Ethische vraagstukken over techniek zijn Chefsache

Ethische vraagstukken over techniek zijn Chefsache
Data analytics, kunstmatige intelligentie, robotisering, het internet of things, zelfrijdende auto’s, blockchain, biometrie, nudging, virtual reality, augmented reality: technologische ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op. 

Ze bieden kansen om een enorme verbeterslag te maken bij het vinden van de juiste klanten, bij het verbeteren van de dienstverlening aan klanten, bij customer loyalty management, bij het bepalen van de prijs, bij robo-advies, bij preventie, bij het bestrijden van fraude, bij het optimaliseren van operationele processen, bij het verminderen van risico’s en bij het creëren van commerciële kansen. Meer omzet, meer tevreden klanten, betere bedrijfsprocessen!

Dit jaar is het precies 200 jaar geleden dat het boek Frankenstein; or, the modern Prometheus van Mary Wollstonecraft Shelly verscheen. Het boek leest als een waarschuwing: neem verantwoordelijkheid voor je technische uitvindingen, anders keren deze zich tegen je. De ondertitel verwijst naar de Griekse mythologie waarin Prometheus de mensen het goddelijke vuur gaf – ofwel de techniek.
Mensen zijn door en door technologische wezens. We (over)leven door onze technische uitvindingen. Wollstonecraft Shelly was geen techniekpessimist, maar ook geen blijmoedig optimist. Ze zag risico’s aan de techniek, en die voorzag ze goed. Henk van Houten, chief technology officer van Philips, legt nauwkeurig de vinger op de zere plek: ‘The hardest part is not the technology itself. The hardest part is getting that technology to work in a way that is accepted, trusted, and embraced by people’.
Hoe de toekomst eruitziet, is koffiedikkijken. Maar dat is ook geen interessante vraag. Hoe wíllen we dat de toekomst eruit gaat zien? Om die vraag moet het draaien. Zoals wetenschapper Max Tegmark in zijn boek Life 3.0 stelt: ‘Pas wanneer we serieus hebben nagedacht over wat voor toekomst we willen, zullen we in staat zijn een koers te bepalen voor de toekomst die we ons wensen.’ Ofwel, onder welke voorwaarden willen we technologische ontwikkelingen omarmen?

Sommige morele en maatschappelijke uitdagingen staan al nadrukkelijk op de agenda. Betrouwbaarheid, veiligheid, privacy. Met het rapport Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving laat het Rathenau Instituut – dat zich bezighoudt met wetenschap, technologie en samenleving en politiek, beleid en samenleving daarover informeert – zien dat er veel meer publieke waarden en mensenrechten op het spel staan, zoals werkgelegenheid, menselijke waardigheid, autonomie, gelijke behandeling, rechtvaardigheid en solidariteit. Die ontwikkelingen roepen belangrijke vragen op over machtsverhoudingen: wie controleert de techniek? Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, benadrukt dat bedrijven een verantwoordelijkheid hebben bij het toetsen van technologische ontwikkelingen: ‘Zet de zorgplicht centraal, houd rekening met maatschappelijke en ethische vraagstukken van digitale producten en diensten.’ Terecht. With great power comes great responsibility!

Deze zorgplicht kan niet worden overgelaten aan de staf, zoals door veel boards privacy is uitbesteed aan de privacy officer. Het is Chefsache. Het gaat hier om het morele kompas van de organisatie. Waar staan wij voor, wat zijn onze morele uitgangspunten, op welke manier willen wij rekening houden met onze klanten, met society at large? Dergelijke vragen kun je niet uitbesteden, ze raken het hart van de organisatie. Het bestuur is immers de hoeder van de waarden van die organisatie.

Edgar Karssing is als universitair hoofddocent beroepsethiek en integriteitsmanagement verbonden aan Nyenrode Business Universiteit en lid van het Nyenrode Corporate Governance Instituut.

facebook