The devil & the details

The devil & the details
De afgelopen weken dwaalden mijn gedachten een aantal keer af naar 2017, naar de groepsfoto van het kabinet-Rutte III bij de beëdiging op Paleis Noordeinde. Op deze foto (niet te verwarren met de bordesfoto enkele uren later, waar de mannen zich hebben omgekleed) zijn de mannen in jacquet.


Het was geen prettig afdwalen, want het tafereel deed pijn aan de ogen. Zo hadden de meeste mannen een behoorlijk slechtzittende broek aan. Dat laat zich verklaren: we hebben in Nederland niet meer zoveel officiële gelegenheden waar we in jacquet moeten verschijnen. Reden wellicht, zelfs voor de destijds nieuwe leden van het kabinet, om een jacquet te huren. Alleen Koning Willem-Alexander gaf het goede voorbeeld. Zijn broek was niet te lang, niet te kort, niet te ruim, niet te strak: standaard elementen waardoor de broek mooi valt en klasse uitstraalt.
Ik verzucht maar vast: met de eindejaarsperiode in zicht, zullen meer van dit soort taferelen zich aandienen. Een smoking draag je één keer per jaar, of met een beetje geluk twee of drie keer. Waarom dan investeren in een goede smoking voor feesten en partijen, is vaak de gedachte. Of: waarom die studentsmoking upgraden, als die het nog prima doet? Wel, best eenvoudig: omdat u met de kleine details die een mooie smoking onderscheiden eenvoudig en subtiel laat zien dat u in control bent.

Blauw, of zwart, lakschoenen of niet: het zijn keuzes die iedereen moet maken. De verfijning zit ’m in dit geval in andere details. Voorop: de stof. Wanneer die dun en verfijnd is, draagt de smoking comfortabel en niet te warm. Dat is meegenomen voor als er nog een beetje gedanst gaat worden.
 Belangrijker nog is dat de stof als water langs het lichaam valt: soepel en rustig. Ook als u geen verstand van wol hebt, is het duidelijk dat fijnere stoffen meer uitstraling hebben. Denk aan een zogeheten S130, S150 of S160-wol (hoe hoger het getal, hoe hoger de kwaliteit), of wol met zijde met een gewicht tussen de 210 en 250 gram. Hiermee heeft u zonder enige moeite een smoking van hogere kwaliteit dan iedereen die een smoking heeft gehuurd.
Dan nog enkele details. Om het effect van elegantie extra aan te zetten, hebben mooi gemaakte pakken, en dus ook mooi gemaakte smokings, een borstzak die zo belijnd is dat de punten iets naar boven wijzen. In Italië spreken ze over ‘una tasca a barchetta’: een zak in de vorm van een bootje. De meeste confectiepakken hebben een rechte borstzak. Die is eenvoudiger te verwerken voor het atelier en daarom ook goedkoper.
Een artisanaal gemaakt pak is ook te herkennen aan de kleine steekjes die over het revers en zakken lopen. Ook wel het ‘putten’ genoemd, bedoeld om het binnenwerk te hechten aan de stof. Bij een smoking is het putten van het revers extra moeilijk, omdat deze van satijn is gemaakt. Alleen de pakken waarvan het putten meticuleus met de hand wordt gedaan, hebben ook een geput revers op de smoking. De kans dat een van uw collega’s hiervoor weloverwogen heeft gekozen, is minder dan één procent.
De uitspraak the devil is in the detail is dus op zijn plek als het gaat om onderscheidend vermogen bij een black-tie dress code. Een ronde borstzak of een geput revers is op het eerste oog niet opvallend of onderscheidend. Maar kenners weten dat er veel gevoel en vakmanschap achter zit.

Tom Doppen is samen met compagnon Bastiaan Tan eigenaar van Gallery Tailors (Egelantiersgracht 97, Amsterdam). Deze column is gepubliceerd in Management Scope 01 2019.

facebook