Henny Westland van Westland Kaas Groep over innovatief ondernemerschap

Henny Westland van Westland Kaas Groep over innovatief ondernemerschap
Innovatief blijven en ondernemerschap tonen, zoals haar voorouders dat deden. Dat is de missie van Henny Westland, die sinds kort aan het roer staat van de Westland Kaas Groep.

Het kantoor van Westland Kaas Groep – met Goudse kaasmerken als Maaslander en Old Amsterdam – bevindt zich nabij de haven in het Gooische Huizen. Hier was het dat de vissers Klaas, Gerrit en Lambert Westland in 1932 voor een uitdaging kwamen te staan. De Zuiderzee werd afgesloten en de broers moesten een andere bron van inkomsten zoeken. Ieder voor zich besloot om kaas te gaan venten en deze te verkopen in het katholieke zuiden van Nederland.

In 1936 bundelden de broers hun krachten en richtten ze de vennootschap onder firma Gebroeders Westland Kaas op. Nu, ruim 75 jaar later, is de Westland Kaas Groep – met zo’n honderd medewerkers, een omzet van 140 miljoen euro en verkoop aan zeventig landen – de grootste particuliere kaasonderneming van Nederland. Het bedrijf, dat overigens de kaas niet zelf produceert, is nog steeds voor honderd procent in handen van de familie.

Sinds februari dit jaar staat voor het eerst een lid van de derde generatie aan het roer: Henny Westland, kleindochter van Lambert. Zij nam het stokje over van Ab Pasman, interim bestuurder en oud-topman van Grolsch, die sinds april vorig jaar als gedelegeerd commissaris aan het hoofd van de onderneming stond. Voor april zat Pasman in de raad van commissarissen, waar hij nu weer is teruggekeerd.

U zat op het moment dat Pasman de leiding over het bedrijf kreeg, zelf nog in de rvc. Was het begin vorig jaar uw tijd nog niet om het stokje over te nemen?
‘Dat was nog net iets te vroeg. Het was voor Westland Kaas tijd om een nieuwe weg in te slaan. Van de toenmalig algemeen directeur, Cor Lustig, die in 2002 mijn vader Henk Westland opvolgde als directeur, hebben we na onderling goedvinden begin vorig jaar afscheid genomen. Ab Pasman nam tijdelijk de leiding op zich. Het was ook toen al de bedoeling dat er weer een directeur uit de Westland-familie zou komen, maar dat kost tijd en dient zorgvuldig te gebeuren. Naast mijn vader waren er nog vier broers en een neef die lang in het bestuur zaten van dit bedrijf. Daaronder zitten 28 neven en nichten. We zijn een hechte familie en iedereen moest het eens zijn over de nieuwe benoeming.’

Hoe is uw benoeming tot stand gekomen?
‘Via het zogenaamde fair proces model. Dat betekent in dit geval dat er voor de functie van directeur een profiel werd opgesteld door de rvc, waar de hele familie op mocht solliciteren. Vervolgens vonden er gesprekken plaats tussen de kandidaten, de voorzitter van de rvc en een afgevaardigde van de Stichting Administratiekantoor Westland (Stak). Daarnaast werd de kandidaat beoordeeld middels een assessment. Uiteindelijk ben ik het geworden. En de keuze wordt door honderd procent gedragen door de familie dat is belangrijk. We zien deze onderneming als ons erfgoed we willen graag dat die in de familie blijft.’

Was u nooit eerder geïnteresseerd in het opvolgen van uw vader?
‘Eigenlijk niet. Op mijn 21ste had ik net mijn heao-studie small business afgerond en dacht er toen nog helemaal niet aan in het bedrijf te gaan werken. Mijn vader, zijn broers en een neef waren nog zeer actief in de onderneming. En eerlijk gezegd was het niet bepaald hip om te gaan werken bij een familiebedrijf. Ik koos dus voor een carrière buiten de deur. Ik heb diverse salesfuncties bij verschillende bedrijven gehad en zelfs een tijdje mijn eigen onderneming: de kaasexpresse. Het was als het ware de Fleurop voor kaasspeciaalzaken. Daarna was ik nog directeur bij een sales- en promotiebedrijf. Pas vorig jaar juli ben ik bij Westland Kaas komen werken. Ik zat overigens al sinds 2005 in de rvc. De tijden zijn inmiddels sterk veranderd. Familiebedrijven zijn voor de buitenwereld een stuk hipper geworden. We merken dat sterk aan de kwaliteit van sollicitanten die zich bij ons aanmelden. Hoogopgeleide talenten kiezen steeds liever voor een baan bij een familiebedrijf dan bij een grote anonieme corporate.’

