De nevenfunctie van Diana Monissen

De nevenfunctie van Diana Monissen
In deze rubriek vertellen bestuurders en commissarissen over bijzondere nevenfuncties die zij vervullen Diana Monissen is voorzitter van de raad van toezicht van de Reinier Haga Groep, voorzitter raad van commissarissen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht, voorzitter raad van toezicht van Hivos en ook bestuurder en toezichthouder met een missie.

U heeft altijd gekozen voor functies bij organisaties die impact maken, vooral in de gezondheidszorg. Vanwaar die gedrevenheid?
‘Ik heb een aangeboren wervelkolomafwijking, ben zeker tien keer geopereerd en lag als tiener een tijdlang in een gipskorset in het ziekenhuis. Dat heeft zeker invloed gehad, net als twee gebeurtenissen uit mijn studietijd. Ik werkte toen in een gezinsvervangend tehuis voor studenten met een lichamelijke beperking en was bevriend met sommige bewoners. Een vriendin met een dwarslaesie zag het leven niet meer zitten en heeft suïcide gepleegd. Een andere vriend woonde in een focuswoning, waar mensen met een beperking zelfstandig kunnen wonen. Hij kreeg niet de juiste hulp, is uit een tillift gevallen en overleden. Toen heb ik intuïtief besloten me in te gaan zetten voor betere zorg. Later werd die missie de rode draad in mijn carrière.’

Van 2015 tot 2020 was u voorzitter van de raad van bestuur van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. Waarom zei u ‘ja’?
‘Mijn kleinzoon Pim heeft kanker gehad, dus ik heb van dichtbij meegemaakt wat dat betekent. Later werd ik gebeld met de vraag de mensen die het Prinses Máxima Centrum wilden opzetten te helpen beter inzicht te krijgen in de financiële kant. Toen ik vervolgens in 2014 werd gevraagd bestuursvoorzitter te worden, was nog helemaal niet zeker of de financiering en de voorwaarden rond zouden komen. Juist daarom heb ik na enige aarzeling ja gezegd, want met alleen gedrevenheid was het Prinses Máxima Centrum niet van de grond gekomen. De zakelijke kant moest ook op orde zijn: No money, no mission.’

Heeft u die zakelijke inslag van huis uit meegekregen?
‘Ik kom wel uit een middenstandsgezin. Mijn moeder – die een leuke baan had – werd bij haar huwelijk ontslagen, zoals in die tijd gebruikelijk. Ze begon toen een klein hotelletje, indertijd not done in het katholieke Limburg. Mijn vader werkte bij de Staatsmijnen totdat hij oogproblemen kreeg. Daarna hielp hij haar in het hotel. Mijn moeder was een voorbeeld door haar harde werken en haar goedgehumeurdheid. Als je pessimistisch bent, krijg je de dingen niet voor elkaar. Mijn rugproblemen hebben van mij geen chagrijn gemaakt. Ik denk juist: wat fijn dat ik ondanks die rug zo veel heb kunnen doen.’

Zorgen voor anderen is een rode draad in uw loopbaan. Hoe zorgt u voor uzelf?
‘Ik heb een leuke man die me gunt wat ik doe. Fred is van huis uit theoloog en filosoof en kan goed met me reflecteren als ik daar behoefte aan heb. Ik loop veel. Ik zwem. Ik lees twee à drie boeken per week. Bovenal ervaar ik mijn werk niet als belastend, hooguit soms in fysieke zin. 99 procent van wat ik doe, vind ik plezierig en leuk.’

Welk advies heeft u voor bestuurders die hun werk met passie en plezier willen blijven doen?
‘Kies wat bij je past. Verzamel mensen om je heen die kritisch meedenken. Realiseer de strategie die je uitstippelt. Het gaat te vaak over andere dingen dan over de klant, patiënt of cliënt. Als je dat voor ogen houdt, kun je impact maken.’ 

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 07 2021.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 01-09-2021

facebook