Ronald Lotgerink, CEO Zwanenberg: ‘Beursnotering past niet bij een familiebedrijf'

Ronald Lotgerink, CEO Zwanenberg: ‘Beursnotering past niet bij een familiebedrijf'
Managen was nou eenmaal geen hobby van Aldo van der Laan, eigenaar van vleesconservenproducent Zwanenberg. Zijn financiële man Ronald Lotgerink werd in 2007 CEO van het familieconcern. “Als het goed zit met de gutsfeeling, moet je er gewoon voor gaan. No guts, no glory.”

Ronald Lotgerink bestuurt het concern vanuit een soort cockpit. Voor`het bureau branden vier indrukwekkende flatscreens met kleurige cijfers en diagrammen. Vanuit zijn stoel kan Lotgerink in één oogopslag zien of het bedrijf op koers ligt, zowel in Nederland als internationaal. Lotgerink: “Alles staat er in: de afname van grootwinkelbedrijven zoals Albert Heijn en Tesco, de mondiale maïsproductie, de internationale grondstofprijzen van varkensvlees, kippenvlees of blik.”

Ook de valutamarkt is belangrijk voor een concern met fabrieken in Nederland, Engeland en de VS; Zwanenberg is namelijk actief in veel dollargedreven landen. Vorig jaar heeft het bedrijf nog een acquisitie gedaan in Australië. Niet lang daarna maakte de Australische dollar een duik van wel dertig procent. Lotgerink: “Dan moet je direct ingrijpen door de prijzen te verhogen.”

Heeft Zwanenberg veel last van kredietcrisis? “Zeker. De afzet is nog steeds goed - mensen blijven altijd eten - maar we hebben veel hinder ondervonden van de hoge olieprijs. Door de groeiende populariteit van biofuel werden veel landbouwarealen voor alternatieve brandstoffen gereserveerd. Het gevolg was de voedselcrisis waardoor ook de voedselprijs voor dieren enorm is gestegen, soms wel met 100 procent. Het heeft ons maanden gekost om dat lek enigszins te repareren. Ook het betalingsgedrag van klanten is verslechterd; vooral buitenlandse klanten betalen erg laat. Verzekeraars trekken zich terug waardoor we meer financiële risico’s zelf moeten dragen.”

“ Als de familie naar voren treedt, doe ik vanzelf een stapje terug”

Zwanenberg werd in 1929 opgericht door de opa van de huidige eigenaar, Aldo van der Laan. De roots van de multinational liggen in een kleine slagerij achter een woonhuis in Voorburg. Na de tweede wereldoorlog zag zijn zoon Aart - de vader van Aldo - een markt in blikconserven. Lotgerink: “Heel convenient na de oorlog toen koelkasten schaars waren. Engeland was de springplank voor deze nieuwe business; daar hebben we daar onze eerste buitenlandse conservenfabriek geopend. Die draait overigens nog steeds goed.” Ook nu is vlees in blik nog steeds populair, al is de grootste groei er inmiddels uit. Voor Unox produceert Zwanenberg nog steeds Smack, boterhamworst uit blik. Voor de buitenlandse markt wordt luncheonmeat gemaakt en een halal-versie van kip. Lotgerink: “In deze categorie zijn we marktleider in moslimlanden. Onze conserven worden verkocht in Japan, het Midden-Oosten, Afrika, Amerika en Noord Europa. Vooral Afrika is een belangrijke afzetmarkt vanwege de hoge temperaturen en beperkte koelmogelijkheden.”

Als consultant aan de zijlijn
Nederland telt maar weinig familiebedrijven met een buitenstaander in de ‘cockpit’. Ronald Lotgerink is één van die zeldzame CEO’s. Lotgerink werkt dit jaar precies twee decennia bij het familiebedrijf. In 1986 nam zoon Aldo van der Laan het roer over van vader Aart; drie jaar later kwam Lotgerink in de zaak. “Na mijn opleiding werkte ik als accountant en consultant bij KPMG en Kleinveld Bosboom Hegener. Een van de vennoten wist dat ik graag het bedrijfsleven in wilde; als consultant sta je toch langs de zijlijn. Op een dag kreeg ik een tip: bij Zwanenberg zochten ze een jonge CFO die ondanks zijn leeftijd het vak goed beheerst. Aldo was toen begin dertig, wat als voordeel had dat ik niet werd overschaduwd door een oude rot in het vak. Ik werd toen wel van alle kanten gewaarschuwd voor de familie Van der Laan. ‘Ronald doe het niet, die Van der Laans zijn eigenwijze mensen!’ Ik besloot het te proberen. Het klikte. Wat ook hielp is dat ik uit een slagersfamilie kom. Ik heb iets met vlees en vind dingen creëren gewoon leuk.”