Hoe ervaart u de overgang van commissaris naar directeur?
‘Als bijzonder leuk. Ik sta nu met beide benen in het bedrijf en kan daadwerkelijk verschil maken. Als commissaris vond ik het soms moeilijk dat ik slechts toezicht mocht houden. Ik hield me uiteraard aan m’n rol, maar ik ben veel meer ondernemer dan toezichthouder.’

Hoe is de governance geregeld?
‘Middels de driehoek rvc, Stak Westland en de directie. In de rvc kiezen we naast familieleden ook bewust voor externe commissarissen. Wat de Stak Westland betreft: hierin zit een afgevaardigde van elke staak van de familie. Dat zijn er zeven in totaal, zij vertegenwoordigen de aandeelhouders. Verder hebben we nauwlettend gekeken welke onderdelen van de Code Tabaksblat we konden overnemen voor ons bedrijf. Ik heb met Morris Tabaksblat zelf rond de keukentafel gezeten en hem hierover om advies gevraagd. Daar zijn concrete governancerichtlijnen uit naar voren gekomen. Zo mag een commissaris maximaal twaalf jaar blijven zitten en moet hij op z’n zeventigste vertrekken. Bovendien moet er in de rvc een gezonde balans zijn tussen familie en niet-familieleden. De voorzitter is altijd een niet-familielid.’

Is de tweede generatie, waaronder uw vader, nog actief in het bedrijf?
‘Nee. Zij hebben zich volledig teruggetrokken en bemoeien zich dus niet meer met de bedrijfsvoering. Maar ze zijn nog steeds zeer betrokken. Zo bracht mijn oom vorige week een bezoekje aan ons kantoor en vroeg mij even mee naar buiten te komen. Op zijn auto had hij stickers geplakt van Maaslander en Old Amsterdam. “Dat zou iedereen hier moeten doen”, zo luidde zijn advies.’

Hoe worden beslissingen genomen?
‘Daar hebben we als familie heldere afspraken over gemaakt. Twee keer per jaar houden we een aandeelhoudersvergadering waaraan alle familieleden deelnemen. Daarnaast hebben we met de hele familie een familie-eigendomstrategie opgesteld. Daarin staan de grote lijnen aangeven van wat de familie wil met deze onderneming op het gebied van groei, samenwerking, acquisities, risico’s, enzovoorts. Dat biedt een duidelijke richtlijn en binnen dit kader kan de directie zich vrij bewegen. Op  het moment dat de directie bijvoorbeeld besluit een investering te doen, toetsen de Stak Westland en de rvc of deze past binnen de strategie.’

Wie zijn uw belangrijkste concurrenten?
‘We moeten opboksen tegen twee grote coöperaties: FrieslandCampina met Milner aan de ene kant en Cono Kaasmakers met Beemster aan de ander kant. Maar we staan ons mannetje en zijn de derde grote speler van Nederland. Naast de merken Maaslander en Old Amsterdam hebben we ook nog Westlite, een kaas die het goed doet in Duitsland, de plantaardige kaas Trenta, die vooral goed verkoopt in Italië, en dan is er nog Zikko, een kaas gemaakt uit geitenmelk.’

Is Old Amsterdam jullie best verkopende kaas?
‘Ja. We verkopen deze kaas inmiddels aan zeventig landen. Mijn opa liep al in 1985 met mij door de fabriek en liet me de zojuist ontwikkelde Old Amsterdam zien. “Dit wordt later het goud op jullie brood”, zo sprak hij. Ze hadden deze Goudse kaas bewust ontwikkeld; een oude kaas die snijdbaar is en niet brokkelt. En hij heeft gelijk gekregen. Zelfs in de afgelopen drie jaar is deze kaas elk jaar weer gegroeid. En ook in een land als Spanje, dat zich in economisch zeer slecht weer bevindt, groeit de verkoop van Old Amsterdam. Het afgelopen jaar zelfs met elf procent.’

