De nevenfunctie van Carla Moonen

'Ik ben nu voorzichtiger met oordelen'

Carla Moonen in gesprek met Gert van der Houwen

De nevenfunctie van Carla Moonen
In deze rubriek vertellen bestuurders en commissarissen over een bijzondere nevenfunctie die zij vervullen. Carla Moonen is bestuursvoorzitter van Pensioenfonds Zorg en Welzijn, maar ook vrijwilliger bij vrouwenrechtenorganisatie Brood en Rozen. 

Hoe is dit project op uw pad gekomen?
‘Ik ben betrokken bij NL2025, een platform dat zich inzet voor een betere toekomst van Nederland. Toen we het gedachtegoed van die organisatie lokaal wilden uitrollen, kwam ik in mijn woonplaats Breda in contact met Nora Kasrioui. Zij was Brood en Rozen begonnen, een project om vrouwen in de bijstand te begeleiden naar een baan. Als je erin slaagt een bijstandsmoeder aan het werk te krijgen, help je behalve haar ook een gezin. Dat was haar gedachte erachter. De sociale impact is dus groot. Dat sprak me aan. Zelf wilde ik graag iets terugdoen voor mijn stad, de stad waar mijn kinderen opgroeien.’ 

U geeft een groep van telkens zo’n 15 vrouwen les in etiquette. Wat houdt dat in?
‘Ik werk vooral aan hun zelfvertrouwen. Vijf, zes jaar in de bijstand, dat zorgt vaak voor twijfel. Wat heb ik te bieden? Ben ik de moeite waard? Een neerwaartse spiraal dreigt. Ik probeer die spiraal weer in opwaartse richting te buigen. Ik heb de etiquette-les in drie onderdelen opgesplitst. Eén van de thema’s is doseren: je mag best zeggen dat je een moeilijke tijd hebt gehad, maar zorg in je gesprekken dat het niet één grote klaagzang wordt. Houd het luchtig, zorg dat de ander de potentie ziet. Een ander aspect is de presentatie: maak jezelf niet kleiner dan je bent. Vrouwen zijn geneigd te zeggen: “Ach, ik heb ooit eens eventjes voor de klas gestaan, maar dat stelde niet veel voor.” Een man met dezelfde ervaring roept: “Ik heb brede ervaring in het primair onderwijs met lastige groepen jongeren.” Ik leer de vrouwen alles in het juiste perspectief te zetten. Tot slot is er aandacht voor de echte etiquette. We verbinden de vrouwen aan een topman uit het bedrijfsleven voor een date. Daar hoort een lunch bij – en die lunch nemen we door.’

Hoort daar dan bijvoorbeeld ook een kledingadvies bij?
‘Dat denkt iedereen! Maar ik werk vooral vanuit de binnenkant, vanuit de eigen kracht, met tips als “houd het positief”. Zorg bijvoorbeeld voor een positieve openingszin: “Wat fijn dat we elkaar gevonden hebben”, of: “Kijk eens hoe mooi we hier zitten.” Het grappige is dat vrouwen aan het eind vaak zelf over hun uiterlijk beginnen. En natuurlijk gaan ze uit zichzelf naar de kapper voor hun zakelijke date. En natuurlijk kiezen ze een mooie jurk. Dat hoef je meestal niet uit te leggen.’

Is het programma succesvol?
‘Zeer. Je ziet dat alle vrouwen die zich aan het project committeren uiteindelijk een passende baan vinden. Er zijn dan ook plannen om het project uit te breiden naar andere steden.’

Wat brengt het uzelf?
‘Ik kan mijn levenservaring delen. Het is mooi om dat ten dienste te stellen aan anderen. Verder levert het me bewustwording op, bijvoorbeeld dat je echt veel pech kunt hebben in het leven. Ik heb geleerd nog voorzichtiger te zijn met oordelen en om vooral vanuit verwondering vragen te stellen.’

Interview door Gert van der Houwen, algemeen directeur VDH Bestuurszaken. Dit korte interview uit de rubriek Na aan 't hart is gepubliceerd in Management Scope 07 2018.

facebook