In het begin fungeerde Lotgerink als bliksemafleider voor de familie. De oude Aart, Aldo en zijn zus werkten samen in een groot kantoor voorin de fabriek. Lotgerink: “Ikzelf zat in een klein kamertje verderop in het gebouw. Aldo en zijn vader leidden het bedrijf ieder op hun eigen manier. Dat leverde spanningen op waarbij ik als intermediair moest optreden. Was Aart het weer eens niet eens met zijn zoon, dan kwam hij zijn beklag doen bij mij en vice versa. Die clashes gingen altijd met veel emoties gepaard.” Lachend: “Vooral in het begin heb ik wel eens gedacht: waar ben ik aan begonnen! Als je met dat soort situaties leert omgaan, word je vanzelf de vertrouwensman.” Is Lotgerink inmiddels een vriend van de familie geworden? “Ja, maar wel op gepaste afstand. Ik loop niet de deur plat. We kennen elkaar wel heel goed. Als de familie naar voren treedt, doe ik vanzelf een stapje terug. Later neem ik weer het voortouw, maar wel met respect voor de eigenaren. Na twintig jaar voel je dat wel aan, maar je moet er ook de mentaliteit voor hebben.”

Na het definitieve vertrek van Aart van der Laan hebben Lotgerink en zoon Aldo de zaak samen voortgezet. Ze gingen op het overnamepad. Hun eerste aankoop was een vleeswarenfabriekje. “Dat deden we zonder enige kennis van zaken, want de vleeswarenindustrie is een heel andere business. Daarna kochten we de eerste slachterij; als baconproducent in Engeland wilden we de hele keten erbij hebben. Vervolgens hebben we nog veel meer slachterijen en uitbeenbedrijven opgekocht.” Eind jaren negentig was Zwanenberg de op één na grootste slachterij van Nederland, met een topomzet van 1,6 miljard gulden. Maar in 2001 heeft Zwanenberg definitief gekozen voor de vleeswarendivisie en de slachterijendivisie verkocht aan VION, nummer 1 in de Nederlandse markt. “Na 2001 hebben we in een hoog tempo vleeswaren en snackbedrijven opgekocht, elk jaar wel twee. Pas de laatste vier, vijf jaar zijn we gegroeid door eigen innovaties. Er zijn namelijk nog maar weinig bedrijven in de markt die voor ons interessant zouden kunnen zijn.” Zwanenberg heeft op dit moment tien fabrieken in Nederland, twee in Engeland en één in de VS. Het bedrijf voert verschillende labels. Het belangrijkste A-merk merk is Zwan. “Dat label hebben we in 1996 gekocht van Unilever. Daarna volgden Kips leverworst en Linera, onze magere vleeswaren die we in licentie van Unilever produceren. Verder hebben we nog wat kleinere merken zoals Huls en Lupak. De rest - veertig procent van onze totale productie - zijn private labels geproduceerd in opdracht van retailers als Albert Heijn, Tesco en Super de Boer. Onze markt is redelijk stabiel, maar wel winstgevend met een jaaromzet van 350 miljoen euro.”

Twee jaar geleden droeg Aldo van der Laan zijn functie over aan zijn sidekick Ronald Lotgerink. Een opmerkelijke move voor een 52-jarige. Lotgerink ziet dat anders. “Als je vijftig wordt, ga je keuzes maken. Managen is nou eenmaal geen hobby van Aldo. Toch is hij nog steeds nauw bij het bedrijf betrokken; als voorzitter van de raad van commissarissen zit hij drie dagen op kantoor. Verder doet hij veel voor FC Twente. Aldo heeft dezelfde computerschermen op zijn kamer als ik, met het verschil dat niet hij maar ik nu de hoogste man ben. We overleggen nog steeds over belangrijke beslissingen. Aldo heeft een andere kijk op de wereld dan ik. Daarom vullen we elkaar goed aan. We vertrouwen elkaar ook volkomen. Daar is dit bedrijf ook op gebouwd.” Wil Lotgerink niet zelf aandeelhouder worden? “Dat zou ik best willen, maar de familie wil het niet. En anders voor hooguit een paar procent. Aandeelhouder zijn is voor is mij ook geen voorwaarde om gemotiveerd te blijven. Zelfs na twintig jaar kan ik hier mijn ei nog kwijt.”

Bedrijfscultuur Zwanenberg
Wat is de bedrijfscultuur van Zwanenberg? “We hebben het hart op de tong. Als ons iets dwars zit zeggen we dat ook, zonder franje. Vooral Aldo kan nog wel eens met de vuist op tafel slaan. Verder kennen we weinig regels. Zelf geef ik rechtstreeks leiding aan dertig mensen. Dat is veel, maar het lukt omdat onze medewerkers zeer zelfstandig kunnen werken. Noem het vrijheid in gebondenheid, want de units moeten wel elke week aan mij rapporteren. Alles gebeurt dus in control. Gaan er dingen mis, dan hebben we een gesprek. Verder werken we veel op gevoel.”