Wat zijn andere buitenlandse groeimarkten voor Westland Kaas?
‘Buiten Nederland zijn onze kernlanden België, Duitsland, Spanje en Italië, maar ook de Verenigde Staten vormen een duidelijke groeimarkt. En sinds kort ook Rusland. Het feit dat André Kuipers zijn favoriete kaas Old Amsterdam mee in de Russische raket heeft genomen, draagt alleen maar bij aan ons succes daar. Het was overigens een idee van Kuipers zelf. De astronauten mochten naast het eten dat de Amerikaanse en Russische organisaties naar het ruimtestation sturen, ook ‘bonusvoedsel’ bestellen. Kuipers heeft hiervoor met ons contact opgenomen. In elke container bonusvoedsel zitten nu twee stukjes Old Amsterdam van drie bij tien centimeter. Op een gegeven moment cirkelde er bijna tien kilo oude kaas tussen de 280 en 460 kilometer boven de aarde, in afwachting van Kuipers. In de Russische supermarkten worden zelfs raketten nagebouwd en geplaatst bij onze kaas. Dat is natuurlijk prachtig.’

Zijn durf, innovatiekracht en ondernemerschap typische familiewaarden?
‘Absoluut. Dat zit in onze genen. Het waren onze vaders die in de jaren zeventig al een manier bedachten om meer marge te maken op kaas. De marges waren erg laag. De bulkmarkt was een echte centenmarkt. We moeten iets bijzonders doen, dachten de broers Westland. En dus ontwikkelden ze een romige kaas met 25 procent minder zout en een constante smaak. Daarnaast gaven ze de kaas een korst met groengele strepen. En het werkte. Ze vroegen een gulden meer voor deze kaas. Onze familie heeft weliswaar nooit zelf kazen geproduceerd, maar kennis van kaas was en is er wel degelijk. Wij ontwikkelden onze eigen zuursels en receptuur, die de specifieke smaak en karakter geven aan Maaslander en Old Amsterdam. En ook de generatie daarna was ondernemend en bepaald niet bang. Zo besloot de vorige generatie, waaronder mijn vader, begin jaren tachtig dat ze meer ruchtbaarheid moesten geven aan de Maaslander kaas. En dus besloten ze om de gehele winst van 350 duizend gulden te investeren in tv-commercials. Alle broers, inclusief neef, waren het daar over eens. Ook dat is een familiewaarde. We praten net zo lang tot we het eens zijn, zonder te veel te polderen. Ik denk dat dat de kracht is van dit bedrijf. We doen het samen. En we hebben zeker geen lijstje van dwingende waarden. Maar er zijn wel leuzen van onze grootouders die we geregeld bezigen binnen dit bedrijf. Zo zei mijn opa altijd: “Zonder dwarsliggers houd je de rails niet in het spoor”. En zo is het. kritische mensen om je heen zijn belangrijk. Maar ook: “Als je de haven niet uitvaart, vang je geen vis”. Ook dit is een leus die we ter harte nemen. Hij staat zelfs opgenomen in ons strategieplan. Wil een bedrijf verder komen, dan moet het actie durven nemen.’

Hoe ziet u de toekomst van dit bedrijf?
‘Dat er meer innovatiekracht komt. We zijn altijd een innovatief bedrijf geweest. We waren de eerste met plakjes kaas, kaas met minder zout, borrelblokjes, enzovoorts. Voor onze keepkantjes, een kaaskorst die met de hand te verwijderen is, zijn we door de Nederlandse consument zelfs verkozen tot product van het jaar 2012. Ik wil graag het ondernemerschap binnen deze onderneming stimuleren, zodat we de innovatiekracht kunnen uitbouwen. Dat betekent dat we net als onze grootouders weer moeten gaan pionieren en buiten gebaande paden gaan. Als ik dan 25 jaar verder kijk – we bestaan dan honderd jaar – dan wil ik dat we een gezonde, innovatieve onderneming zijn, die nog steeds voor honderd procent in handen is van de familie. Westland Kaas is en blijft een familiebedrijf. Dat staat wat mij betreft vast.’

Maarten Vijverberg is partner bij Boer & Croon.

facebook