist dat er meer domme vragen moeten worden gesteld.


Zet vier vrouwelijke en drie mannelijke commissarissen aan twee aparte ronde tafels voor een stevige discussie over het Nederlandse toezicht, stel ze exact dezelfde vragen en zoek de verschillen in de antwoorden. Net als bij de cartooneske puzzels in dit genre, lijken de twee plaatjes op het eerste gezicht identiek: aan beide tafels zitten ervaren topcommissarissen met een uitgesproken visie op effectief toezicht in tijden van crisis. Pas bij nadere bestudering blijken de verschillen tussen de mannen en de vrouwen: sommige in het oog springend, andere subtieler, waarbij natuurlijk ook andere, niet-seksegerelateerde factoren een rol kunnen spelen.

Zo blijken zowel de mannen als de vrouwen een gezond wantrouwen te hanteren ten aanzien van het management: ‘trust but verify' is voor beiden het adagium. De focus is het afgelopen decennium verschoven van tell me naar show me en zelfs prove it to me. Bestuurders kunnen niet langer de kachel aanmaken met hun commissarissen, zij het man of vrouw. De toezichthouders vragen tegenwoordig dóór.

Goede informatie is cruciaal voor deze kritische grondhouding. Alleen goed geïnformeerde commissarissen kunnen immers de juiste vragen stellen en de risico's overzien. Die informatievoorziening is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het bestuur en de raad van commissarissen, vinden zowel de mannen als de vrouwen. Er is sprake van een haal- en brengplicht. Maar hier openbaart zich ook het eerste subtiele verschil. In de discussie met de vrouwen ligt meer de nadruk op eigen informatievergaring buiten het bestuur om: via intranet, het tweede echelon, de ondernemingsraad, et cetera. De mannen leggen meer de nadruk op het gevaar van een overkill aan informatie, waardoor de grens tussen hoofd- en bijzaken vervaagt en risico's ondersneeuwen, terwijl de medeplichtigheid en daarmee de aansprakelijkheid toeneemt. Je had het immers kúnnen weten. Daar hoor je de vrouwen dan weer niet over: die spitten kennelijk gezagsgetrouw die pakken papier door en reppen niet over hun rechtspositie, maar dat kan natuurlijk toeval zijn.

Modderige laarzen
Een ander subtiel verschil openbaart zich bij de visie op het toenemend aantal beroepscommissarissen (versus de commissaris die daarnaast nog een actieve hoofdfunctie bekleedt). Prima, mits die beroepscommissaris zelf met de poten in de modder heeft gestaan, vinden de mannen unaniem. Bij de vrouwen is er meer reliëf in de meningsvorming: ook daar worden de modderige laarzen belangrijk gevonden, maar er wordt ook gewezen op het belang van diversiteit en minder traditionele selectiecriteria. Nog een subtiel verschil zien we bij de vraag of de one-tier board zich beter leent voor het omgaan met crises en conflicten. Zowel mannen als vrouwen zien in dit opzicht weinig voordelen ten opzichte van de two-tier board. Mensen zijn belangrijker dan structuren, is de opmerkelijk eensgezinde mening aan beide tafels. Vervolgens geven de mannen echter een uitgebreide verhandeling over de internationale verschillen tussen beide toezichtstructuren, terwijl de vrouwen er vrij snel klaar mee zijn. Die staan juist weer uitgebreid stil bij het menselijke aspect van het toezicht en met name de lessen die individuele commissarissen kunnen trekken uit de kredietcrisis.
Daarmee zijn we aangekomen bij de in het oog springende verschillen. Vrouwen kijken extra goed in de spiegel: niet om te zien of hun haar goed zit, maar voor een reflectie op hun persoonlijk functioneren als toezichthouder. Hadden we het anders moeten doen? Hebben we steken laten vallen? Aan de vrouwentafel klinkt zelfs een mea culpa: ‘Ik realiseer me dat we als toezichthouders veel te gemakkelijk zijn geweest. Dat moeten we onszelf aanrekenen.' De vrouwen zeggen dan ook van de crisis te hebben geleerd.

Te hoge verwachtingswaarde
Aan de mannentafel is de toonzetting anders: de crisis maakt de mannen volgens eigen zeggen niet nerveus of onzeker. Van veel bespiegeling ten aanzien van hun persoonlijk functioneren is evenmin sprake. Na verschillende crises te hebben meegemaakt, zeggen de mannen nu juist recessieproof te zijn. Leren van de crisis is lastig, want iedere crisis is weer anders. Bovendien is er sprake van een permanente overschatting van de commissaris door pers en publiek, betoogt een van de mannen. De commissarissen hebben niet zitten slapen, maar de verwachtingswaarde is veel te hoog: ‘Het is een illusie om te denken dat commissarissen slim genoeg zijn om de fouten van het bestuur te voorkomen.'

Commissarissen waren in elk geval niet ‘slim' genoeg om de risicovolle derivaten te begrijpen die de kredietcrisis hebben veroorzaakt, daarover zijn de mannen en vrouwen het eens. De ins en outs daarvan gingen zelfs de meest doorgewinterde commissarissen boven de pet. Opvallend genoeg trekken de mannen en vrouwen uit deze gezamenlijke constatering een tegengestelde conclusie. De mannen hameren op het belang van specifieke deskundigheid en sectorervaring voor commissarissen. Banken moeten hun raden van commissarissen niet volzetten met topindustriëlen, maar ook weer bankiers aantrekken die de ingewikkelde producten begrijpen. Oftewel: de mannen zien een systeemfout die om reparatie vraagt. De vrouwen vinden juist dat commissarissen zich meer zouden moeten opstellen als leek, hoewel dat vaak als een zwakte gezien wordt: ‘Een toezichthouder zou veel meer domme vragen moeten stellen. Laat het bestuur datgene wat je niet begrijpt maar eens goed uitleggen.' Oftewel: de vrouwen zien een verbetermogelijkheid voor het persoonlijk functioneren van individuele commissarissen.

Bijterig versus kameraadschappelijk
Grappig zijn de verschillen in de manier waarop mannelijke en vrouwelijke commissarissen naar elkaar kijken. Opvallend is dat de mannen onmiddellijk beginnen over het functioneren van vrouwelijke commissarissen. Dat is kennelijk nog steeds een issue, hoewel ze er direct aan toevoegen in dat opzicht weinig verschil tussen mannen en vrouwen te zien. Omgekeerd maken de vrouwen geen enkele opmerking over hoe goed of slecht mannen als commissaris functioneren.

Gevraagd naar de gedragsverschillen, zijn mannen en vrouwen het over één ding roerend eens: vrouwen zijn directer, harder en doortastender. Een van de mannen vat het beeldend samen: ‘Vrouwen zijn bijteriger.' Mannen offeren de onderlinge kameraadschap minder makkelijk op om ‘verdomd vervelend' te zijn, vrouwen hebben daar minder moeite mee. Vrouwen en mannen zouden ook een andere bijdrage hebben in de verschillende fasen die een onderneming doormaakt. Vrouwen zouden beter functioneren in de creatieve fase, mannen beter in een neergaande fase, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, aangehaald door een van de mannen. Inspiratie versus kordaatheid. Oftewel: vrouwen zijn bouwers, mannen zijn brekers. In de cycliciteit van het ondernemerschap zijn ze beide nodig.

facebook