Mensen van buiten - vooral op hoge managementposities - kunnen maar moeilijk aan deze bedrijfscultuur wennen, zegt Lotgerink. Hij komt met een voorbeeld. “Vijf jaar geleden hebben we een zware marketeer van Unilever binnen gehaald. Hij werkte volgens strakke marketingplannen en strategieën. Dat past hier dus totaal niet. We verrichten wel marktonderzoek, maar het gevoel telt ook mee in de besluitvorming. Daarbij moet je goed naar je medewerkers kunnen luisteren. Dat deed hij niet en dan krijg je de afdelingen niet mee.” Die fout heeft Lotgerink zelf ook wel eens gemaakt. “Zeker in het begin van mijn carrière bij Zwanenberg. Ik ben een manager die sterk in concepten denkt. Dan zie ik het al helemaal voor me terwijl mijn omgeving niet snapt wat ik bedoel. Daar heb ik van geleerd. Je moet je plannen goed reflecteren met de mensen om je heen, anders werkt het niet.” Lotgerink is er de man niet naar om gecoacht te worden. Hij heeft ook geen adviseurs over de vloer. “Wat adviseurs betreft ben ik sowieso zeer selectief. Misschien omdat ik er zelf een ben geweest. Goede consultants moet je met een lampje zoeken. Je moet ze ook niet teveel in je bedrijf laten doen, want daarvoor kennen ze het bedrijf onvoldoende.

Veranderingsprocessen moet je als CEO al helemaal zelf doen. Ik lees wel ontzettend veel. Dingen die me aanspreken probeer ik vervolgens gewoon uit. Zo heb ik me verdiept in de oorzaken van overgewicht. Een enorm probleem in de VS en Engeland. Met Nederland gaat het dezelfde kant op. Samen met de Universiteit Groningen en Maastricht hebben we producten ontwikkeld om mensen te helpen af te vallen. Denk aan kleinere porties, geen e-nummers en weinig toegevoegde grondstoffen. We hebben ook een biologische productenlijn op de markt gebracht. Het is en blijft een nichemarkt van hooguit tien, vijftien procent. Dergelijke producten zijn duurder en mensen vinden een vette worst gewoon lekkerder.”

“Wat adviseurs betreft ben ik zeer selectief. Misschien omdat ik er zelf een was”

Traineeprogramma Zwanenberg
Lotgerink runt de organisatie zoals hij zelf in elkaar zit: praktisch, nuchter en doelgericht. Zijn mensen werken in projecten waar projectleiders voor worden aangewezen. “We definiëren ons doel, kijken of we de juiste wapens in huis hebben om dat doel te bereiken. Zijn we fit for growth? Zo niet, dan gaan we die wapens zelf ontwikkelen. Op dit moment hebben we driehonderd van dit soort trajecten lopen. Mensen hebben de vrijheid om zo’n traject naar eigen inzicht in te vullen. Hoe je het doet maakt me niet uit, als je je doelstellingen maar haalt.” Dat geldt ook voor het traineeprogramma van Zwanenberg, zegt Lotgerink. “Door de jaren heen hebben we veel horizontale instroom gehad. De meesten bleven helaas maar kort. Als vleesproducent in het oosten van het land zijn we blijkbaar niet sexy genoeg voor afgestudeerden. Daarom hebben we een eigen opleiding- en mentoringsysteem ontwikkeld, genaamd DAF, Diamonds Are Forever. Daaruit is ondermeer het project Skunk uit voortgekomen. Het idee heb ik gepikt van Lockheed: uit dat project zijn hun beste vliegtuigen voortgekomen. Ook wij hebben onze drie beste trainees een eigen fabriek gegeven. Zonder Zwanenberg-conventies mogen ze nieuwe producten op de markt zetten. Daar is een supergeavanceerde techniek uit voortgekomen die ik nog even geheim moet houden. Ze vinden het waanzinnig, zijn helemaal gegrepen door het Zwanenberg-virus.”

Timmert Zwanenberg dan wel genoeg aan de weg met haar naamsbekendheid? “Tot voor kort waren we inderdaad nogal op onszelf gericht. De laatste jaren zijn we ons meer gaan richten op de consument, bijvoorbeeld met marktonderzoek. Ook regionaal staan we beter op de kaart dan vijf á zes jaar geleden. We zijn nu minstens zo bekend als FC Twente, Bolletje, Grolsch, Johma, ook bij studenten van de Universiteit Twente.”

Een paar jaar geleden heeft Zwanenberg even serieus overwogen om naar de beurs te gaan, om er uiteindelijk toch van af te zien. De toegang tot de kapitaalmarkt is verleidelijk, maar past niet echt bij de strategie van het familiebedrijf. Lotgerink: “Als je beursgenoteerd bent, moet je je laten leiden door de waan van de dag en de kwartaalcijfers. Je kunt wel alles willen onderzoeken, als het goed zit met de gutsfeeling moet je ervoor gaan. No guts, no glory.”

Lees ook:
> Biografie Ronald Lotgerink
> Trots op de beugelfes
> Harry van Zandwijk, Jan Snel:‘Omzetcijfers interesseren me niet’
> Familiebedrijf Boon Edam
> Familiebedrijf van Eeghen

facebook